dinsdag 6 november 2018

Blokker heeft het in huis.


Schrijfopdracht voor de Eroscripta bijeenkomst in november. Thema: huiselijke seksspeeltjes.

Blokker heeft het in huis

Het heeft lang geduurd voordat de herfst zijn intrede deed dit jaar. Toen het eindelijk zo ver was,
ging het ook heel snel. Zo snel dat ik nog niet eens de kans heb gehad om een nieuwe paraplu in de auto te leggen. Mijn oude plu is afgelopen voorjaar aan een zware lentestorm overleden en een nieuwe kopen is er sindsdien nog niet van gekomen. Daardoor sta ik, keurig in het pak maar zonder plu, achter de glazen façade van een winkelcentrum naar buiten te kijken. Naast mij zit een vrouw in een rolstoel, zo te zien ook zonder een draagbaar dakje. Een uitspraak die ik graag in de mond neem omdat het mij aan een leuk Asterix en Obelix verhaal herinnert.
Regen kletst bombastisch tegen het glas en elke keer als de elektrische deuren zich op commando openen om een verregende klant toegang tot het winkelcentrum te geven, hoor ik hoe hard de druppels buiten op het plaveisel slaan. De tochtende winkelstraat achter ons zuigt op zo’n moment een wolk van waternevel naar binnen die vervolgens over de vrouw en mij neerdaalt. Fijn!
“Zo te zien gaat het nog wel even duren,” merkt de vrouw in de rolstoel ongevraagd op.
De hoge glazen wand waar wij achter staan laat enkel grijze en grauwe wolken zien, tot zover het oog reikt, waar een waterval van regen uit neerdaalt.
“Ik vrees het ook,” verzucht ik.
“Moet u ver lopen?”
“Mijn auto staat helemaal achterin,” antwoord ik terwijl ik met mijn hand naar het parkeerterrein wijs, “ver genoeg om er als een verzopen kat bij te lopen tegen de tijd dat ik bij mijn auto ben.”
Zij lacht zachtjes en neemt mij en keer van top tot teen op.
“Mooi pak.”
“Dank u,” zeg ik nadat ik mijn blik weer op het buitengebeuren heb gericht.
“Ik kan wel zien dat het kwaliteit heeft. U heeft vast een goede baan.”
Weer komen Asterix en Obelix in mijn gedachten. Nu vanwege een conversatie tussen Obelix en een Brit, die ging zoiets als:  Obelix: Wat is uw kleding van mooie stof gemaakt.
                                        Brit: Wij noemen dat tweed.
     Obelix: Duur zeker?
     Brit: Mijn kleermaker is niet onbemiddeld.
Ik grinnik om de herinnering.
“Geen goeie baan dan?” vraagt zij, reagerend op mijn gegrinnik.
Verbaasd over haar vraag kijk ik haar eens goed aan. Sprekende ogen in een mooi gezicht kijken terug. Nu zie ik eigenlijk pas dat zij best nog jong en erg knap is. Onwillekeurig classificeer ik vrouwen in rolstoelen meestal als oud, dik en onaantrekkelijk. Niet eerlijk. Niet slim ook. Dom zelfs. Ja, ja, ik weet het. Niets menselijks is mij vreemd, denk ik dan maar.
De jonge vrouw naast mij vormt in elk geval qua uiterlijk een prettige uitzondering.
“Geen goeie baan?” herhaal ik, “Denk dat dat wel meevalt. Ik heb geen klagen.”
Ik klink nu wel heel erg als die Brit uit dat stripverhaal!
“Wat voor werk doet u?” wil zij weten.
“Ik werk voor een bedrijf dat zelfscan apparatuur maakt voor supermarkten en warenhuizen.”
“Daar zit vast wel handel in,” zegt de vrouw.
Ik beaam het met een glimlach. Nu valt mij opeens een kleine piercing in haar rechter wenkbrauw op. Onwillekeurig vraag ik mij af of zij nog meer piercings zal hebben. En zo ja, waar dan? Tepels? Schaamlippen? Boven haar clitoris? Navel?

Mijn dirty mind, da’s ook Engels, neemt in ieder geval een loopje met het idee. In mijn gedachten staat zij naakt voor mij, in een dungeon. Zo’n matig verlichte kamer met de nodige SM spulletjes.
Haar handen zijn achter haar rug geboeid en aan beide tepelpiercings is een dunne draad vastgemaakt die door een ring loopt die boven mijn hoofd hangt. Ik heb letterlijk de touwtjes in handen. Als ik de touwtjes naar beneden trek, trek ik haar borsten -aan haar tepels- omhoog. De pijn die dat bij haar veroorzaakt lijkt haar op te winden, want zij kijkt mij ondeugend aan. Zo van: méér, méér!

“Ik denk dat ik bij Blokker toch maar even een paraplu ga halen,” zegt zij opeens, waardoor zij mijn sadistische gedachten bruusk onderbreekt.
“Goed plan. Ik loop wel even mee, dan haal ik er ook eentje.”
Samen begeven we ons naar de Blokker winkel verderop in het winkelcentrum. Het is stil in de brede gangen van het winkelcentrum. Niemand voelt er blijkbaar iets voor om met dit weer boodschappen te doen. Bij Blokker staat een verveelde millennial op haar mobieltje te koekeloeren, een ingesleten ‘goedemiddag’ kan er bij haar nog net van af. Behalve wij drieën is er verder geen mens in de winkel. Handig laveert mijn metgezel haar rolstoel tussen de schappen door, tot we bij de paraplu’s aanbeland zijn.
De onze keuze is reuze slogan is hier helaas niet van toepassing, al twijfel ik of die ooit van Blokker was. Er zijn bij de paraplu’s welgeteld twee uitvoeringen te koop, in het paars of zwart, beide van die compacte modellen met zo’n uitschuif stang.
Mijn reuze keuze valt op de paarse. Menig zakenman draagt al een zwart dakje tenslotte, dan valt die van mij daar tussen tenminste op.
“Als jij een paarse neemt, moet ik haast wel een zwarte nemen, vind je niet?” zegt zij met een lach.
“Moeten is dwang,” antwoord ik diplomatiek.
“Soms zou ik willen dat iemand mij dwong,” zegt ze.
Het klinkt volkomen oprecht, toch zie ik dat het schaamrood haar wangen kleurt. Mijn aandacht heeft zij in ieder geval per direct weten te trekken. Vrouwen en dwingen, op een speelse, gezonde manier, met wederzijde consensus uiteraard… dan heb je mijn interesse gewekt.
“Hoe bedoel je dat?” vraag ik toch maar even voor de zekerheid.
“Mensen doen soms veel te aardig tegen mij. Dat ik in een rolstoel zit betekent niet dat ik helemaal niets kan.”
Ik beaam min of meer wat zij zegt door kort met mijn hoofd te knikken. Zelf heb ik nog nooit in zo’n ding gezeten, dus haar ervaring deel ik niet.
“Ook hielden mijn vriendjes, tot nu toe, veel te veel rekening met mij. Waren veel te betuttelend, veel te soft, tot ik er genoeg van had en ze aan de kant zette.”
Even zwijgt zij en lijkt haar gedachten te ordenen.
“Met dat pak aan lijk jij zoveel… hoe zal ik het zeggen, strenger?”
“Ik kan best streng zijn,” antwoord ik,”ik zal je een voorbeeld geven.”
De daad bij het woord voegend zeg ik met een zwaardere stem: “Zonder mijn toestemming ben je gaan tutoyeren. Ik wil dat je mij weer met u aanspreekt.”
Haar mond gaat een beetje open, vervolgens weer dicht, om te slikken. Dan slaat zij haar ogen neer, terwijl het schaamrood in alle hevigheid opnieuw bezit neemt van haar wangen.
“Sorry,” fluistert zij.
“Ook wil ik dat je met minstens twee woorden antwoord geeft, in dit geval dus sorry meneer.”
“Sorry, meneer,” klinkt het meteen.
“Dan wil ik nu wel eens weten hoe je eigenlijk heet,” vraag ik weer met mijn ‘normale’ stem.
Haar ogen gaan onmiddellijk open en kijken mij aan.
“Maria,” luidt haar antwoord.
“Twee woorden!”
“Oh, sorry! Maria, meneer.”
Mijn ‘goed zo’ laat haar stralen.
De kassière heeft nog steeds meer aandacht voor haar telefoon dan voor ons, zie ik. Dus zak ik iets door mijn benen tot ik op ooghoogte met Maria ben. Ik kijk haar indringend aan.
“Mijn naam is Eduard, maar voor jou ben ik meneer. Duidelijk?”
“Duidelijk, meneer.”
“Vertel in één minuut, wie ik voor mij heb.”
Even aarzelt ze, dan zegt ze: “Ik heet Maria Oudengeest, ben achtentwintig jaar, geologe bij een wegenbouwer, alleenstaand, meestal vrolijk, opgewekt, nieuwsgierig… uuuh… creatief…”
Zij kijkt mij vragend aan, niet wetend of ik meer had willen horen.
“Tot op zekere hoogte onzeker over haar uiterlijk, soms een twijfelkont, zorgzaam, ook meegaand, volgzaam zelfs, misschien onderdanig aan de juiste persoon, ontvangt graag complimentjes, wil bedankjes krijgen voor wat ze voor anderen doet en raakt seksueel opgewonden van pijn. En weer mis ik een meneer!” vul ik aan.
“Ooh, sorry. Sorry, meneer. Maar u heeft wel gelijk. Ik ben dat. Ja dat. Dat allemaal, meneer.”

