Zweet parelde van het voorhoofd van errin terwijl ze zich haastig op de fiets naar huis begaf. Ze had met Meester afgesproken om na d'r werk, 's avonds om 7 uur op MSN te komen. Vlak voor ze naar huis zou gaan kwam haar manager nog bij haar met een verslag dat uitgewerkt en naar een aantal hoge functionarissen gemaild moest worden, overwerk dus.
Later dan gepland verliet ze het kantoor. Het was nu al kwart voor zeven en als ze op haar normale tempo door zou rijden kwam ze zeker te laat thuis. Te laat op een afspraak komen, fysiek of virtueel, leverde strafpunten op en die had errin al genoeg. Dus was haar er veel aan gelegen om nu op tijd on-line te zijn. Normaal stopte ze netjes bij rode verkeerslichten, nu stak ze -samen met andere, vaak jongere fietsers en brommerrijders- hier en daar kruispunten over terwijl het licht nog op rood stond. Het leverde haar niet alleen tijdwinst op, maar ook een hoop stress.
Tien voor zeven zette ze haar fiets tegen de gevel van haar huis en stormde via de voordeur naar binnen. Manlief, die ze in de gang tegen kwam, kreeg in het voorbijgaan een zoen op z'n wang en een 'sorry ben laat voor Meester' te horen. Gelaten draaide hij zich om en liep de woonkamer in. Hij hoefde niet te vragen waarom ze zo'n haast had. Al een paar jaar geleden had hij er mee ingestemd dat errin, eigenlijk heette ze Machteld, haar behoefte aan een dominante man buiten het huwelijk zocht. Over het algemeen merkte hij daar niet veel van, maar zo af en toe wist hij “hoe laat het was”. Dan moest ze gehoor geven aan wat die man blijkbaar van haar verlangde.
Eenmaal boven wist errin niet hoe vlug ze haar PC, die in hun hobby- en rommelkamer stond, op moest starten. Terwijl het apparaat zoemend op gang kwam ontdeed ze zich in hun slaapkamer van haar daagse kleding en schoot in de door haar Meester voorgeschreven outfit. De PC klok stond op 18:59 toen ze haar MSN wachtwoord intypte en wachtte tot ze was aangemeld.
Nahijgend en zwetend van het fietsen zat ze verwachtingsvol achter haar PC. Het scherm toonde haar de lijst met MSN contactpersonen, maar Meester's naam stond nog bij de mensen die offline waren.
Ze zuchtte, enerzijds van opluchting, Meester kon nu niet zeggen dat ze te laat was. Van de andere kant zuchtte ze omdat ze niet wou dat ze zich voor niets zo gehaast had.
Tergend langzaam ging de eerste minuut voorbij. Een tweede en een derde minuut volgden. Zelfs vijf minuten gingen voorbij zonder dat Meester zich aanmeldde. Toen hij zich na tien minuten nog niet had aangemeld begon errin te twijfelen of ze de afspraak wel goed had onthouden. In de historie van het laatste gesprek dat ze eergisteren met Meester had gehad zocht ze de passage op waarin ze het over de volgende afspraak hadden gehad.
Het klopte precies wat ze had onthouden. 'Overmorgenavond', dus vandaag, 'om 7 uur' stond er.
Ze besloot in te loggen op een chatbox waar Meester ook nog wel eens on-line was. Misschien zat hij daar te chatten en was hij de tijd vergeten.
Inwendig lachend om Meester's mogelijke “onhandige actie” gingen haar ogen op zoek naar zijn chat-naam. Toen ze zijn naam ook hier bij de “niet aanwezig” chatbox-leden zag staan werd ze ongerust.
Als Meester onverwachts verhinderd was liet hij haar altijd per SMS wat weten. Ze stond op en haalde haar GSM uit haar tas om te zien of ze een berichtje had gemist, misschien tijdens het fietsen niet had opgemerkt. Maar nee, ook de GSM -die gewoon aan stond- kon haar twijfel niet wegnemen.
