maandag 17 oktober 2016

De onderhoudsbeurt -- Thewa #16.

“Scha-at? Schatje? Kom je even boven?” Haar stem klinkt poeslief. Tè poeslief zelfs. Iets klopt er niet. Maar wat? Terwijl ik langzaam de trap oploop neem ik in gedachten nog een keer de gebeurtenissen van vandaag door.

Ik werkte vandaag thuis want de monteur voor de c.v. zou langskomen voor het jaarlijkse onderhoud aan de ketel. Mijn wederhelft was naar het werk, de kinderen naar school en kwamen pas 's middags thuis.
Klokslag halftien ging de voordeurbel. Ik legde mijn werk terzijde en liep naar de voordeur. Mijn mond viel open van verbazing toen ik de deur open had gedaan. Vóór mij stond namelijk een aller aantrekkelijkst vrouwspersoon met een gereedschapskoffer in haar hand.
“Goe-je-morgen!” klonk het, nog voor zij iets kon zeggen, uit mijn eigen mond.
Zo enthousiast begroette ik monteurs maar zelden. Onmiddellijk had ik spijt dat ik er in slobberkleding en ongeschoren bijliep.
“Goedemorgen. Marlies Henegouwen, firma De Blauwe Vlam. Ik kom voor het ketelonderhoud.”
Haar stem, rauw en hees tegelijk, wakkerde een vreemd verlangen bij mij aan. Ik heb wat met vrouwen die een ander stemgeluid hebben dan de doorsnee huisvrouw. Als ze er dan ook nog zó uitzien als Marlies…
“Kom binnen. Je weet de weg naar boven vast wel te vinden?”
In alle woningen in onze wijk hangen de ketels op zolder tenslotte. Met een prachtige glimlach om haar mond knikte zij ter bevestiging. Ik keek haar na toen zij de trap naar de bovenverdieping opliep. In mijn kruis begon zich iets te roeren. Virtueel gaf ik mijzelf een draai om mijn oren, verliet het halletje en ging de woonkamer weer in.
Koffie! Schoot er toen door mijn hoofd. Ze wil vast wel koffie. Met iets lekkers erbij.
Ik kwakte een koffiekussentje in ons koffiepruttelmachientje en keek in de koelkast naar de voorraad vreterijen. Ik kwam niet verder dan twee vergeten Tompoezen van de Hema.
Het zou zo maar eens kunnen dat die hun maximale houdbaarheidsdatum aardig benaderden. Toch waagde ik het erop. Niet veel later stonden er twee geurige kopjes koffie samen met twee gebakschoteltjes -met elk een Tompoes erop- op een dienblad, klaar om door mij naar boven gebracht te worden. Gegeven de vaardigheid van de monteurs van De Blauwe Vlam kon ik het mij niet permitteren om eerst uitgebreid de badkamer te bezoeken en mij toonbaarder te maken. Voor je het wist waren ze namelijk klaar met hun onderhoudswerkzaamheden.
Zodra ik de eerste voet op de zoldervloer zette zag ik dat zij haar uniformjasje erbij uitgetrokken had. Het werk, wat toch vaak mannenwerk is, had haar een mooi gespierd uiterlijk opgeleverd. Opnieuw roerde er zich iets in mijn kruis. Alleen liet het zich deze keer niet met een virtuele handeling temperen.
“Koffie?” vroeg ik haar zo onnozel mogelijk, “Kon het niet laten er wat lekkers bij te doen,” loog ik er meteen achteraan. Toen ik met dat dienblad in mijn handen voor haar stond, steigerde mijn pik al tegen de stof van mijn slobberbroek aan.
“En dat lekkers… zit dat boven of onder het dienblad,” hoorde ik haar zeggen.
Ik kuchte een keer ongemakkelijk en wist me met mijn houding geen raad. Geilen op een mooie vrouw is tot daaraan toe, maar als zij dat merkte… dat was even wat anders. Bovendien wakkerde zij met elk woord dat zij uitsprak de bloedtoevoer naar mijn pik alleen maar nòg meer aan.
Met een verleidelijke lach om haar mond kwam ze eerst voor me staan, vervolgens hurkte zij en verdween deels uit het zicht achter het dienblad. Het volgende moment greep zij mijn pik door de stof van mijn broek heen beet.
Mozes! Die heeft kracht in haar handen, dacht ik bijna hardop. In een oogwenk lag mijn broek op mijn enkels en had ze mijn pik echt in haar handen.
“Hmm, dat is een flinke jongen,” zei ze.
Ik was zo overrompeld dat ik geeneens antwoord gaf. Wat heet; kòn geven. Ze trok mij af zoals geen enkele vrouw dat ooit gedaan heeft. Ik geloof dat ik sterretjes zag. Om niet met dienblad en al om te donderen, sloot ik mijn ogen. Helemaal toen ik voelde dat haar warme mond zich om mijn eikel sloot. Met moeite smoorde ik een kreun achterin mijn keel. Nadat haar mond de lust bij mij nog verder had doen stijgen, stopte ze abrupt en kwam weer overeind. Ik keek haar aan, verbaasd en verheugd tegelijk. Marlies had een dierlijke blik in haar ogen.
“Zet de koffie maar even aan de kant zou ik zeggen, want ik voel dat we eerst wat anders te lessen hebben!” zei ze en nam daarbij het dienblad al uit mijn handen.
Luttele hartslagen later lagen we, zoals ze dat zo mooi noemen, in de Master Bedroom in elkaars armen op bed en zoenden er lustig op los. Het ene na het andere kledingstuk moest wijken. Bij mij was dat zo gepiept; slobberbroek en T-shirt lagen in no time op de grond.
Met name haar uniformbroek, een model tuinbroek, liet zich wat lastiger bedwingen.
Marlies stapte daarom uit bed en voerde een striptease showtje voor mij op. Langzaam trok ze eerst haar uniformbroek uit, toen haar overhemd. Als een volleert danseres streelde ze haar flanken en ging daarna met haar handen door haar haren. Als in een roes keek ik haar aan, totaal vergetend dat ik eigenlijk maar een keurig -dertien in een dozijn- getrouwd mannetje was. Het volgende moment ontdeed zij zich als een ware cancan danseres van haar rode bh’tje, die zij naar mij toegooide. Met mijn ogen volgde ik haar handen die naar haar kruis afdaalden. Links en recht op haar heup haakte zij een vinger achter de smalle reepjes elastiek die voor- en achterkant van haar broekje bij elkaar hielden. Zodra de rode stof van het slipje een paar centimeter gezakt was, sprong haar half-stijve pik tevoorschijn.
Dit was geen originele Marlies, maar een omgebouwde Marco!

Ik weet niet of ik geschreeuwd heb, hetzij van verbazing, hetzij van afschuw. Het moet haast wel. Wat ik zeker weet is dat Marlies heel snel weer naar zolder verdween en even later aangekleed en al de trappen af stormde met de mededeling: “Uw ketel kan er weer een heel jaar tegen hoor!”
Daarna hoorde ik hoe de voordeur dichtsloeg. De rest van de dag heb ik braaf mijn werk gedaan, krampachtig proberend te vergeten wat er zich ‘s morgens had afgespeeld.
De kinderen kwamen thuis en gingen boven op hun kamer huiswerk maken. Even voor zessen kwam moeder de vrouw ook thuis. We gaven elkaar een zoen waarna zij naar onze slaapkamer ging om háár slobberbroek en T-shirt aan te trekken.