Ik keer terug naar waar we deze winkel überhaupt voor binnen waren gegaan.
“We doen er wel erg lang over om een paraplu uit te zoeken, vind je niet?”
“Wel een beetje, ja...” grinnikt zij.
“…Meneer,” klinkt er serieus achteraan, nèt voordat ik er opnieuw een opmerking over zou maken.
“Woon je in de buurt?”
“Ja zeker, meneer.”
“Heb je je telefoon bij je?”
“Ook dat, meneer.”
“Bel iemand die je vertrouwd en zeg dat je een man mee naar huis neemt voor een eerste kennismaking en dat ze over een uur even met jou moeten bellen om te horen hoe het gesprek gaat.”
“Dat is toch niet nodig? Ik vertrouw je… uh u, wel hoor. Meneer.”
“Het is geen verzoek, Maria. Ik geef je de opdracht om dat te doen.”
Even zie ik aan haar gezicht dat de radertjes in haar hoofd op volle toeren draaien. Dan beseft ze pas goed wat ik net gezegd heb.
“U heeft gelijk, meneer. Ik zal zo mijn beste vriendin bellen.”
Mijn glimlach stelt haar gerust.
We nemen onze paraplu’s en gaan ermee richting kassa om ze bij de verveelde kassière af te rekenen. Als wij langs de stelling met keukengerei rijden, en lopen, zie ik houten pollepels met vrij lange stelen hangen. Twee haal ik er uit het schap. Maria kijkt mij verbaasd aan. Met eentje sla ik zachtjes in de palm van mijn hand en laat een gespeeld sadistisch lachje horen. Ogenblikkelijk verschijnt er precies zo’n ondeugend lachje op haar gezicht als ik in mijn dagdroom zag.

Een kwartier later bevind ik mij in een voor rolstoelganger’s aangepast appartement. Maria heeft ondertussen haar beste vriendin gebeld en verteld dat ze een vent op bezoek heeft. In minder dan een uur wordt ze door die vriendin teruggebeld. Zelf heb ik de zaak gebeld en aangegeven dat ik de rest van de dag van huis uit werk.
Het is de hoogste tijd dus om voorzichtig te onderzoeken waar Maria’s interesses en grenzen liggen.
“Ik heb die twee pollepels niet voor niets gekocht, natuurlijk. Wat zou jij willen dat ik met die dingen deed, behalve in een pan soep roeren.”
Opnieuw neemt ze de tijd om een antwoord te formuleren.
“Ik zou willen dat ik ergens vastgebonden lag, naakt, op mijn rug, met mijn benen gespreid en dat u met de pollepels op mijn borsten en schaamstreek slaat. In het begin zachtjes en rustig, maar gaandeweg harder en sneller. Ik zou daar erg opgewonden van kunnen raken, denk ik, meneer.”
Kunnen raken?”
“Ja, meneer. Ik denk het wel. Tot nu toe is mij dit nog niet overkomen. Vroegere partners keken mij aan of ik gek geworden was, als ik vroeg om daar geslagen te worden. Dus meestal deed ik het zelf, met de hand, meneer.”
“Dan wordt het de hoogste tijd dat jij naakt op je bed gaat liggen en ik eens ga kijken hoe opgewonden jij kunt raken.”
Er ontstaan direct glimmertjes in haar ogen. Ik zie geen spoortje van angst, alleen enorme bereidwilligheid.
“Wilt u mij dan naar mijn slaapkamer volgen alstublieft, meneer?”
Met een behendigheid waar vele jaren ervaring uit blijkt werkt Maria zich in de slaapkamer eerst uit haar rolstoel, dan uit haar kleren. Ogenschijnlijk zonder enige gene kruipt ze naakt op bed en rolt zich dan om. Als ze in het midden van het bed op haar rug ligt, vraagt zij: “Zou u mijn benen willen spreiden, meneer? Dat is iets wat ik zelf moeilijk kan.”
Één voor één pak ik haar dunne benen en leg ze onder een zodanige hoek dat haar schaamstreek gemakkelijk toegankelijk is. Ik trek het jasje van mijn kostuum maar eens uit voor meer bewegingsvrijheid van mijn armen.
“Als het te veel pijn doet, wil ik dat je dat zegt! Afgesproken?” waarschuw ik haar.
“Afgesproken, meneer,” antwoordt Maria.
Met in elke hand een pollepel begin ik zachtjes op haar borsten te slaan, soms met de bolle kant,
dan weer met de holle kant. Haar tepels, waar helaas geen piercings in zitten, ontzie ik daarbij niet.
Een glimlach op haar gezicht verraadt dat ze ervan geniet. Af en toe bijt ze even op haar lip, 
volgens mij zonder dat zij daar zelf erg in heeft.
Geruime tijd later stop ik even met slaan en streel met mijn handen over haar borsten. Haar tepels wijzen fier naar het plafond.
“Lukt het nog, meisje?” vraag ik.
“Zeker, meneer, dank u. Ik geniet met volle teugen.”
“Dan gaan we weer verder,” zeg ik en verleg meteen mijn aandacht naar haar schaamstreek.
Haar venusheuvel, maar ook de buitenste schaamlippen, mogen nu het hout van de lepels veelvuldig en langdurig kussen. Elke zoveelste tik, deel ik harder uit dan de rest. Telkens ontsnapt er bij de hardere slag een kort kreuntje uit haar mond.
Ik vermaak mij uitstekend en besluit na een tijdje om echt percussie te gaan spelen. Ik roffel afwisselend op haar borsten, of in haar schaamstreek, of dan weer met de ene pollepel op een borst en de andere in haar kruis. De geur van haar warme geil laat mijn pik groeien. Toch denk ik er niet aan om seks met haar te hebben. Dat komt bij een volgende ontmoeting wel.
De blik in haar ogen wordt gaandeweg een beetje wazig. Het lijkt alsof dat ze naar het plafond staart, maar volgens mij is haar focus juist helemaal naar binnen gericht, op het incasseren en haar genot.
De petsen die ik uitdeel worden harder, mijn ritme versnelt. De huid van haar borsten en haar schaamstreek kleurt al net zo rood als die van een Engelsman die zijn eerste dag aan het strand van Benidorm erop heeft zitten.