Teleurgesteld en enigszins ongerust nam ze opnieuw plaats achter de PC en liep de verschillende programma's nog een keer na. Er waren geen veranderingen gekomen in de status van Meester's inloggingen.
Ze wachtte tot het half acht was, toen besloot ze de PC weer uit te schakelen en naar beneden te gaan, maar niet voor ze haar outfit weer had omgewisseld voor haar daagse kleren.
Eenmaal beneden nam ze nu wel de tijd om haar man een echte zoen te geven en om zich bij hem te verontschuldigen voor haar late thuiskomst in combinatie met haar stormloop naar boven toe.
'Heb je al gegeten?' vroeg ze belangstellend, wat hij ontkennend moest beantwoorden.
'Had je wel al eten opgezet dan?' was haar volgende vraag. Maar ook deze vraag moest hij ontkennen.
Ze zuchtte opnieuw.
Ze was werkelijk met een schat van een man getrouwd, maar enig initiatief tonen was hem vreemd.
Door het overwerken en al dat gehaast, plus ook nog eens de teleurstelling dat Meester niet on-line
was -en de zorgen daar dan weer over- had errin helemaal geen zin meer om nog eten te koken.
'Zullen we dan maar een pizza bestellen?' stelde ze voor. Het leek haar man een prima idee.
Een half uurtje later zaten ze samen, met een pizza op schoot, TV te kijken.
Hoewel ze dezelfde pizza had besteld die ze anders ook altijd bestelde en dat bij dezelfde pizzeria had gedaan, smaakte de pizza niet zo lekker als anders. Ergens was ze in haar hoofd nog aan het malen over haar MSN afspraak met Meester. Toen de pizza's op waren en de boel aan kant was kon ze de verleiding niet weerstaan om nogmaals de PC op te starten om te kijken of Meester nu wèl on-line was.
Opnieuw was de teleurstelling groot toen bleek dat Meester niet op MSN of de chatbox was.
Andermaal sloot ze de PC af wist even niet wat ze nou moest doen. Beneden in de kamer zat haar man in z'n eentje TV te kijken. Gezelschap was slechts dertien traptreden verwijderd, toch voelde errin zich eenzaam en alleen. Uiteindelijk besloot ze toch maar om naar beneden te gaan en haar man gezelschap te houden, maar zin, nee zin had ze er niet in. Meester's afwezigheid had haar humeur sterk beïnvloed en zeker niet in positieve zin.
De volgende dag keek ze op de PC op haar werk af en toe stiekem of Meester op MSN was. Dat was tegen de bedrijfsvoorschriften, die privé gebruik van de Internet verbindingen niet toe stonden, maar daar had errin nu even lak aan. Maar geen enkel keer trof ze Meester on-line. Ze had haar GSM op haar bureau gelegd, om zeker te weten geen enkele oproep of SMS berichtje te missen. Maar behoudens een telefoontje van haar moeder rond lunchtijd, liet het apparaat de hele dag niets van zich horen.
Ze zat er zo mee in haar maag dat ze tijdens de thuisreis op fiets aan niets anders kon denken en nog bijna tegen een brommerrijder aan botste. Geschrokken vervolgde ze haar rit naar huis.
Toen ze de straat in reed zag ze een auto, precies zo eentje als Meester heeft een stukje verderop in de straat wegrijden. Zeker wetend dat het Meester was die bij haar thuis voor een dichte deur had gestaan zette ze het op een fietsen en probeerde de auto bij te houden. Aan het ende van de straat moest de automobilist wachten om het kruispunt over te kunnen steken. Met haar hart in haar keel sjeesde errin op de auto af en kwam half struikelend aan de bestuurderskant van de auto met haar fiets tot stilstand.