Met een ‘er-kan-dus-niks-bijzonders-aan-de-hand-zijn’ houding steek ik tòch voorzichtig mijn hoofd om de hoek van de deur en vraag: “Wat is er, liefje?”
Met een gezicht dat op onweer staat wijst zij op een rood bh’tje dat nog op de gekreukte lakens ligt…

© Thislexy, 2016.



zondag 2 oktober 2016

Inzending Heel Nederland Schrijft schrijfwedstrijd.

Onlangs heb ik meegedaan aan een schrijfwedstrijd georganiseerd door HeelNederlandSchrijft. Mijn inzending staat hier: http://www.heelnederlandschrijft.nl/lezen/uit-de-lucht-gegrepen-4422

Daarnaast heeft men alle inzendingen (bijna 400) voor deze schrijfwedstrijd in een boek gebundeld. Het boek is te koop via de website van HeelNederlandSchrijft.

De opdracht luidde: schrijf een kort verhaal (400 woorden max.) met het thema: Stel je voor dat...

Voor het gemak staat de tekst van mijn inzending hieronder.



Uit de lucht gegrepen.

Stel je voor dat er geen hemel is, het is gemakkelijk als je het probeert.
Geen hel onder ons, boven ons alleen maar lucht…”


Via het in-flight entertainment system, een paar dure woorden voor een ‘hoe-voorkom-ik-verveelde-passagiers-knoppendoosje’, luister ik naar de rustige tonen van John Lennon’s liedje Imagine.
Zo’n dikke tien kilometer onder ons hebben een aantal mensen ruzie. Een fikse ruzie kun je wel zeggen. Ik weet niet of er een hemel is John, maar onder ons lijkt het helaas wèl de hel.
Dat Russische landjepik spelletje neemt hele verkeerde vormen aan.

Stel je voor er zijn geen landen, het niet moeilijk om dat te doen.
Niets om voor te doden of te sterven en ook geen religie.
Stel je voor dat iedereen in vrede met elkaar zou leven…”


Het zou die druktemakers daar beneden wel lekker buitenspel zetten als de wereld er zo uit zou zien. Gek genoeg beginnen die ruzies vaak met de ijdele hoop van één… gek. Toepasselijk hè? Hoe ze het dan voor elkaar krijgen om er zo’n hele meute bij te betrekken is mij altijd weer een raadsel.

Je kunt zeggen dat ik een dromer ben, maar ik ben niet de enige.
Ik hoop dat jij je ooit bij ons zult voegen en de wereld één zal worden…”


Ik voeg me maar al te graag bij jou en dat clubje dromers, maar aan mij alleen heb je niet veel. Ik ben al passivist in hart en nieren. Je moet eens kijken of je die gasten daar op de grond over kunt halen.

Stel je voor, géén bezittingen, ik vraag me af of je dat kunt.
Geen reden tot hebzucht of honger, een broederschap van de mensheid.
Stel je voor dat alle mensen de hele wereld delen…”


Je hebt gelijk man, nooit meer landjepik als we de wereld met z’n allen delen.

Je kunt zeggen dat ik een dromer ben…

Met een klap wordt het liedje afgekapt. Samen met bijna driehonderd andere vredelievende mensen tuimel ik richting aarde. Binnen luttele seconden wordt het door de ijzige kou en een gebrek aan zuurstof zwart voor mijn ogen. Die duisternis gaat een paar minuten later over in een helder verlichte tunnel. Aan het eind van die tunnel word ik opgewacht. Barst! Het is John in eigen persoon.
“Hé John, jij hier?!”




donderdag 22 september 2016

Ochtendgloren -- EWA bijeenkomst 1 oktober 2016

Ik word wakker, terwijl ik dat nog helemaal niet wil. De nacht is veel te kort geweest. Buiten zijn de vogels veel te luid al aan het fluiten. Ik verwens die vliegende verenpakhuizen, want ik wil slapen! Knorrig draai ik me om, waarbij ik merk dat ik ook nog eens een odol heb. Zo'n ontzettende dikke ochtend lul, ja. Zodra ik op mijn andere zij lig, kijk ik naar de rug van mijn lief. Zij ligt op dezelfde zij als ik. Als ik een beetje opschuif kunnen we lepeltje-lepeltje liggen. Ik til haar dekbed op en kijk naar haar naakte lichaam. Even blijft mijn blik op haar prachtige billen rusten. De odol steigert nog maar eens een keer.
Meteen is het gevoel daar! Ik wil met haar vrijen!
Waarom? Geen idee, ik wil het gewoon. Het stukje fatsoen in mijn hoofd zegt dat ik het niet kan maken om haar daarvoor wakker te maken. Het deel van mijn hersenen dat de regie over de odol voert denkt daar gek genoeg héél anders over.
Voor ik het weet fluister ik namelijk in haar oor: “Schat? Schatje? Ben je wakker?”
Het schatje knort en bromt wat, maar toont verder weinig tekenen van een actieve bewustzijnsfase.
“Schat! Word eens wakker!” zeg ik nu beduidend luider.
“Hè...wat?” stamelt zij met een schorre stem.
“Hé liefje. Ik wil even. Kom eens tegen me aan liggen.”
“Hè...nu al? Maar het is nog zo vroeg. Véél te vroeg,” moppert ze.
Het stuk fatsoen in mijn hoofd waarschuwt zangerig: “Nou... ik zei het je toch... doe nou nie-hiet!”
“Lul,” ontbreekt nog maar net aan dat zinnetje.
De odol regie, klinkt toevallig bijna hetzelfde als orgie, is -zoals verwacht- een heel andere mening toebedeeld en schreeuwt haast oorverdovend optimistisch in mijn hoofd: “Dat wordt wel een hele vroege wip. Maar da's duizend keer beter dan géén wip! Gna, gna, gna!!”
De schreeuwende minderheid wint, dus voor ik het weet flap ik eruit: “Kom schatje, maak je kutje een beetje nat, dan gaat 'ie makkelijker naar binnen, hè.”
Mijn voorstel wordt door mijn liefje niet bepaald bejubeld, maar ergens lijkt me dat helemaal koud te laten. Die odol van mij zal en moet zijn zin krijgen. Als het er even later toch op lijkt dat lief de entré een beetje gesmeerd heeft doe ik nog wat spuug op odol's koppie en zonder al te veel moeite schuiven de louvredeurtjes voor hem open. Odol betreedt het Walhalla en in mijn hoofd trekt fatsoen zich terug.
Heel even lijkt het erop dat odol zich ook terugtrekt maar dat is slechts een aanloop naar een stormloop dieper naar binnen toe. Mijn aandacht gaat van mijn hoofd, van denken, naar mijn odol, naar voelen. Het moet goed voelen, letterlijk. Het erin/eruit tempo bepaalt het gevoel. De frequentie en de intensiteit zijn belangrijk. Gedachteloos stuurt de odol regie beide feilloos aan. Genieten is hun motto en genieten doe ik.

De biologische functie van de man, het leveren van nageslacht, of te wel zijn sperma in een daarvoor geschikte baarmoeder lozen, is misschien wel dè drijfveer achter elke door hem geïnitieerde vrijpartij. Genetisch gezien 'moet' de man zijn deel van de genenpoel zo vaak mogelijk, bij een zo groot mogelijk aantal ontvangers, inzaaien. De odol regie heeft dat goed begrepen. De westerse maatschappij iets minder. Die wil liever dat de genenoverdracht plaatsvindt naar slechts één ontvanger. Die ontvanger dient dan een paar keer nakomelingen op de wereld zetten, waar leverancier en afnemer dan tot in lengte van dagen voor mogen zorgen.