“Leg je handen eens achter je hoofd. Dan lijkt het net of je armen vastgebonden zijn,” stel ik voor. Zonder vragen te stellen, gaat zij er in mee. Zodra zij ligt zoals ik het wil, leg ik één pollepel op bed. De andere neem ik met het schepgedeelte in mijn hand. Met de steel geef ik heel gericht tikjes op haar clitoris. Met mijn andere hand pak ik een tepel en speel ermee door hem afwisselend tussen duim en wijsvinger te rollen of er in te knijpen.
Maria’s benen bewegen niet, maar aan haar op- en neergaande buik kan ik zien hoe groot haar opwinding is. Haar orgasme komt net met rasse schreden aangestormd als plotseling de slaapkamerdeur open zwaait en het met afgrijzen vervulde gezicht van haar beste vriendin de slaapkamer in kijkt.
“Mariááá?!” gilt zij.

Als de paniek bij de vriendin na twee kopjes lavendel thee weer een beetje is geluwd, Maria de ergste schaamte voorbij is en haar telefoon -dankzij de lader- weer bereikbaar is geworden, vertrek ik naar huis met een vervolgafspraak op zak.
Toevallig hoor ik onderweg een Blokker reclame op de radio. “Blokker heeft het in huis”, klinkt de slogan aan het eind. Terwijl ik in de lach schiet bedenk ik er zelf ook één:

Koop uw speeltjes voortaan hier, 
bij Blokker, uw SM huisleverancier! 


 © Thislexy, 2018.


Bekijk ook de andere verhalen over dit thema, op 

dinsdag 18 september 2018

Heptets vloek

Schrijfopdracht voor de Eroscripta bijeenkomst in september. Thema anachronisme.


Heptets vloek

Zweetdruppels paarlen over Jennifer Carters gezicht. De hitte in Egypte heeft weer eens bijna onmenselijke temperaturen aangenomen. Nu, op het heetst van de dag, ontvluchten de meeste mensen dan ook met liefde de archeologische site nabij de piramides van Caïro. Maar Jennifer, achterkleinkind van de beroemde Howard Carter, blijft bij het 4400 jaar oude graf, juist nu. Zo kan zij in alle rust de unieke objecten bestuderen die in de tombe van de vroegere vrouwelijke officier Heptet gevonden zijn. De gouden, met groene jade bezette, gesp bijvoorbeeld, die ooit een lederen riem sierde die om Heptets ongetwijfeld bevallige middel zat. Of de dolk waarvan de handgreep is ingelegd met blauwe lapis lazuli dat helemaal uit Afghanistan afkomstig is.
De bewakers van het Egyptische ministerie van Oudheden zijn de enige andere levende personen die achtergebleven zijn. Vanuit hun met airco’s gekoelde wachtruimten houden zij iedereen in de gaten die het graf betreedt of uitkomt. Ook monitoren zij de beelden van de beveiligingscamera’s die in het graf staan en hangen. De mannen kennen de routine van Jennifer al door en door. Met een nimmer ontbrekende glimlach laten ze haar het graf betreden om vervolgens haar bewegingen rond de tombe op de tv-schermen te volgen. Jennifer geniet de hoogste archeologische bevoegdheid, welke haar door de minister van oudheden persoonlijk werd verleend. Het betekent dat zij alles aan mag pakken, mag bekijken en mag documenteren.

Met steriele handschoenen aan haar handen pakt ze de gisteren gevonden gesp op en draait hem ondersteboven. Zelfs de achterkant is met ongelooflijk veel zorg gemaakt. De handwerklieden uit vroeger tijden waren geweldige vaklui die hedendaagse edelsmeden misschien nog wel het een en ander zouden kunnen leren. Jennifer doet nauwkeurige metingen van het voorwerp en tekent het onderaanzicht op een nieuw papier van haar klembord. De dolk ondergaat enige tijd later eenzelfde nauwgezet onderzoek. Zodra zij hiermee klaar is legt Jennifer beide voorwerpen in een speciale, beklede, transport kist. Er is nog genoeg tijd om een volgend voorwerp uit de tombe op te diepen en aan een onderzoek te onderwerpen, voor de meute van hun siësta terugkeert.

Met een pincet tilt Jennifer een loszittend deel van de windselen op en kijkt wat er onder zit.
Tot haar verbijstering ligt er een staafvormig object met een afgeronde top. Waar de top overgaat in het rechte deel van de staaf is een gleuf gemaakt. Jennifer kan de gedachte niet onderdrukken dat het ding grote gelijkenis vertoont met een hedendaagse vibrator. Nog nooit eerder is een dergelijk voorwerp in een Egyptische graftombe gevonden. Hoofdschuddend dwingt zij zichzelf tot kalmte. Eerst observeren en registreren, dan pas conclusies trekken, herinnert zij zichzelf nog maar eens een keer. Honderden keren heeft zij dat al tegen anderen moeten zeggen als de emoties of speculaties te hoog opliepen. De staaf lijkt van een zwarte steensoort te zijn gemaakt die, ondanks de millennia die hij hier heeft gelegen, nog een onmiskenbare glans vertoont. Jennifer legt de met de pincet opgepakte windsels aan de kant waardoor het object in zijn volle lengte zichtbaar wordt. Voorzichtig buigt zij zich over het ding om het eerst maar eens gewoon van dichtbij te bekijken. Met een ruk recht zij haar rug weer als zij denkt aan de onderkant van de staaf een schroefdop te herkennen.