Met een grote glimlach op haar gezicht keek ze via het zijraam naar binnen om er achter te komen dat de bestuurder helemaal Meester niet was. De man keek haar verbaasd aan en al helemaal toen hij zag dat er tranen over haar wangen begonnen te rollen.
De teleurstelling was tè groot geweest voor errin. De man in de auto compleet in verwarring achterlatend fietste ze terug naar huis, onderwijl de tranen uit haar ogen wrijvend zodat ze nog een beetje kon zien waar ze reed.
Binnen plofte ze op de bank en huilde nu nog dikkere tranen, haar lichaam schokte bij iedere snik.
Toen ze na een kwartiertje haar rust weer een beetje hervond voelde ze dat haar rug helemaal nat was van het zweet. Ze besloot even te gaan douchen en wat schoons aan te trekken. Onder de douche brak ze opnieuw in tranen uit, ze hoopte maar dat als haar man straks thuis kwam, ze een beetje uitgehuild was. Na het douchen trok ze tegen beter weten in haar outfit nog een keer aan en startte ze haar PC weer op.
Ze controleerde haar e-mail, ging op MSN en logde in bij de chatbox, alles met hetzelfde negatieve resultaat helaas. Terneergeslagen kleedde ze zich om en ging naar de keuken om het eten te koken.
Haar man had gelukkig niet in de gaten dat ze zo bedroefd was.
Ze mocht haar relatie met Meester van hem best in stand houden maar als hij zou merken dat ze er onder leed, zou hij -terecht vond ze- van haar verlangen dat ze er mee zou stoppen.
Ze gingen samen vroeg naar bed die avond en hoewel het lief bedoeld was, kon ze niet genieten van de aandacht die haar man haar wou geven. Ze gaf hem een kus, draaide zich om en deed alsof ze ging slapen. Maar de slaap liet nog lange tijd op zich wachten. Koortsachtig ging ze in haar hoofd de voorgaande dagen nog een keer door. Wat was er anders? Was haar iets niet opgevallen? Had ze iets fout gedaan? Ook kon ze het gewoon niet laten een aantal doemscenario's de revue te laten passeren. Wat als hij een ander had? Was zijn vrouw er achter gekomen? Had hij een ongeluk gehad en lag hij misschien in het ziekenhuis? Precies wist ze het niet meer, maar het was zeker al na drieën 's nachts voordat ze in slaap viel.
Veel te vroeg voor haar gevoel piepte de wekker haar de volgende ochtend weer wakker. Half nijdig gaf ze er een klap op en het ding hield terstond op met z'n irritante gepiep. Ze wist dat het welgeteld negen minuten zou duren voordat het gepiep haar opnieuw wakker zou maken als ze nu niet meteen uit bed stapte en het alarm-knopje in de uit-stand schoof. Ze voegde de daad bij het woord en slofte naar de badkamer om een begin te maken met het ochtendritueel van douchen, aankleden, ontbijten, tandenpoetsen en een beetje opmaken.
Tussen de bedrijven door haar eigen èn manlief’s broodtrommeltje klaar maken, hem een zoen geven en een fijne werkdag wensen. Daarna jas aan, fiets pakken en op naar kantoor. Keurig op tijd zat ze achter haar bureau en deed de dingen die van haar verlangd werden, maar haar gedachten kwamen altijd weer op Meester uit. Waar was hij, wat deed hij, is er wat gebeurd?
Gek werd ze van zichzelf.
Tijdens de lunch, ze zat even buiten en genoot zelfs een beetje van de frisse lucht en het zonnetje, piepte haar GSM dat er een bericht voor haar was. Van schrik liet ze haar brood bijna uit haar handen vallen. Haastig zocht ze naar haar telefoon die zich weer ergens op een onmogelijke plaats in haar tas had weten te verstoppen. Het schermpje toonde “Postvak IN, U heeft één nieuw bericht. Harry (1)” meer stond er niet maar errin had aan een woord genoeg, “Harry”.