Al die onzin raakt mij mijn koude kleren niet zolang odol zijn vreugdedansje maar in Walhalla-land mag maken. Eerst krijgt 'ie van al dat dansen een beetje een zweetkoppie, maar dat verhoogt de dansvreugde alleen maar. Onderwijl wordt er achter de schermen een voorraad genen -met zwemstaartjes- in gereedheid gebracht om straks als een lauwe douche het einde van de feestvreugde in te luiden.
Tijdens het ochtendgloren gaat de ingezette bevruchtingsceremonie onverminderd voort.
Door ritmische heupbewegingen gestuurd woelt odol lekker door de warme, vochtige binnenruimte van mijn lief. Ik voel letterlijk met hem mee. Het huis mag nu om ons heen instorten, ik zou het nauwelijks in de gaten hebben. Stukje bij beetje neemt de stuwing in mijn voortplantingsorganen toe, totdat het moment komt waarop iedere man weet dat er geen redden meer aan is en de genenpoel via de enige natuurlijke uitweg zijn heil zoekt. De bevrijding van de kudde zwemstaartjes gaat gepaard met een schokkende adem, licht spastische bewegingen, de productie van rijkelijke hoeveelheden transpiratievocht -met dito geur- èn met teleurstelling bij mijn lief... Want 'zij was nog niet zo ver!'

Pas als mijn ademhaling zich heeft genormaliseerd, de odol een slappe dood is gestorven, het zweet van mijn voorhoofd is gewist, kan ik weer aan slapen denken. Ik geef mijn lief een kus, fluister 'dank je wel' en draai mij om. Luttele seconden later verraadt een zacht snurken mijn hernieuwde vertrek naar dromenland.

© Thislexy, 2016.

woensdag 10 augustus 2016

Niks shoppen!! -- Thewa #14.

Ik heb geprobeerd een out-of-the-box verhaal op het thema een dagje shoppen te schrijven. Het is iets langer geworden dan mijn gebruikelijke inzendingen voor deze rubriek. Veel leesplezier gewenst. Opbouwende kritieken zijn welkom.

-0-0-0-0-0-0-

Zodra de liftdeuren zich achter ons sluiten pakt Frank mij bij mijn keel en drukt mij met mijn rug tegen de wand van de lift. Zijn hand verplaatst zich naar mijn nek en hij houdt mij in een vriendelijke doch dwingende houtgreep terwijl hij mij zoent. Ik kreun als zijn vrije hand ruw mijn kruis betast.
Niet alleen omdat ik het lekker vind wat hij doet, maar meer omdat de jeans die ik draag heel strak zit en eigenlijk geen ruimte biedt om mijn pik te laten groeien. Het is een oude spijkerbroek en de laatste keer dat ik hem droeg woog ik beslist ‘een paar’ kilo minder. Gelukkig draag ik er, in opdracht, geen onderbroek onder. Ondanks zijn ruwe behandeling windt dit mij wel op. Ook de wetenschap dat dit nog maar het begin is van een-dag-van-hem-zijn, is opwindend. Ik heb geen idee wat hij precies van plan is. Frank heeft ter voorbereiding in ieder geval heel wat telefoontjes gepleegd en mij daar uiteraard niets over verteld. Ergens is dat wel een beetje beangstigend maar ik vertrouw hem genoeg, méér dan genoeg, om te weten dat ik vanavond ongetwijfeld terug kan kijken op een hele intensieve maar mooie, liefdevolle dag.
Er klinkt een pingeltje zodra de lift op zijn bestemming is aangekomen. Met zijn hand nog steeds in mijn nek dirigeert Frank mij naar buiten, de parkeergarage onder ons appartementencomplex in.
Ik weet dat onze auto aan de linkerkant geparkeerd staat. Verbaasd kijk ik hem dan ook aan als hij mij naar rechts leidt. Er verschijnt een lachje om zijn mond. Als ik daarbij de pret in zijn ogen zie, word ik helemaal week vanbinnen en voel mij nog verliefder op -en veiliger bij- deze man.
Onderwijl haalt Frank een setje autosleutels uit zijn zak en drukt op de afstandsbediening. Een paar meter bij ons vandaag beginnen de knipperlichten van een onopvallend wit bestelbusje te knipperen.
“Ons vervoermiddel voor vandaag,” is de enige korte verklaring die ik van Frank krijg.
In plaats van naar de passagierskant, waar ik verwacht in te moeten stappen, lopen we door naar de achterkant van de wagen. De vrachtruimte heeft geen ramen, ook de achterdeuren niet.
Frank opent de deuren en nodigt mij dan met een handgebaar uit om naar binnen te kijken.
“Jouw… hoe zal ik het zeggen… verblijfsruimte voor vandaag, Nico.”
Mijn hart slaat een slag over en mijn pik steigert, althans probeert dat. De vrachtruimte is namelijk ingericht als een mini-SM-speelruimte. Er staat een houten, met leer bekleed, frame in het midden van de laadvloer en aan de zijwanden hangen allerlei attributen die het SM-spel kunnen veraangenamen, waarbij dat laatste zeer afhankelijk is van de smaak en de ervaring van degene die ze mag ondergaan. Met open mond en een licht afgrijzen bekijk ik mijn verblijfsruimte, zoals Frank het zo mooi noemde. Er hangen toys-for-men die ik alleen ken van de harde gay porno films.
“Mijn god, heb je die gezien?” vraag ik, wijzend naar een anaaldildo van het formaat Amsterdammertje. Frank lacht en klopt mij op mijn schouder.
“Die zal jou zeker bespaard blijven vandaag.”
Ik kijk hem indringend aan, voor zover mijn state-of-mind dat toestaat, in de hoop dat hij zich aan zijn woord zal houden.
“Je mag daar wel op plaats nemen,” voegt hij eraan toe en wijst op de houten constructie.
Het is niet moeilijk om te begrijpen hoe je erop plaats moet nemen. Dus klim ik in de laadruimte en nestel mij in de juiste houding.
“Keurig,” klinkt Franks compliment.
Eigenlijk zit ik op ellenbogen en knieën, met mijn kont naar de achterkant van de bestelbus. Wat ik niet had verwacht is dat hij mij nu aan het apparaat begint vast te zetten. Bij mijn enkels, net onder mijn knieën, met een riem rond mijn middel en eentje bij mijn schouders, rond mijn bovenarmen en bij mijn polsen.
“Zit je stevig?”
“Zeker wel, ik kan geen kant op volgens mij,” beaam ik, terwijl mijn pik zo mogelijk nòg groter wordt.
“Mooi, dan kan wat mij betreft onze reis, jouw reis, beginnen.”
Even ben ik verward. Ik was in de veronderstelling dat het vastzetten een test was, of zoiets.
Het lijkt er echter op dat ik, vastgezet in deze houding, zal worden vervoerd. Uiteraard heb ik geen idee waarheen.
“Wil je me zo vervoeren?”
“Jazeker. Is wel zo praktisch. Hoef ik je niet bij iedere stop opnieuw vast te zetten,” klinkt het opgewekt.
Iedere stop? galmt het in mijn hoofd.
“Oh, ik zou het nog bijna vergeten,” zegt Frank en grijpt naar een ballgag die aan het rekje met speeltjes hangt.
“Mond open!” gebiedt hij mij.
Twee tellen laten kan ik alleen nog onverstaanbaar mompelen, met de gag strak in mijn mond gesnoerd. Mijn pik, die al pijnlijk klem zit achter de rits van mijn gulp, wordt terstond nog een maatje harder. Mijn onderdanigheid groeit even hard mee.
“En als finishing touch…” hoor ik hem nog nèt zeggen voordat mij het zicht ontnomen wordt door een leren kap die hij over mijn hoofd trekt en aansnoert. Door de duisternis word ik nog dieper mijn onderdanigheid ingezogen. Eigenlijk wens ik alleen nog maar te ondergaan, alles om Frank trots en gelukkig te maken en van hem complimentjes te mogen horen.
Vaag hoor ik hoe de deuren van de bestelwagen worden gesloten. Even later merk ik dat de motor wordt gestart en hoe de auto in beweging komt. Ik krijg nog mee dat we de helling vanuit de ondergrondse garage naar straatniveau oprijden maar daarna is het mij volkomen onduidelijk waar we naartoe rijden en hoelang we überhaupt over het eerste stuk doen.