“Nee, nee, nee. Dit kan niet waar zijn,” roept zij geschrokken. “Dit bestaat niet!”
De praatjes die al eeuwen de ronde doen over tijdreizigers, of buitenaardse wezens, die de Egyptenaren bezocht zouden hebben en waarvan mogelijk hiërogliefen zijn opgetekend, gaan in een razend tempo door Jennifers gedachten. Zou het dan toch…?
Er is maar één manier om het zeker te weten. Als de dop zich laat openen moeten er restanten van batterijen in het inwendige te vinden zijn. Met bevende handen pakt Jennifer de staaf tussen de windsels vandaan. Het gewicht van het ding is beduidend groter dan haar eigen kunststoffen speeltje voor momenten dat de slaap niet wil komen. Voorzichtig probeert zij de dop iets te draaien… Een gilletje ontsnapt aan haar mond als de staaf trillend tot leven komt. En bij de vibrator alleen blijft het niet. De windsels bewegen ook, zij ziet het duidelijk. Haar voeten willen haar lichaam naar de uitgang van het graf brengen, en rap ook, maar blijven als aan de grond genageld staan. Jennifer ziet hoe een perfect gevormde vrouwenhand tussen de windsels door naar boven komt. De pols, de onderarm, alles ziet er normaal uit. Een tweede hand wordt ook zichtbaar. Beide handen gaan op de tast naar de rand van de stenen tombe en pakken hem vast. Dan komen de windsels, aan de kant waar het hoofd van Heptet zit, omhoog. Jennifers mond wordt droog, haar hart racet en haar ademhaling is gejaagd, als langzaam een vrouwengezicht tussen de afbrokkelende windsels zichtbaar wordt.
Stukje bij beetje komt het prachtige, en naakte, lichaam tevoorschijn. Het lijkt net alsof de vrouw uit bad stapt. Jennifer is overdonderd door de schoonheid van de vrouw. Heptet stapt uit de tombe en komt naast Jennifer staan. Beide vrouwen zijn nagenoeg even lang en kijken elkaar kort, maar indringend in de ogen. Alle angst die aanvankelijk Jennifers lijf in bezit had genomen vervliegt terstond om plaats te maken voor een mysterieuze soort volgzaamheid. Als Heptet haar hand uitsteekt legt Jennifer daar, willoos als een pop, de nog altijd trillende vibrator in. Er verschijnt een lach op Heptets gezicht, alsof zij een oude bekende weerziet.
“Jou heb ik een tijd niet tussen mijn benen gehad, kleine speelkameraad van mij.”
Terwijl ze ziet hoe Heptet het speeltje over haar huid in de richting van haar schaamstreek beweegt gaat er rillingen door Jennifers lijf. Het zijn duidelijk rillingen van genot, haar stijve tepels zijn de stille getuigen daarvan.
“Kleed je uit, Jen!” klinkt het scherp uit Heptets mond.
Nauwelijks verbaasd dat Heptet haar naam kent begint Jennifer haar kleren, al even willoos, uit te trekken. Enkele tellen later staat zij net zo naakt als Heptet in de kleine stenen ruimte die duizenden jaren Heptets stille donkere graf is geweest. Jennifer kan haar opwinding niet langer bedwingen en knielt voor de ranke, mooie vrouw op de grond om vervolgens haar hoofd in Heptets schaamstreek te duwen. Haar tong gaat gulzig op zoek naar Heptets kleine genotsknopje dat tussen haar schaamlippen verstopt zit. Bij het eerste contact ontsnapt er een diepe zucht uit Heptets mond.
Met haar hand druk ze Jennifers hoofd nog wat krachtiger in haar kruis en spreidt haar benen een beetje om nog meer genot te kunnen ontvangen. Jennifers tong voelt hoe Heptets clitoris harder wordt en proeft al snel het zacht zilte vocht dat tussen Heptets schaamlippen door een weg naar buiten zoekt.
Het is voor het eerst van haar leven dat zij de opwindende sappen van een andere vrouw proeft en het verbaasd haar hoe lekker het smaakt. De zacht dwingende kracht waarmee Heptet haar hoofd in Heptets schoot drukt, draagt alleen maar bij aan het geile gevoel dat door Jennifers lijf bruist.
Met lange halen likt zij de schaamlippen van de Egyptische dik en nat, tot Heptet haar kleine zwarte zoemende speelkameraadje tussen haar kutlippen drukt en zich overgeeft aan de trillingen die tot diep in haar buik voelbaar zijn.
“Kom naast me liggen,” gebiedt zij Jennifer, terwijl zij zelf ook op de harde stenen vloer van de grafruimte gaat liggen.
“Druk je bovenbeen in mijn kruis. Stevig!” zegt Heptet, terwijl zij haar kameraadje voor haar schaamstreek houdt.
Met haar gezicht vlakbij dat van Heptet komt Jennifer snel in de gewenste houding liggen en duwt haar bovenbeen tegen de kleine speelkameraad. Zodra de druk hoog genoeg is, en het genot evenredig in Heptets onderlijf toeneemt, laat zij het apparaatje los en pakt met beide handen Jennifers hoofd vast en trekt het naar haar gezicht.
Twee paar lippen raken elkaar voor een voorzichtige kus. Al snel gaan twee tongen op zoek naar de ander en draaien wellustig rondjes om elkaar heen. Een van Heptets handen gaat op de tast naar Jennifers tepels en speelt er plagend mee door erin te knijpen, eraan te trekken en dan weer zachtjes te strelen. Jennifer sluit haar ogen en laat deze vloedgolf aan nieuwe ervaringen zacht kreunend op haar inwerken. Onwillekeurig gaan haar vingers op zoek naar Heptets tepels en spelen er vervolgens al net zo ondeugend mee. Hun geile kreungeluiden weerkaatsen tijdens hun hete spel haast onophoudelijk tegen de kille wanden van de met hiërogliefen versierde ruimte. Ze zoenen, likken, vingeren en wrijven met hun kutjes tegen elkaar. Ook delen ze het zoemende kleine zwarte kameraadje, tot bij Jennifer een orgasme aan komt waaien als een hete stofstorm in de woestijn.
De blik in Heptets ogen verandert naar een intensiteit die Jennifer laat schrikken.
“Ga je komen, kleine heks?” sist Heptet, “Niet voordat ik aan mijn gerief ben gekomen!”
Voor ze het weet omvatten Heptets handen Jennifers keel en drukken die dicht. Door de acute ademnood neemt haar geilheid nog een paar tellen eerder toe dan af, maar maakt dan plaats voor angst. Doodsangst zelfs. Maar hoe ze ook vecht tegen Heptets handen, het lukt haar niet om ze los te krijgen. Na een akelig lange tijd vernauwt haar blik zich, tot het geluid wegsterft en er een onheilspellende duisternis intreedt.