Ze had Meester's telefoonnummer uiteraard in haar telefoon opgeslagen. Ze had dat gedaan onder de naam Harry, niet omdat hij zo heette, maar “gewoon” om te voorkomen dat als iemand anders ooit haar telefoon in handen zou krijgen, de naam Meester op zou vallen en ze misschien iets moest uitleggen wat ze helemaal niet aan anderen uit wou leggen.
Snel opende ze het berichten-menu en las Meester's bericht.
'errin, mijn grootste vrees is werkelijkheid geworden, ze is er achter gekomen. Ik kies voor mijn gezin. Ik vertrouw erop dat je het begrijpt. Het ga je goed duveltje.'
De wereld leek stil te staan, geluiden -anders dan die van haar gejaagde ademhaling- bestonden niet meer. Haar mond was droog, kurkdroog. Langzaam gingen haar ogen nog een keer, woord voor woord, langs de tekst op haar telefoon. Het was echt een bericht aan haar, hij had 'duveltje' gebruikt, haar bijnaam die niemand anders kende, alleen Meester. Van binnen voelde ze een kou opkomen zoals ze dat nog nooit gevoeld had. Een kilte die haar hart omvatte en haar van alle energie beroofde die ze een paar minuten geleden nog had.
Ergens in de verte was er iemand die haar naam riep: ‘Machteld!’
En nog een keer, iets luider: ‘Machteld!’
Pas toen een hand op haar schouder werd geplaatst en haar voorzichtig heen en weer schudde, kwam ze weer bij zinnen. Het was haar collega Heleen die haar nu bezorgd aan keek en vroeg: 'Alles goed meis? Je ziet zo wit?'
'Ja.. oh, ja hoor' stamelde ze, 'het gaat wel weer. Misschien wil je me heel even alleen laten?' vroeg errin en trok er een gezicht bij van “als je het niet heel erg vindt”.
Heleen keek haar nog even aan en stond op.
'Is goed' zei ze vriendelijk, 'Ik zie je zo meteen nog wel even, binnen, okay?'
Met een eenvoudig knikje met haar hoofd stemde errin toe.
Nadat Heleen een paar passen bij haar vandaan was, bekeek ze ten derde male het bericht van Meester. Ze vond het een kille afwijzing, gevoelloos en nagenoeg emotieloos. Het is dat hij haar nog een keer “duveltje” had genoemd, anders was het werkelijk een “dienstmededeling” geweest.
Toen ze nog een keer duveltje zag staan kon ze haar waterlanders niet langer bedwingen. Zachtjes huilde ze, zowel van opluchting -ze wist nu hoe de vork in de steel zat-, als van verdriet, over de afwijzing,
de kilte van de mededeling en het onverwachte. Vooral dat laatste, ze had dit totaal niet aan zien komen. Al moest ze toegeven, omdat Meester zijn relatie met haar voor zijn vrouw geheim had gehouden, dat ze er altijd rekening mee had gehouden dat ze er op een dag achter zou komen. Alleen met de gevolgen die dat zou kunnen hebben, daar had ze niet eerder aan gedacht. Of misschien niet aan willen denken.
Hoe dan ook, nu was het een feit en kende ze de gevolgen.
Terug op kantoor kwam ze Heleen gelukkig niet tegen en hoefde ze nergens met haar over te praten.
Niet dat ze van plan was om tegen een collega openheid van zaken te geven. Dan had ze iets moeten verzinnen, moeten liegen dus, en dat deed ze altijd met tegenzin. Ze loog alleen als het echt niet anders ging.
De rest van de middag kwam er niets uit haar handen, ze was druk met niets eigenlijk. Even voor vijf uur verliet ze het kantoor al, al was het maar om de horde voor te zijn en zo ook Heleen te kunnen ontwijken. Eenmaal thuis kon ze haar gevoel pas echt de vrije loop geven en ze huilde dan ook dikke tranen, net als de dag ervoor. De voorraad papieren zakdoekjes was bijna gedecimeerd toen ze eindelijk in staat was om te stoppen.