Ergens komt de auto tot stilstand en wordt de motor afgezet. Niet veel later gaan de achterdeuren open en hoor ik behalve Franks stem een mij onbekende stem. De kap die over mijn hoofd zit dempt het geluid zodanig dat ik met moeite kan verstaan wat er gezegd wordt. Iemand strijkt met zijn handen over mijn billen en laat vervolgens zijn (of háár, wie zal het zeggen?) hand in mijn kruis ronddwalen. Er wordt driftig geknepen en gestreeld. Mijn pik roert zich onmiddellijk en weer hindert de krapte van mijn jeans dat hij lekker stijf en groot kan worden, laat staan dat ‘ie rechtop komt.
Maar dan start er een heuse reddingsactie voor mijn beknelde geslachtsdeel. Iemand snijdt of knipt mijn oude jeans kapot. Nu snap ik waarom ik die oude broek aan moest trekken. Koele lucht stroomt rondom mijn zweterige zak en pik. Een zucht van verlichting ontsnapt aan mijn kwijlende mond. Eelterige handen, dus duidelijk niet die van Frank, gaan nu over de naakte huid van mijn kont.
Een vinger inspecteert mijn sterretje, dat ik meteen gewillig ontspan. De vinger baant zich een weg naar binnen en een hand omsluit mijn pik en begint mij af te trekken. Al snel komen er twee vingers bij die mijn kont oprekken. Na een tijdje staat mijn pik op ontploffen, dan verdwijnen de vingers uit mijn kont en komt er een warme harde pik voor in de plaats. Ik word stevig in mijn kont geneukt en daarbij op mijn billen geslagen. Ik kerm en kreun, onderwijl happend naar adem. Met die verrekte ballgag in mijn mond en die leren kap over mijn hoofd is ademhalen als je zo opgewonden bent nog een hele toer. Mijn pik, als hij schreeuwen kon, schreeuwt om afgetrokken te worden. Maar hij wordt met rust gelaten. Mijn kont daarentegen niet. De pik van die vreemdeling pompt zich in een straf tempo naar een ontlading. Ik hoor de man kreunen als hij zijn zaad in mijn darmen loost. Ik vind het geil om zo quasi misbruikt te worden en zou nu niets liever willen dan zelf ook lekker klaarkomen. De stimulans die mij over het randje kan brengen ontbreekt echter.
De vreemdeling trekt zijn pik uit mijn kont en ik hoor hem met Frank praten. Ik vermoed dat ze afscheid van elkaar nemen. Even later voel ik dat de kap om mijn hoofd los wordt gemaakt. Zodra de kap weggehaald is merk ik pas hoeveel ik gezweten heb, mijn hoofd voelt koud en nat aan.
Ook haalt Frank de ballgag uit mijn mond.
“Dat heb je keurig gedaan, man,” zegt hij tevreden en ik voel mijn trots groeien. Daar komt nog een schepje bovenop als hij mij met een heerlijke tongzoen bedankt.
“Wil je wat drinken?”
Ik beaam dat en onmiddellijk houdt hij een flesje water bij mijn mond, zodat ik even wat drinken kan.
Als ik weer een beetje bijgekomen ben zegt Frank: “Zo, dat was je eerste beproeving, nu op naar de tweede. Wie weet hoeveel ik er wel niet voor je geregeld heb?”
Dat laatste klinkt grimmig, maar is wellicht alleen bedoeld om mij in mijn onderdanigheid te houden. Hoe dan ook, dat laatste lukt uitstekend.

De rit naar een tweede locatie is gevoelsmatig minder lang dat het eerste stuk. Zodra we stilstaan en de motor weer afgezet is pakt Frank zijn telefoon.
“Hoi, we zijn er,” hoor ik hem tegen iemand zeggen. Gevolgd door: “Ja, da’s geen probleem. Nee, hij is wel wat gewend… Ja, prima. Dan zie ik je zo.”
Er gaat een korte tijd voorbij. Frank blijft voorin zitten. Ik schrik als er opeens op het zijraam wordt getikt. Frank stapt uit en ik hoor hoe hij ene Fred begroet. Ik schrik opnieuw als de achterdeuren weer worden geopend en Frank naar binnen klimt.
“Kijk mij maar even aan, man,” zegt hij, terwijl hij voor mij op zijn knieën komt zitten. Ik mag blijkbaar niet zien wie er nog meer de laadruimte betreedt. Terwijl ik Frank netjes blijf aankijken, inspecteren opnieuw een paar vreemde handen mijn billen, pik en ballen. Het zijn handen van een routinier wat tot gevolg heeft dat mijn pik binnen luttele seconden weer in de houding springt.
“Pijp mij maar eens even,” zegt Frank en haalt zijn lekkere pik tevoorschijn.
Ik kan een grijns niet onderdrukken, hij weet hoe ik ervan geniet om hem te pijpen. Helaas kan ik hem niet in mijn handen nemen omdat ik nog steeds vast zit aan die houten constructie. Ik voel hoe Franks pik stijver en stijver wordt terwijl ik hem pijp. Wat een heerlijk gevoel is dat toch. Af en toe druk hij mijn hoofd naar beneden en neem ik zijn pik helemaal in mijn mond. Het puntje van zijn eikel is dan al voorbij mijn huig. Gelukkig kan ik het kokhalzen inmiddels voorkomen. Daar is een lange training onder leiding van Frank debet aan. Onze ‘gast’ zit inmiddels ook niet stil en heeft positie achter mij ingenomen. Met een hand trekt hij mij af, met zijn andere neukt hij mij in mijn kont met een van de kunstpikken zo te voelen. Al heel snel ga ik weer richting een zaadlozing, maar de man houdt steeds nèt voor het moment suprême op. Het frustreert mij net zo goed als dat het mij opwindt. Franks pik smoort mijn geile keelklanken. Ik smeek nog net niet om verlossing, maar mijn god wat zou ik graag klaarkomen. Dan verdwijnt de kunstlul uit mijn kont en wordt even later vervangen door een echte. Een dikke hete pik. Dikker dan die van Frank, van die van de eerste vreemdeling en zeker dikker dan de kunstpenis. Ik kan hem nauwelijks hebben er ruk machteloos aan mijn armen. Mijn geworstel en de korte pijnkreten bij iedere neergaande pompbeweging van mijn onbekende neukmaatje verhogen Franks geilheid tot hij schokkend klaarkomt in mijn mond. Ook de vreemdeling heeft gelukkig niet veel tijd meer nodig en voegt zijn lading bij die van zijn voorganger.
Ik voel me opnieuw gebruikt en misbruikt, nu ook nog eens met een schrijnende kont, maar dat laatste dan op een soort prettige, geile manier hoe gek dat misschien ook mag klinken. Daarbij doet mijn pik zeer van het ruwe aftrekken en mijn ballen doen bijna net zo zeer van alle opgehoopte sperma die een uitweg zoekt.
Terwijl ik mijn hoofd zo goed en zo kwaad het gaat laat rusten neemt Frank afscheid van Fred,
wie hij verder ook moge zijn. Opnieuw gaan de deuren dicht, nu zonder bemoedigende woorden of een zoen van Frank. Ook krijg ik niets te drinken. Ik hoop wel dat hij tevreden over mij is. Het portier aan de bestuurderskant wordt dichtgeslagen en de motor wordt weer gestart.