Als door een wesp gestoken komt Jennifer los van de kussens waar ze met haar hoofd op heeft gelegen. De adem giert door haar luchtpijp haar longen in. Met wijd opengesperde ogen kijkt zij, hoestend en met beide handen om haar hals tastend, de wereld weer in. De stoffige millennia oude tombe heeft ‘opeens’ plaatsgemaakt voor een ziekenhuiskamer. Heptets handen zijn weg, net als haar gezicht met die enge blik, gelukkig. Daarvoor in de plaats is het bezorgd kijkende gezicht van Malcolm Delfrish gekomen samen met een bonkende hoofdpijn op die Jennifer onmiddellijk, van de pijn kreunend, terug in de kussens laat zakken.
“Rustig, rustig nou,” kalmeert Malcolm, haar trouwe assistent, haar. “Blijf nou liggen! Je hebt een flinke hersenschudding opgelopen toen je je hoofd zo stootte aan het plafond van de tombe.”
“Hoofd stootte?” kreunt Jennifer, die nog niet helemaal begrijpt wat er precies gebeurd is, maar nu wèl snapt waar de hoofdpijn door komt.
“Ja, gelukkig keken de bewakers op dat moment naar de monitoren. Je ging plotseling rechtop staan. Het leek wel of je een stroomstoot kreeg, zeiden ze. Daarbij sloeg je met je hoofd tegen het plafond en smakte vervolgens op de grond.“
“En Heptet dan?” wil Jennifer weten.
“Heptet? Nou… uh, die ligt nog gewoon in haar graf hoor,” antwoordt Malcolm, die dolgraag wil weten waarom Jennifer zo abrupt rechtop ging staan, maar de stem van een verpleegkundige onderbreekt hun gesprek echter.
“Meneer, het is tijd om de patiënte alleen te laten. Zij moet rusten.”
“Oh, maar natuurlijk. Dan zie ik je vanavond wel weer, Jennifer. Uuuh… vóór ik ga… je persoonlijke spulletjes, horloge en zo, heb ik in het bovenste laatje van je nachtkastje gelegd. Beterschap, tot vanavond.”
Als de kamerdeur zich achter Malcolm en de verpleegkundige heeft gesloten, keert de rust in de ziekenhuiskamer terug. Vóór Jennifer zich aan haar vermoeidheid over wil geven trekt ze het laatje van haar nachtkastje open om te zien welke persoonlijke spulletjes Malcolm precies bedoelde. Ze ziet  inderdaad haar horloge, haar halskettinkje… en een zwart staafvormig object met een afgeronde punt! In haar hoofd galmt plots de bijna satanische stem van Heptet: ”Doe je ogen maar dicht, meisje, dan kom ik je lekker in je dromen opzoeken! Ha, ha, ha, ha!!!!”

© Thislexy, 2018.

Andere verhalen bij dit thema vind je hier .

woensdag 4 juli 2018

Nacht 666


EroScripta opdracht voor bijeenkomst in juli.

Duister nachtboek,

Afgelopen nacht een heerlijke nacht beleefd. Ik liep aanvankelijk een beetje verveeld bij te komen op het dak van het Telegraafgebouw in Amsterdam toen er opeens een bestelbusje in volle vaart tegen de gevel aanreed. De bestuurder stapte uit om vervolgens dat busje in de hens te zetten. Het had wel wat vond ik. Je snapt soms niet wat die lopende bloedbankjes allemaal bedenken.
Terwijl ik vanaf de dakrand zat te kijken hoe de halve gevel zwart blakerde kwam Hestia aanvliegen. Zij is, samen met de Rayin-clan, onderweg naar het zuiden, om zo die verrekte middernachtzon in Scandinavië te ontvluchten, zei ze.
Het zal niet, dacht ik toen ze op het dak landde, die teef geilt op alles wat brandt. Ze kwam naast me staan om ook naar het vuur te kijken. Veel te vroeg naar haar zin wisten de Amsterdamse spuitgasten de vlammen te doven. Beteuterd kwam ze naast me zitten en had het erover dat haar vlammetje nog niet gedoofd was. Eerst dacht ik: niet weer hè, maar het blijft een lekker ding. Het was ondertussen al weer zo’n tachtig jaar geleden dat we voor het laatst geneukt hadden, zei ze. Daarna zei ze nog meer dingen, maar ik hield mijn aandacht toen nog bij dat gedoe op de grond.

Op een gegeven moment was de brand voorbij, waren de zwaailichten gedoofd en het geluid van mobilofoons verstomd. Onze kleren lagen verspreid over het dak. Als een krols vleermuisje schuurde zij haar naakte lichaam zachtjes tegen het mijne en wreef met haar venusheuvel tegen de zijkant van mijn been. Haar mond smaakte nog naar het bloed van haar laatste slachtoffer. Met haar rechter hand omvatte zij mijn pik en trok mij zalig af.
“Kom bovenop me zitten,” zei ik.
Genoeglijk bleef zij liggen, de warmte van mijn lijf en de greep om mijn lid koesterend.
Ik pakte een handvol van haar prachtige witte haar en gaf er een ruk aan.
“Nu!”
Eerst ontsnapte er een lange kreun aan haar lippen die de ramen van de bovenetage lieten trillen, maar toen bewoog ze dan toch haar gracieuze lichaam als een panter op zoek naar een prooi in het duister van de jungle. Al snel zat zij schrijlings op mijn schoot.
“Toe maar,” zei ik.
Zij tilde haar romp omhoog tot er genoeg ruimte tussen mijn schoot en haar kruis was. Toen bracht zij met één hand mijn pik vóór de ingang van haar kut en liet haar romp weer zakken. Haar geile kutsap werkte als het juiste smeermiddel waardoor mijn pik gemakkelijk, maar toch met genoeg weerstand, tussen haar lippen verdween. We kreunden allebei, beneden flikkerden de restanten van een kapot raam op straat.
“Ooooh, wat zalig is dit. Wat heb jij nog steeds een lekkere pik!” riep zij.
“Handen achter je hoofd, ogen dicht en jezelf neuken,” droeg ik haar op.
Gehoorzaam van geilheid voldeed zij zowaar aan mijn wensen. Op en neer ging haar lichaam vóór mij, terwijl ik op mijn rug lag te genieten van het opwindende schouwspel en geile gevoel. Als een amazone bereed zij mij, haar haren wapperend in de wind. De souplesse van haar lijf maakte dat zij lange halen kon maken, mijn eikel bleef keer op keer nèt nog in haar schede als zij op ging. Bij het neer gaan, kuste haar clitoris steeds even kort mijn schaamhaar. Haar parmantige borsten wipten in een hypnotiserende cadans op en neer. Ik verdronk bijna in mijn gevoel van gelukzaligheid.
Gaandeweg werden haar op-en-neergaande bewegingen schokkeriger en haar ademhaling gejaagder. Haar hoofd viel steeds vaker eventjes achterover, opgaand in totale geilheid. De krampjes die door haar kut schoten maakten mijn pik nòg harder dan hij al was.
Niet veel later maakte ik de duim van mijn rechter hand nat met wat speeksel en drukte hem onverwachts op haar clitoris. Haar blik was op de mijne gefixeerd. Ik keek rechtstreeks en diep in haar zielloze wezen. Terwijl ik haar kittelaar masseerde danste zij op-en-neer in mijn schoot, om even later vloekend en jammerend aan een haast onbeheersbaar orgasme toe te moeten geven. In de straat achter ons ging bij een paar auto's het alarm af.