Volkomen leeg voelde ze zich toen ze onder de douche stond, in een poging zich weer een beetje mens te voelen. Nog steeds leeg, toen ze eten stond te koken. Honger had ze niet en at met lange tanden toch een beetje van haar eten om haar man niet onnodig bezorgd te maken. Hij leek toch al wat te merken want hij had al een paar keer gevraagd of alles goed was. Ze had het met een: 'prima, alleen een beetje hoofdpijn' afgewimpeld.
Na samen met haar man naar het Journaal gekeken te hebben, waarna errin geen idee meer had waar Philip Freriks het over gehad had, wou ze het liefste naar bed en even alles vergeten. Een nachtje slapen zou misschien wel helpen.
'Ik ga naar bed' zei ze tegen haar man en zou zijn opgestaan ware het niet dat hij haar dat belette.
Hij schakelde met de afstandsbediening de TV uit terwijl hij haar bij haar arm hield.
'Nou wil ik toch eerst weten wat er aan de hand is' zei hij en keek haar gefronst aan, een teken van bezorgdheid niet van boosheid.
Een ogenblik dacht ze eraan om zich van hem los te rukken, maar ze zag dat hij het meende.
De schat, hij had alle recht op de waarheid, dus liet ze zich weer in de kussens van de bank zakken.
Maar nog voor ze er een woord over kon zeggen, kwamen de emoties. Sneller dan ze had verwacht en kon ze alleen maar haar hoofd tegen zijn schouder laten rusten en huilen. Het enige verschil met de huilbuien eerder op de dag, was dat nu een vertrouwde arm om haar heen werd geslagen en iemand zich werkelijk om haar bekommerde. Hij kende haar veel langer dan Meester en wist dan ook precies hoe hij met haar om moest gaan. Eerst rustig laten huilen, niets zeggen, wachten tot het minder werd, dàn pas vragen wat er aan de hand is. Een deel van het schouderstuk van zijn overhemd was al nat gehuild voor hij het idee had dat het huilen minder werd. Nog even liet hij haar kalmer worden voor hij zei: 'Nou vertel het eens lieverd, wat maakt jou zo verdrietig?'
Ze tilde haar hoofd weer op van zijn schouder en schoot zelfs heel even in de lach om de ravage die ze met haar tranen en snot had aangericht. Hij zag het ook en lachte even met haar mee.
'Komt zo wel' zei hij, 'doe jij eerst maar eens je verhaal'.
Zo goed en zo kwaad het ging vertelde ze wat haar de afgelopen dagen, en met name vandaag, was overkomen.
Ze vertelde hoe compleet ze zich had gevoeld, als persoon, als echtgenote en als slavin en dat nu een deel van die compleetheid aan duigen lag. Dat dat voelde als een groot verlies, als oneerlijk, als verlaten en verraden. Dat ze zich schaamde tegenover hem, de man die zoveel begrip had getoond en er altijd voor haar was, ook nu. De enige constante factor in haar leven. Ook die gedachte maakte haar weer aan het huilen.
En door haar tranen heen vroeg ze: 'Je weet toch dat ik van je hou?'
'Weet ik lieverd' was zijn simpele maar treffende antwoord.
'Kan ik jou slavin niet zijn?' vroeg ze tegen beter weten in.
Zijn: 'Je weet hoe ik daar over denk', bevestigde inderdaad wat ze al wist.
Ze wist ook dat dit verlies, dit verdriet, voorbij zal gaan en dat er over een poosje een nieuwe Meester zich over haar zal ontfermen. Met die gedachte vleide ze zich nog maar even tegen hem aan, hoe nat zijn schouder ook nog was.
© Thislexy
Geen opmerkingen:
Een reactie posten