Het derde stuk leidt ons over minder goede wegen. Regelmatig schud ik heen en weer en dat begint pijn te doen op de meeste punten waar ik vastgezet ben. Sowieso wordt mijn houding pijnlijker.
Ik vermoed dat ik ondertussen al ruim een uur in deze houding zit, zo niet langer. Toch wil ik niet klagen, zodat Frank trots op mij kan zijn aan het einde van de dag.
Ook aan dit deel van de reis komt een einde. Ik hoor hoe Frank uitstapt en merk een paar tellen later dat de achterdeuren weer opengaan. Frank klimt de laadvloer op en ik hoor hoe hij tussen de attributen snuffelt. Even later komt hij weer voor me zitten. Nu met een penisgag in zijn handen.
Weer gebiedt hij mij mijn mond te openen. Ik slik nog een keer goed voor ik dat gehate ding in mijn mond neem. Altijd als ik de penisgag in moet, wordt de sessie pas echt pijnlijk voor mij. Met mijn moet-dat-nou-oogjes kijk ik hem aan, maar Frank is -gelukkig- onverbiddelijk. Twee tellen later zit ‘ie strak om mijn hoofd en is mijn mond gevuld met die smerige bijbehorende rubbersmaak.
Één voordeel, ik zak daardoor wel weer wat verder terug in mijn onderdanigheid. Franks wil is wet, dus de gag zal ik verduren, zo ook de pijnen die mij ongetwijfeld binnen enkele minuten al zullen laten kermen.
Tegen al mijn verwachtingen in maakt hij mij los van het houten frame. Zodra de laatste riem los is, pakt hij mij weer bij mijn nek en loodst mij achterwaarts de bestelbus uit. Mijn stramme benen hebben het even moeilijk om mijn lijf te dragen maar al snel kan ik met Frank meelopen.
Tot mijn verbazing staan we in een hoge loods. Meerdere rijen met stellages vullen de ruimte.
De stellages zijn grotendeels gevuld met pallets waar dozen of in plasticfolie verpakte spullen op staan. Aan het begin van een pad tussen twee rijen met stellages laat Frank mij halt houden.
“Uitkleden!” commandeert hij.
Gedwee begin ik mij helemaal uit te kleden terwijl Frank terugloopt naar de bus om even later terug te komen met een aantal strengen bondage-touw. Frank is een kundige rigger, dus binnen luttele minuten sta ik vast aan de stellages. Mijn benen staan licht gespreid, beide voeten op de vloer.
De touwen voorkomen dat ik mijn benen kan sluiten. Touwen om mijn middel verhinderen dat ik van positie kan veranderen. Mijn armen zitten, op mijn rug, bij de polsen vastgebonden en door het touw naar boven te leiden, word ik gedwongen voorover te buigen. Mijn romp loopt nagenoeg parallel aan de vloer. Zodra Frank tevreden is met de positie waarin ik sta loopt hij opnieuw naar de bestelauto en claxonneert dan twee keer. Terwijl ik het overvloedige speeksel uit mijn mond probeer te laten lopen hoor ik ergens verderop in de hal een deur piepend open en dicht gaan. Als ik niet beter zou weten, zou ik zweren dat ik iemand op naaldhakken aan hoor komen lopen. Even later weet ik het zeker. Bovendien zijn het twee paar schoenen, ergo twee personen.
Zodra de naaldhakken in mijn gezichtsveld verschijnen slaat mijn hart weer eens een slag over.
Twee in zwart leer gehulde domina’s zijn onze kant op komen lopen.
“Hallo Frank,” begint de ene, ”is dat nou jouw slaafje…”
“Dag meesteres Gaya, dit is ‘m inderdaad. Dit is nicootje.”
“Ach… slaafje kan niet praten,” zegt de andere dame met een rijkelijk sarcastische ondertoon in haar stem.
“Precies meesteres Ziva, zoals afgesproken. Kreunen lukt hem vast nog wel hoor.”
“Dan moeten we dat maar snel vaststellen of dat zo is, vind je niet Ziva?” zegt Gaya lacherig.
Nu vallen mij de zwepen pas op die beide dames over hun schouders dragen. Met nog bangere moet-dat-nou-oogjes kijk ik Frank aan. We hebben even oogcontact en hij komt op mij af lopen.
Gelukkig, denk ik.
Frank zegt echter: “nicootje is een echte bikkel, dames. Dus schroom niet om zo meteen lekker uit te halen met jullie zwepen.”
Ik kerm nu al achter mij gag, van ongeloof -dat Frank dit echt gezegd heeft- en van angst. Echte, pure angst voor de pijn. De meesteressen nemen hun positie in en laten hun zwepen even in de lucht knallen.
“Geniet, mannetje van me,” zegt Frank, “ik weet dat je het aankunt. Maak me trots.”
Dan plant hij een kus op mijn voorhoofd en zegt tegen het zweeplustige duo: “nicootje is er klaar voor dames. Have fun!”

Ik heb de klappen van de zweep tijdens deze sessie letterlijk gevoeld. Op mijn kont, mijn pik, mijn ballen. Ook mijn rug en de voorkant van mijn romp werden niet ontzien. Met militaire precisie wisten de dames de uiteinden van hun zwepen op mijn huid te laten landen. Ik heb geschreeuwd, gejankt en af en toe gewenst dat ik dood was. Ik heb aan de touwen getrokken -tevergeefs uiteraard- alsof mijn leven ervan afhing. Ik heb Frank, Gaya en Ziva verwenst, zelfs even hartgrondig gehaat, tot de adrenaline zijn werk ging doen en ik de roes weer voelde, mijn hoofd leeg was en ik alleen maar wilde ontvangen. Ik de trots in Franks ogen wilde zien. En die zag ik.
Op een zeker moment ben ik out gegaan en schijn dat een dik kwartier volgehouden te hebben.
Ik was me pas weer ècht van mijn omgeving bewust nadat we thuis waren gekomen en Frank mijn striemen had verzorgd. In bed nam hij me in zijn armen, kuste me en zei: “Dat was toch een veel betere tijdsbesteding dan bijvoorbeeld een dagje shoppen, of niet soms?”
Ik weet alleen nog dat ik hem dankbaar zoende, voordat de slaap mij de vergetelheid in liet tuimelen.

© Thislexy, 2016.



woensdag 27 juli 2016

La vie est belle… -- EWA bijeenkomst 30 juli 2016

De naweeën van twee wereldoorlogen zijn nog maar nauwelijks verstomd in het Parijs van 1948. De straten liggen er leeg bij, de winkels matig bevoorraad. De wereld is aan een nieuwe impuls toe. Frankrijk, Parijs, het zesde arrondissement, Rue de Seine en de daarin gevestigde Ceinturerie ook. François l’ Oiseau, eigenaar van het familiebedrijf, heeft een maand geleden afscheid genomen van Jasmin, een destijds nog door zijn vader aangenomen winkeljuffrouw. Jasmin, twintig jaar ouder dan François, is met pensioen. Haar vervangster heet Edlynne en zij is op haar beurt weer twintig jaar jonger dan François. In alle opzichten is Edlynne anders dan Jasmin. Ze is jong, vrolijk, optimistisch, lang en slank, donkerblond met groene ogen en zij bruist van de energie. Energie die François nodig heeft om niet in te kakken en samen met de hele winkelvoorraad te verstoffen.