“Pak mijn fles even uit mijn jas,” zei ik, toen ze weer een beetje bijgekomen was. Ik bedoelde de fles met bloed uiteraard, dat ik gisteren opgevangen had toen ik dat jonge grietje aan bloedarmoede liet overlijden. Omdat Hestia bovenop me zat, kon ik er zelf niet goed bij. Traag gleed zij van mijn pik, die nat was van haar geil, kroop op handen en voeten richting mijn jas en haalde daar de fles met het donker rode vocht uit.
“Sommige dingen verander je ook nooit, hè?” zei ze, wetend van mijn eeuwenoude gewoonte om ‘wat te bewaren’. Ik lachte om de herkenning en zette de fles aan mijn mond.
“Dat was lekker,” zei ik, terwijl ik de lege fles, na de hele inhoud langs mijn huig gespoeld te hebben, aan haar teruggaf. Een ondeugende lach verscheen op haar gezicht.
“Wat? Het bloed of het neuken?” vroeg zij.
“Bloed,” zei ik.
Ze trok de wenkbrauw boven één oog op en keek mij quasi verongelijkt aan.
“Het neuken was hels, als altijd met jou,” antwoordde ik droog.
“Lul!” zei ze, voordat een prachtige lach op haar gezicht verscheen.
Ik pakte haar opnieuw bij haar haar en trok er stevig aan waardoor zij gedwongen werd haar hoofd naar achteren te doen.
Meneer Lul, voor jou!” riep ik.
“Meneer Lul,” herhaalde zij gehaast, in de hoop snel aan de pijn te mogen ontsnappen.
“Goed zo! Dan mag je nu op handen en knieën gaan zitten,” zei ik nadat ik haar haar had losgelaten.
 Verbaasd keek ze mij even aan, toen ging haar blik naar mijn pik.
“Jep, nog steeds in de houding,” merkte ik -niet geheel zonder trots in mijn stem- op.
De begeerte in haar werd meteen weer wakker en liet haar als een panter in het hoge gras over het dak bewegen. Luttele momenten na mijn opdracht keek ik tegen twee prachtige blanke billen aan, die gedragen werden door twee slanke maar gespierde dijen. De kleur van haar kontgaatje stak zelfs in het beperkte licht van de nacht enigszins af bij de teint van haar bleke huid en werd zo een mooi richtpunt voor mij. Daaronder puilden haar volle schaamlippen uit en ik weet zeker dat bij wat meer maanlicht haar geil mij tegemoet had geglinsterd.
Ik maakte mijn duim, die net nog tegen haar klitje duwde, opnieuw nat met speeksel en zette hem toen tegen haar roosje. Met een ruk draaide ze haar hoofd om en keek mij aan.
“Wil je… uhh…?”
“Ja… lekker toch?” vroeg ik met gespeelde verbazing in mijn stem.
Zonder op haar antwoord te wachten gaf ik met een knik aan, dat zij weer naar voren mocht kijken. Meteen daarna drukte ik mijn duim bij haar naar binnen. Ik bewoog hem een paar keer in en uit, wat een heerlijk geil geluid maakte. Toen ging ik op mijn knieën achter haar zitten en schuurde met mijn eikel op en neer vanaf haar clitoris, langs haar schaamlippen, haar bilnaad in, tot net boven haar roosje. Mijn pik reageerde erop door nog iets harder te worden. Na deze beweging een paar keer van boven naar beneden, en weer terug, herhaald te hebben hield ik mijn eikel stil bij haar kontgaatje. Rustig duwde ik de punt van mijn eikel bij haar naar binnen. Het pantertje kreunde zachtjes.
“Ik ga je in je kont neuken, geil mormel,” zei ik.
Het pantertje kreunde al iets harder.
“Ik ga je neuken tot je weer schreeuwend klaarkomt,” verzekerde ik haar.
‘t Pantertje greep met beide handen de dakrand vast.
“Ga door!” riep ze.
Alsof ik aanmoediging nodig zou hebben! Mijn eikel was inmiddels binnen, nu de dikke stijve schacht nog. Met kleine voor- en achterwaartse bewegingen stootte ik mijn pik centimeter voor centimeter verder. Haar kringspier bracht precies het gewenste knellende gevoel rond mijn stijve teweeg.
“Mijn duiveltje, mijn duiveltje, wat ben je na al die decennia nog lekker strak,” zei ik, háár eerdere compliment parerend. Het pantertje kreunde, trots en bevestigend. Dit kwam toch verdomd dicht bij een heerlijk hel-op-aarde gevoel, vond ik.

Zo voorzichtig als een ruimtecapsule die bij het ISS ruimtestation aankomt botsten mijn bovenbenen tegen haar billen aan. Erg lang duurde de koppeling niet, al snel begon ik aan de separatie die gepaard ging met een zacht slurpend geluid en op de achtergrond een lange doffe kreun uit de mond van dat heerlijke vampiervrouwtje dat ik nu al eeuwen ken.
Vlak voordat mijn pik helemaal uit haar kontje zou glijden voelde ik dat zij haar kringspier aanspande en zo mijn eikel binnenhield. Dat bloedzuigertje is nog steeds een pro! Mijn handen zette ik op haar heupen en met een forse ruk trok ik haar lichaam tegen het mijne aan. Soepel gleed mijn pik haar kontje weer in, tot haar billen opnieuw tegen mijn bovenbenen aan kwamen. Toen trok ik mij net zo snel weer terug, waarna de cyclus zich herhaalde.
“Dit is zóóóó geil,” wist ik uit te brengen, terwijl ik haar in een gestaag tempo in haar kont neukte.
Een door gekreun onverstaanbaar geworden antwoord kwam er van haar terug. Ik sloeg er geen acht op en voerde het tempo zelfs nog een heel klein beetje op. Ritmisch kletsten onze lijven onophoudelijk tegen elkaar aan. Het hele Telegraafgebouw dreunde met ons mee.
De ongelooflijk opwindende ooh’s en aah’s uit haar mond werden gaandeweg luider en luider. Rijkswaterstaat sloot gehaast de Coentunnel omdat de lichtbakken uit het tunnelplafond donderden. 
Niet eerder werd ik verbaal zo verwend door iemand, of iets, waar ik seks mee had.
“Streel je klit!” beet ik haar toe op het moment dat ik mijn orgasme aan voelde komen.
Nauwelijks een paar stoten later barstte de bom en spoot ik mijn zaad in haar geile kontje. Stoot na stoot gutste het mijn pik uit tot ik alleen nog kleine stootjes kon geven die niks meer opleverden. Zeiknat van het zweet liet ik mijn bovenlijf op haar rug neerkomen en zette mijn handen aan weerszijde van haar lijf, op het dak. Hijgend genoten we zo samen na, tot ik voelde dat mijn pik begon te slinken en uit haar kont gedrukt dreigde te worden. Toen richtte ik mij op tot ik opnieuw op mijn knieën achter haar zat. Zonder moeite te hoeven doen gleed mijn pik uit haar kont, waarbij de nodige valse lucht ontsnapte en we allebei in de lach schoten van het geluid.

Ellendig nachtboek, ik heb besloten met haar mee te gaan naar het zuiden. Morgen Parijs, overmorgen Casablanca. Vandaar zien we wel weer. Morgen dus eerst maar even mijn voorraad aanvullen met echte Parijse ‘rode wijn’. Nu snel mijn kistje opzoeken, het wordt al weer vroeg licht.


© Thislexy, 2018.

Andere inzendingen lees je .

woensdag 14 maart 2018

Tuin der kwellingen

EroScripta bijeenkomst maart 2018. Thema: het schilderij Tuin der lusten van Jeroen Bosch.