In het quartier Pigalle vermaakt Edlynne zich perfect in de weekenden. Ze is kind aan huis in de vele etablissementen die ‘duistere’ achterkamertjes hebben waar ‘rare’ dingen gebeuren. Waar mannen en vrouwen zich in kleding van uiteenlopende materialen tonen of in die van de andere sekse. Waar mannen mannenliefde zoeken of vrouwen juist vrouwenliefde. Waar vraag en aanbod van ongebruikelijke seksuele wensen en voorkeuren elkaar kunnen treffen. Allemaal in het geniep, onzichtbaar voor de onwetende buitenwereld. Edlynne speelt daar graag. Met mannen die door vrouwen òf vernederd, òf vastgebonden, òf geslagen willen worden. Of dat misschien zelfs wel “èn, èn, èn”. Ook bedient zij vrouwen die zulks willen ondergaan, of die dat juist een vrouw aan willen doen. De werken van Leopold von Sacher-Masoch worden, nog geen eeuw nadat zij aan het papier werden toevertrouwd, in de achterafkamertjes en masse in de praktijk gebracht. Het heeft als prettige bijkomstigheid dat de vraag naar gereedschap is gestegen. Gereedschap in de vorm van allerhande middelen om iemand ergens aan vast te kunnen maken bijvoorbeeld. Touwen maar ook riemen vinden gretig aftrek bij de lokale middenstand. De winkel van François plukt hier tot nu toe niet de vruchten van. Toch zag Edlynne onmiddellijk de potentie van een winkel als de Ceinturerie toen ze daar kwam solliciteren. Nu is het alleen zaak om François de ogen te openen voor deze vreemde maar lucratieve markt.

Tegen het middaguur komt Edlynne, vrolijk als altijd, via de achterdeur de winkel binnenlopen. Het is maandag en de winkel gaat pas na het middaguur open.
“Monsieur François… Een welgemeend goedemorgen!”
“Hallo Edlynne, goed weekend gehad?”
“Zeker monsieur, dank u wel. Al is mijn derrière nog wel wat gevoelig.”
“Pardon?”
De verbazing is van François’ gezicht af te lezen. Hoorde hij haar het woord ‘derrière’ bezigen? Parbleu!
“Ja monsieur, mijn billetjes zijn nog gevoelig,” fluistert ze als ze vlakbij is en hem met haar glinsterende groene pretogen aankijkt, “en u wilt vast weten hoe dat komt.”
Stamelend weet hij uit te brengen dat dat niet het geval is.
“Oooh, maar monsieur François…. U hoeft daarover niet tegen mij te jokken. Ik heb al heel veel mannengezichten gezien. Mannen als u, die het ene zeggen maar het andere denken.
En ik wéét, monsieur, ik weet wat u denkt.”
Het schaamrood stijgt François nu naar het hoofd. Enerzijds omdat zij zijn geveinsde verontwaardiging onmiddellijk doorhad en anderzijds vanwege het voor deze eeuwige vrijgezel toch wel onwennige gespreksonderwerp.
“Ik wil u graag een schets laten zien, monsieur. Op die schets staat een… uh… een kostuum. Gemaakt van leren riemen. Ik zou van u graag willen weten of u een dergelijk iets kunt maken.”
“Een kostuum? Van riemen?”
Opnieuw laat de verbazing zich niet verhullen bij François. Edlynne opent haar tasje en haalt de tekening tevoorschijn. Zij vouwt het papiertje open en geeft het aan François. Bij het zien van de tekening valt zijn mond open. Zijn ogen schieten heen en weer tussen het plaatje en Edlynne’s gezicht.
“Maar…maar…dat is helemaal geen kostuum. En zij heeft geen eens kleren aan!”
Het komt er plompverloren uit en Edlynne schiet eventjes in de lach.
“U heeft helemaal gelijk, monsieur. Maar kunt u het wel maken?”
“Maken? Ja natuurlijk kan ik dat wel. Ik ben een vakman, juffrouw! Maar zulke vulgaire zaken wil ik niet maken.”
“Ook niet als ik u zeg dat u het kunt verkopen voor vijfenvijftigduizend frank?”
“Vijfenvijf…?! Maar ik zeg je toch dat ik ze niet ga maken!”
Ogenschijnlijk verontwaardigd propt hij de tekening terug in Edlynne’s handen.
Hij opent zijn mond om nog wat te zeggen, maar op dat moment kondigt de winkelklok met twaalf melodieuze gongslagen het middaguur aan.
“Uh... je mag de winkeldeur openen, Edlynne. Nu meteen!”
Hij wijst naar de winkeldeur, alsof Edlynne niet zou weten waar die zich bevindt.

De rest van de dag komen ze allebei niet op het onderwerp terug. De aanloop is de hele middag minimaal. Als de winkel aan het einde van de dag weer gesloten is, komt François onverwachts toch op het onderwerp van hun discussie rond het middaguur terug.
“Hoe weet een juffrouw als jij nu van dat soort zaken, Edlynne? Dat wat je mij liet zien vanochtend.”
“Het is een lang verhaal, monsieur. Maar laten we zeggen dat ik blij ben dat ik ervan afweet. Het heeft mijn leven rijker en interessanter gemaakt.”
François zucht en schudt meewarig zijn hoofd.
“Wat is hemelsnaam het nut van zo’n… kostuum… zoals jij het noemt?”
“Dat, mon cher monsieur François, laat zich het beste in de praktijk uitleggen. Als u aanstaande zaterdagavond vrij wilt houden, zal ik het u laten zien.”
Nog voordat François na heeft kunnen denken over dit hoogst ongebruikelijke aanbod wenst Edlynne hem een fijne avond. Ze verlaat de winkel even opgewekt als zij hem ’s morgens had betreden en ook nog eens via dezelfde deur.
De rest van de werkweek komt het onderwerp ook niet meer ter sprake. Wel spookt het bij François al die tijd door zijn hoofd. Iets in dat plaatje heeft hem gechoqueerd, maar dan wel op een prettige manier.

Zaterdags is de winkel slechts tot het middaguur geopend. Edlynne begint de dag meteen al door François te herinneren aan haar voorstel. Hij geeft aan er nog geen tijd voor te hebben gehad om erover na te denken. Iedere keer als zij -al dan niet toevallig-  die ochtend oogcontact hebben, glisteren haar ogen alsof zij alweer weet wat het antwoord van François zal zijn. Pas als de winkeldeur weer op slot gedraaid is en er geen klanten meer binnen kunnen komen, komt het hoge woord eruit bij François.
“Edlynne, ik heb dingen te doen vandaag. Wat ben je precies van plan mij vanavond te laten zien?”
“Monsieur François, ik wil u meenemen naar een plek waar dromen waarheid kunnen worden. Waar niets gek of abnormaal is, waar alles discreet en met respect gebeurt. Waar meisjes rondlopen, slechts gekleed in zulke riemen als op dat schetsje of nog veel minder. Waar je vrij kunt zijn. Echt vrij in je doen en laten. Waar je je fantasieën de vrije loop kunt geven. Wàt je ook in je stoutste dromen bedacht hebt, je zult zien dat je niet de enige met zulke wensen of gedachten bent. Waar je beseft dat raar niet bestaat, alleen variatie. Waar eenzaamheid in rook opgaat en plaats maakt voor verbondenheid en vriendschap. Misschien zelfs wel voor liefde.”
De blik in François’ ogen wordt een beetje wazig. Zijn mond droog. Edlynne ziet hem slikken zoals ze zo velen vóór hem heeft zien slikken. Van verbazing, van ongeloof, van pure euforie, van…van alles eigenlijk. Zo ook heeft ze mannen en vrouwen in huilen uit zien barsten. Omdat zij eindelijk beseften niet de enige op deze wereld met bepaalde wensen, behoeften of fantasieën te zijn. Die in zo’n geheim kamertje midden in het quartier mogen voelen wat ze altijd al hebben gevoeld maar ver weg hadden gestopt. Die beseffen dat de façades waarachter vele mensen zich verschuilen misschien wel soortgelijke behoeften voor de godvrezende buitenwereld afschermen.
“Waar en hoe laat?” is het enige dat hij na een kort stilzwijgen vraagt.

De hemel is al donker als François en Edlynne elkaar op de afgesproken plaats en tijd ontmoeten. François is duidelijk gespannen en Edlynne probeert hem op zijn gemak te stellen.
“Ik weet zeker, François, dat je een geweldige avond zult hebben. Uiteraard blijf ik de hele tijd bij je. Als je dat wilt natuurlijk. Kom, dan gaan we daar naar binnen.”
Edlynne wijst naar een uiterlijk onopvallend kroegje dat de naam ‘Chez Josephine’ heeft. Josephine zwaait er al jaren de scepter niet meer, maar dat verhindert niet dat Edlynne en haar patron met alle egards worden ontvangen. Na een kalmerend glaasje wijn aan de bar genuttigd te hebben smoest Edlynne even met de bartender. Zijn blik kruist die van François dan kijkt hij Edlynne weer aan en maakt dan een beweging met zijn hoofd. Edlynne wenkt François en samen stappen ze achter de toog om vervolgens een deur door te gaan. Ze komen in een halletje waar drie deuren op uitkomen en een opening met een trap naar boven.
“Momentje monsieur François.”
Een tel later klinkt het geluid van een zoemer. Op dat moment pakt Edlynne de deurkruk van de deur rechts van hen en opent hem.
“Kom maar achter mij aan, maar sluit wel de deur goed achter je.”
Achter de deur bevindt zich een trap die naar beneden, naar het souterrain, leidt. Zodra François de deur achter zich dicht doet klinkt weer het geluid van zojuist en wordt de deur elektrisch vergrendeld. Onderaan de trap opent Edlynne een volgende deur. Deze geeft toegang tot een lange gewelfde gang die zich over een aanzienlijke lengte uitstrekt.
Aan weerszijde van de gang bevinden zich eveneens gewelfde ruimtes, die soms met gordijnen, soms met een deur of een enkele keer zelfs met tralies afgesloten zijn. De gang is schaars verlicht met gloeilampen op plaatsen waar heel vroeger misschien fakkels of kaarsen hebben gehangen.
Er dringen geluiden François’ oorschelp binnen die hem mysterieus en onbekend voorkomen. Een man, gehuld in een zwart leren broek en dito vest, komt naar hen toegelopen. Zodra hij Edlynne herkent verschijnt er een grote lach op zijn gezicht.
“Hoi lieve schat… Wat zie ik? Heb je gezelschap bij je vandaag?”
“Voor de verandering kom ik eens niet alleen, Gustave. Weet jij of Claire al binnen is?”
“Ja ik heb haar gezien, ik denk dat je haar bij het schandblok kunt vinden,” antwoordt Gustave terwijl zijn hand in de richting van een van de ruimtes wijst. Edlynne pakt François bij zijn mouw en trekt hem mee. Ze stoppen voor dikke zwarte velours gordijnen die de aangewezen ruimte aan het oog onttrekken.
“Claire, ben je hier?” zegt Edlynne op een gedempte toon.
Een paar tellen later verschijnt er een hoofd tussen de gordijnen. Een gulle lach siert het gezicht zodra ze Edlynne ziet staan. Dan stapt de vrouw de gang in en laat daarmee François’ hart een slag overslaan. De vrouw gaat gekleed als het figuurtje op de tekening. De dames zoenen elkaar op de wangen. Dan neemt zij met een frons boven haar ogen François van boven tot onder in haar op.
“Heb je een introducé meegenomen meisje?”
“Zeker Claire. Dit is de man van de ceintuurwinkel waarover ik verteld heb,” antwoordt Edlynne.
Nog steeds enigszins verbouwereerd blijft François haar zwijgend aankijken, waarop Claire haar hand dan maar uitsteekt en zichzelf voorstelt.
“En hoe mogen wij jou noemen?” vraagt zij aan hem.
Verbaasd over haar vraag kijkt hij Edlynne aan, die hem te hulp schiet.
“Meneer hier wil graag Tédécé genoemd worden,” besluit zij, nadrukkelijk knikkend in de richting van François.
Een kort knikje met zijn hoofd in de richting van Claire bevestigt dit, al weet hij zelf even niet wat Edlynne bedoelt. Claire helaas ook niet, dus vraagt zij het aan François.
Opnieuw helpt Edlynne hem uit de brand en voert het woord.
“Maar Claire, Tédécé staat natuurlijk voor travailleur du cuir. Meneer’s vakgebied.”
“Aaah, monsieur Tédécé! Nu valt het muntje bij mij pas,” lacht Claire.
“Wat vindt u van mijn robe des ceintures?” vraagt zij terwijl zij elegant om haar as draait zodat François de achterkant ook kan bekijken.
Voor het eerst kan François ongegeneerd naar de ‘jurk van ceintures’ kijken. Verschillende horizontale riemen omsluiten haar bovenlichaam en komen samen aan de voorkant.
Haar tepels zitten netjes verstopt achter een van de riemen. Aan de riem rond haar heupen is dunne leren franje aangebracht, waardoor het slecht te zien is of zij een broekje of iets dergelijks eronder draagt. Op de rug zijn de riemen door middel van dunne metalen ringen met elkaar verbonden en glijden daardoor niet van haar romp.
“Het staat u werkelijk fantastisch, Claire,” klinkt het wat hees uit François’ keel. Dan met een wat vastere stem zegt hij: “Maar de kwaliteit kan beter. Mag ik?”
Met een handgebaar in de richting van Claire’s kledingstuk geeft François aan iets te willen laten zien. Een knikje van Claire is genoeg om François het vertrouwen te geven dat hij verder mag gaan.
“De naden lopen niet mooi parallel. Kijk, hier niet en hier ook niet. Dit leer had nooit zo gesneden mogen worden. Leer dien je met de nerf mee te snijden,” vertelt hij zo kalm en vakkundig als hij kan terwijl zijn vinger nerveus trillend de nerf toont.
“Ik wil dat je twee robes des ceintures voor mij maakt Tédécé. Een zwarte en een rode.
Kun je ze volgend weekend af hebben?”
Overrompeld door de kordate uitspraak van nota bene een vrouw en de onverwachte opdracht stamelt François een haastig: “Ja, ja, zeker wel”, waarna Claire zich weer over de persoon achter de gordijnen wenst te ontfermen.