“Kom hier!” Kort en dwingend klinkt de opdracht, hees, uit de mond van mijn godin. Haar stem haalt mij uit mijn gedachten die net nog waren afgedwaald naar mijn wasverzachter. Want zo ruikt het hier, naar lentebloesem, of misschien is het een soort wierook. Het maakt ook niet uit.
Aarzelend doe ik een stap naar voren. Nou ja, stap? Het is meer een stapje. De stalen boeien om mijn enkels laten een gewone stap niet toe. Met haar koele handen pakt ze mij bij mijn scrotum en trekt mij nog een beetje dichter naar zich toe.
“Wat ben je voorzichtig, slaafje,” gniffelt zij, “bang voor wat er komen gaat?”

Nog voor ik mijn mond kan openen om beleefd antwoord te geven, geeft zij een keiharde ruk aan mijn klokkenspel. Mijn handen willen naar voren schieten om mijn handeltje te beschermen, maar de armbinder, een lederen hoes die mij eerder al door haar is omgedaan, houdt ze gevangen op mijn rug. Kreunend van de pijn zak ik iets door mijn knieën waarop mijn heerseres het zaakje loslaat en mij minachtend om mijn gekreun aankijkt. Terwijl ik mijn rug weer recht, pakken haar handen een dikke, zware, glimmende metalen ring van een tafeltje naast haar troon. Ik slik. Kleine zweetpareltjes beginnen zich in mijn nek en op mijn voorhoofd te vormen. De ring bestaat uit twee delen die middels een inbusbout bij elkaar worden gehouden. Met een inbussleutel opent zij de twee helften. Dan drukt zij het koude staal tegen mijn perineum en sluit de ring om de huid van mijn scrotum.
Het gewicht van de ring rust op mijn ballen, helemaal als mijn godin de inbusbout weer vastgedraaid heeft en de ring niet meer met haar handen ondersteunt. De huid in mijn kruis wordt aan alle kanten strakgetrokken door dit martelwerktuig. Een zeurderige pijn in mijn onderbuik komt tot ontwikkeling. Zes verstelbare schroeven, elke met aan beide uiteinden een scherpe punt, prikken aan de binnenkant van mijn dijen. De schroeven zullen straks ongetwijfeld naar binnen worden gedraaid, net als bij voorgaande keren. Dan prikken ze minder aan de binnenkant van mijn benen maar zullen daarentegen de tere huid van mijn zaakje doorboren, zowel hemelse als helse pijnen veroorzakend.
Tevreden kijkt mijn godin mij aan. Haar blik verraadt haar sadistische intenties waardoor ik weet dat er nog uren van heerlijke kwellingen, zeg maar gerust folteringen, vóór mij liggen. Mijn godin pakt een hondenriem en gespt het uiteinde aan de d-ring die onderaan de armbinder zit. Dan leidt zij de ketting van de riem tussen mijn benen door, naar voren en neemt de lederen lus in haar hand.
“Het is tijd. Volg!” hoor ik haar zeggen.
Na een ruk aan de ketting, waarbij mijn ballen nog eens extra tegen de ring worden geduwd, zet ik mij kreunend in beweging. De enkelboeien voorkomen niet alleen dat ik grote passen kan nemen, maar ook dat ik niet wijdbeens kan lopen waardoor de prikkers aan de binnenkant van mijn dijen meteen al behoorlijk pijnlijk langs mijn huid schuren. We stappen de lift in, zo’n halfrond glazen aquariumpje dat tegen de buitenkant van een gebouw geplakt lijkt te zitten, en dalen af naar de begane grond.

We stappen de lift uit, naar buiten, waar zich een bonte stoet van godinnen met hun slaafjes heeft gevormd. Hoewel zich vast en zeker al kleine straaltjes bloed langs de binnenzijde van mijn bovenbenen hebben gevormd denk ik dat ik eigenlijk niet mag klagen. Sommige andere slaafjes zijn veel zwaarder behangen met foltermiddelen en lopen kreunend en jammerend achter hun godinnen aan. Gaandeweg ontstaat er een wijde kring van mensen die kijken en bekeken worden. Het is mooi weer, niet te warm, niet te koud. Sommige godinnen nemen hun slaafje mee naar de vijver in het midden van het veld om hen met waterplay kennis te laten maken.
Aan handen en voeten geketend worden de slaven onderwater geduwd tot zij zo hevig spartelen dat het water de godinnen om de oren spat. Dan pas worden ze weer bovenwater getrokken en kunnen ze dankbaar, hoestend en proestend, weer adem halen. Zonder specifieke aanleiding ontstaat een sinister spel. Het vermaak voor de godinnen lijkt eruit te bestaan om hun slaafje een zo blauw mogelijk gezicht te laten krijgen. Voor één van de geketenden lijkt het spel bijna fataal af te lopen.
Hij moet van de verdrinkingsdood gered worden door twee ehbo-godinnen. Zijn eigen godin geeft hem een pak ransel zodra hij weer een beetje bij zijn positieven is. Logisch, want aanvankelijk dacht zij het spel gewonnen te hebben met een slaaf die het langste onderwater kon blijven, maar zijn verdrinken wordt door de andere godinnen als valsspelen betiteld en dus krijgt hij daar de schuld van. Mijn godin kijkt van een afstandje toe, maar slaat -tot mijn grote opluchting- het waterspel over. Wel neemt zij mij mee naar een belendend grasland waar de godinnen met elkaar ervaringen uit kunnen wisselen. Om daar te komen moeten wij helaas een haag met brandnetels door. Mijn godin gaat voorop. Gekleed in haar leren outfit hebben de netels geen enkel effect op haar. Hoe anders is dat bij mij. Mijn blote lijf, mijn armen daargelaten, verkleurt rood onder de stekelige liefkozing van duizenden brandnetelblaadjes. Met het gevoel aangevallen te zijn door een wagonlading schaamluis stap ik uiteindelijk het glasland op. Hoe graag zou ik mij nu aan cold-waterplay overgegeven hebben. Maar mijn godin heeft nu even geen oog voor mij.
Gezellig keuvelend met andere godinnen vertelt zij over mijn soms hilarisch slecht verlopen training tot haar slaafje. Over die keer dat ik werkelijk had bedacht dat mijn pijnlijk gehavende pik erbij gebaat was om hem met tijgerbalsem in te smeren, of die keer dat mijn buttplug naar binnen schoot en ik de vernedering moest ondergaan om hem door mijn huisarts eruit te laten halen. En ook zeker die ene keer dat ik ’s nachts poedelnaakt op straat een selfie moest maken en achter mij de voordeur in het slot viel blijft niet onvermeld.
De godinnen lachen wat af terwijl ik het liefste ter plekke door de grond wil zakken. De gesprekken duren en duren maar. Het enige voordeel is dat de jeuk langzaam, tot enigszins verdraagbare proporties, afneemt. Mijn benen daarentegen dreigen in slaap te vallen van het lange stilstaan. Gelukkig besluit mijn godin op een gegeven moment, na opnieuw een ruk aan de riem, dat we naar een ander deel van het evenement vertrekken.

“Nu gaan we pas ècht plezier maken, slaafje van me,” lacht mijn godin mij toe.
Haar lachje zegt mij genoeg, de rillingen lopen al over mijn rug. Zij zal vooral plezier beleven, ik mag het haar verschaffen door -genotvol en met genoegen- te ondergaan wat zij voor mij in petto heeft. Mijn godin trekt mij mee naar een gebouw met een ouderwetse grote houten poort. Het lijkt wel de deur naar een kasteel of een kerk. We treden binnen. Een korte gang leidt ons naar een kolossale, vrij donkere, ruimte. Brandende toortsen en kaarsen verlichten het geheel maar matig.
Mijn ogen hebben tijd nodig om aan de duisternis te wennen. Licht is er dan misschien met mate, maar geluid zeker. In overvloed zelfs. Ik hoor de impact van zwepen en ander slagmateriaal die op blote huid neerkomen, gerammel van kettingen en veel gekreun en gekerm van de slaafjes die al dat fijns mogen ondergaan. Een eindje verder in de ruimte staat een schavot waar mijn godin mij naartoe voert.
Ik word er door haar aan vastgezet, met in eerste instantie alleen mijn hals. Daarna zijn mijn enkels aan de beurt. De enkelboeien worden van elkaar losgemaakt waardoor de pijn in mijn dijen weer even alle aandacht opeist. Dan worden de boeien aan twee metalen ogen in de vloer geketend en kan ik helemaal geen kant meer op. Door het lopen -en die vermaledijde stalen ring die nog steeds om mijn scrotum zit- zien mijn dijen vast en zeker uit als tartare de boeuf. Nu mijn romp horizontaal naar voren hangt prikken de stalen punten gelukkig beduidend minder in mijn vlees. Als ik eerst maar eens een zucht van verlichting heb geslaakt, merk ik dat mijn pik in het gelid wil gaan staan. Geile gedachten nemen de plek van mijn eerdere zorgen in. Mijn godin merkt het meteen. Zij neemt mijn pik in haar hand en begint mij af te trekken.
“Ik weet hoe geil je altijd wordt als ik je vastzet, slaafje. Laat hem maar groeien, het mag.”
Na een beleefde dankzegging aan het adres van mijn godin laat ik hem dan ook onverwijld tot wasdom komen, voor zover de zware ring het toestaat. Ik geniet van haar hand die krachtig en rustig over mijn eikel en langs de schacht glijdt. Van genot sluit ik mijn ogen die ik een tel later wijd opensper als mijn godin de schroefjes in de ring naar binnen begint te draaien, de huid van mijn zak  daarbij zes keer doorborend. Ik wil bij elk schroefje opspringen maar de constructie waarin ik vastzit voorkomt dat. Dit is een zoete kwelling van het zuiverste water vermenigvuldigd met het besef dat dit nog maar het begin is.
Mijn godin gebiedt mij even te wachten -ik heb geen keuze- en haalt er andere godinnen en hun slaafjes bij. Er wordt gesmoesd en gelachen. Ze praten over en lachen uiteraard om mij, maar door al het gekerm en gekreun in de rest van de ruimte kan ik er niets van verstaan. Ik laat het maar over mij heen komen. Een schreeuw, meer van schrik dan van iets anders, ontsnapt aan mijn mond als iemand onverwachts een klodder van een of ander koud spulletje tussen mijn billen smeert.
De omstanders gieren het uit en ik schaam mij kapot om mijn verwijfde reactie. De hand smeert,
ik vermoed dat het vaseline is, niet al te kieskeurig in de rondte en vergeet daarbij mijn krappe anus niet.
De behandeling is niet zonder gevolg, mijn pik barst bijna uit zijn vel van opwinding. De hand verdwijnt weer om even later plaats te maken voor twee handen. Ze zijn beduidend ruwer en pakken mij bij mijn heupen. Er staat iets te gebeuren, ik voel het gewoon, waardoor mijn hartslag toeneemt. Dan probeert iemand zonder al te veel omhaal zijn pik ik mijn kontgaatje te laten verdwijnen. Ik krijs van schrik, afschuw en een korte felle pijnscheut, maar het lukt hem om mij te penetreren.
Met zijn handen nog steeds op mijn heupen trekt hij mij bij iedere stoot hard tegen zich aan.
De vernedering, het schaamtegevoel en de geilheid vermengen zich in mijn hoofd tot een oncontroleerbare brei van gedachten en gevoelens.
Niet veel later voel ik zijn pik pulseren. Zijn hoogtepunt nadert snel, maar vlak voordat hij klaarkomt wordt hij letterlijk van mij af getrokken en naar een kleine verhoging vóór het schavot gedirigeerd.
“Schoonlikken!” gebiedt mijn godin, terwijl er een pik, nog druipend van voorvocht en ander residu, voor mijn ogen verschijnt. Ik schrik merkbaar en schud mijn hoofd in ontkenning. Door een flinke mep tegen mijn ballen verschaft mijn mond ongewild toch toegang tot het meest afschrikwekkende idee ooit. Ik heb geen keuze, maar dat wil ik eigenlijk ook niet. Ik wil alleen maar ondergaan. En dat ondergaan doe ik, terwijl inmiddels pik nummer twee bij mij binnendringt.
Af en toe kokhalzend ontdoe ik de eerste pik van alle ongerechtigheden, tot alleen nog mijn speeksel hem een glanzend aanzien geeft bij het weinige licht. Pas dan wordt de slaaf afgevoerd, om plaats te maken voor nummer twee die ook net weer bijna zijn lading zaad in mijn darmen leegde. Zo gaat het een hele tijd door, tot ik zelfs de tel kwijtraak. De pikken lijken steeds dikker te worden, of het voelt alleen maar zo omdat mijn anus allengs gevoeliger wordt van al dat geneuk. Mijn eigen pik staat nog steeds strak van al dat plezier, ik wed met mezelf dat er al bakken voorvocht uit zijn gelekt. Ik heb natuurlijk de stille hoop dat ik straks door mijn godin afgetrokken wordt, als beloning voor de vernederingen en pijn die ik ondergaan en geleden heb, maar net als ik mijn gedachten daar over laat gaan breekt er groot tumult uit. Mensen rennen langs ons heen en schreeuwen moord en brand. Hoewel? Sorry, dat is niet helemaal accuraat; moord niet, brand wel.
Er is verderop brand uitgebroken!! De vlammen komen gestaag dichterbij. Mijn godin heb ik niet in mijn gezichtsveld, dus roep ik haar en smeek haar om mij los te maken voordat de vlammen mij zullen verteren. Maar hoe hard ik ook roep, er gebeurt niets. Ik blijf met mijn hoofd en enkels vastzitten in en aan het schavot. Terwijl de hitte van het vuur mij in het gezicht slaat, ruk ik als een bezetene aan mijn boeien en probeer mijn hoofd tegen beter weten in door de opening terug te trekken. Ik jammer nog een ultieme keer om hulp als de eerste vlam mijn gelaat likt, en nog een keer, en weer een keer.

Fikkie staat kwispelend bovenop mijn borstkas en lebbert mij links en rechts in mijn gezicht.
Het duurt ettelijke tellen voor ik mij besef dat ik gewoon, thuis, in bed lig. Nou ja, gewoon? Laten we zeggen: badend in het zweet, een hartslag van honderdtachtig en met een odol van hier tot Tokyo. De naweeën van deze nachtmerrie ebben snel weg. Er zijn -helaas- geen schavot, geen godin, geen andere slaafjes. Wat blijft zijn de heimelijke wens om een prachtige, krachtige vrouw te mogen dienen en de wetenschap dat ik voortaan maar beter niet meer naar een tentoonstelling over het werk van Jeroen Bosch kan gaan.

© Thislexy, 2018.