Sinds die eerste opdracht is er veel voor François veranderd. De zaken floreren weer, precies zoals Edlynne had verwacht. Maar er is veel meer anders dan anders. Als er klanten in de winkel zijn, spreekt Edlynne hem nog aan met monsieur François, maar de rest van de tijd heet hij Tédécé, of Tédécétje als ze hem extra liefkozend toespreekt.
Tédécé op zijn beurt is niet alleen blij met de toegenomen omzet, maar ook dat hij nu een mevrouw mag dienen, zijn eigen Mevrouw Edlynne. Het heeft zijn leven interessanter en rijker gemaakt dan al het extra geld van de nieuwe klandizie bij elkaar. Hij is zo energiek als een dertiger en zijn status als eeuwige vrijgezel heeft hij ook vaarwel mogen zeggen.
’s Avonds, als het werk gedaan is, mag hij voor zijn Mevrouw schetsen maken van nieuwe, uitdagende, gewaagde kostuums. De echte traktatie volgt als hij de eerste versies van zijn creaties om het lichaam van zijn Mevrouw mag passen en haar goedkeurende woorden zijn oorschelp vullen


La vie est belle…


© Thislexy, 2016.

woensdag 22 juni 2016

Een benauwde situatie. Thewa #12

“Mozes! Wat mij gisteren is overkomen, pik!”
Het Amsterdamse accent van mijn zichtbaar aangeschoten ‘buurman’ in de bar vult onverwachts mijn oorschelp. Het bloed in zijn alcohol voorkomt dat hij door heeft dat wij elkaar niet kennen.
De term ‘pik’ is in deze weliswaar vriendschappelijk bedoeld, maar zijn vriend ben ik toch echt niet.
Zijn omvangrijke bierbuik van minimaal middelbare leeftijd port tegen mijn zij. De penetrante geur van vers verbrande zware shag vermengd met het bouquet van veel bier in een te lege maag dringt mijn neusgaten binnen. In een reflex sluit mijn keel zich hermetisch af. Enerzijds om verder binnendringen van die stank tegen te gaan, anderzijds om mijn maaginhoud binnen te houden.
Terwijl ik juist probeer om een beetje afstand tussen hem en mij te bewaren slaat hij zijn dikke, zweterige, getatoeëerde arm om mijn nek. Zijn achter vet veterhaar verstopte voorhoofd drukt hij kort tegen de zijkant van mijn hoofd, wat de walm merkbaar intensiveert. Zijn arm klemt zo stevig om mijn nek dat ik mijn bloed in mijn oren hoor pulseren.
Meelullen, denk ik bij mijzelf en antwoord: “Nou… wat dan?”
“Leg ik gistermiddag met Anneke, de vrouw van mijn beste vriend Jos, een wippie te maken.
Komt Jos onverwachts thuis. Dus hup… ik het bed uit en verstop me in de kast.”
Ik kijk hem aan met een blik van; je kon werkelijk niets beters bedenken…?
Hij gaat ondertussen onverdroten verder met zijn relaas.
“Jos komt de trap op en loopt de slaapkamer binnen. Ik hoor hem aan Anneke vragen waarom ze in bed legt. Die troela zegt ze dat ze misschien wel een hartaanval heb. Dus hup, Jos rent meteen als een dolle de trap weer af en roept iets van: blijf legge, ik bel één-één-twee! Met Jos effe uit beeld, wil ik de kast weer uit en doe de deur open. Hun zoontje komt op het geroep af en rent net op dat moment hun slaapkamer in. Dus ziet ‘ie mij in de kast staan. Hup jochie zet een keel op en sjeest naar beneden, achter Jos aan. Ik trek de kastdeur maar weer dicht. Duurt effe, komt Jos weer naar boven stormen, met dat joch in z’n kielzog en rukt hup de kastdeur weer open. Wat denk je dat ‘ie zegt?”
Ik vrees dat ik het weet, maar schud wijselijk mijn hoofd terwijl ik mijn schouders ophaal.
“Zegt ‘ie harstikke boos: nou jij bent ook een lekkere, laat je mij helemaal naar beneden rennen om één-één-twee te bellen. Had je dat niet effe zelf kenne doen?”
“Nou jaaa… En die noemt zich jouw beste vriend?” piep ik zo verontwaardigd mogelijk vanuit het achterste van mijn keel.
Het helpt, de verwurging wordt opgeheven. Zichtbaar tevreden dat ik het met hem eens ben grijpt hij mijn hoofd met twee kolenschophanden beet en geeft mij de smerigste zoen op mijn wang die ik ooit van mijn leven heb gehad.
“Vanaf nu ben jij mijn beste vriend, pik,” mompelt hij geëmotioneerd terwijl een traan over zijn ongeschoren wang biggelt en zijn hand naar het nog halfvolle fluitje op de bar grijpt.
Ik heb met hem te doen maar het vriendschapsaanbod zal ik stilzwijgend moeten weigeren.


Als ik een half uurtje later naar huis loop ben ik best wel opgelucht. Want ´a´ die Jos is echt de stomste vent van het noordelijk halfrond en ´b´... ik weet nu eindelijk tegen wie hij het had terwijl ik mij al die tijd achter het gordijn verborgen hield sinds er was aangebeld.

© Thislexy – 2016

maandag 30 mei 2016

Verstoorde zondagmiddagrust – EWA 28 mei

“Ooooh Eddieieieie!” jammert mijn lieve vriendin Pauline.
“Rustig maar. Het is hartstikke veilig,” sus ik, “we zijn zo boven.”
Trillend als een rietje klampt zij zich aan mij vast terwijl zij haar neus tegen mijn shirt drukt. Ik sla ook mijn andere arm om haar heen en geef een kus op haar blonde haren.
Ik geef toe dat het bouwliftje soms wat angstaanjagende geluiden en schokken maakt. Het open traliewerk laat de wind onbelemmerd door, wat misschien ook wel aan haar angst bijdraagt. Zelf, als hoofd bouwopzichter, neem ik zulke liften zeer regelmatig. Ik kijk er al lang niet meer van op.
Met een abrupte schok komt het apparaat op de twaalfde verdieping, de op één na hoogste, tot stilstand. Ik schuif de deur omhoog en help Pauline uitstappen.
“Mijn God, wat een eng kutding is dat zeg. Ik ga wel lopend terug,” foetert zij.
Ik haal hoofdschuddend mijn schouders op.
“Daar kom je nog wel van terug,” grinnik ik.
Er zijn nog geen betonnen trappen in het trappenhuis geplaatst. Alleen krakkemikkige houten laddertjes verbinden de verdiepingen. Ik zie haar daarlangs nog niet afdalen.
Ik leef in de wetenschap dat we hier maar met z’n tweeën zijn, het is zondag tenslotte.
Omdat de deur van de lift nog open staat kan ook niemand anders de lift oproepen en onverwachts naar boven komen. En niet geheel onbelangrijk: niet iedereen heeft de sleutel van het hek dat om de bouwplaats staat. Een bescheiden voordeel van mijn beroep deze keer. Ik pak Pauline bij haar arm, trek haar tegen mij aan en begin haar te zoenen. Haar tong zoekt onmiddellijk contact met die van mij. Mijn handen glijden langs haar rug naar beneden en kneden die heerlijke billen van haar. Ondanks dat we nog maar zoenen, komt er al een eerste kreuntje over haar lippen. Nadat ik de kus verbreek doe ik een stap achteruit. Verwachtingsvol kijkt zij mij aan. We zijn namelijk allerminst voor het fantastische uitzicht naar deze etage gekomen. Uit de kontzakken van mijn jeans haal ik twee stukken touw en laat ze overduidelijk aan Pauline zien. Ik zie haar slikken.
Zij weet wat ik daar mee wil doen. Met mijn hoofd een beetje schuin kijk ik haar indringend aan. Zonder dat ik er verder nog een woord aan toe hoef te voegen, gaat zij in de gewenste positie staan. Benen licht uit elkaar, handen met de vingers ineen tegen haar achterhoofd, blik naar de grond gericht. Op mijn gemak loop ik een rondje om haar heen.
“Goed zo, meisje,” zeg ik zachtjes, “keurig hoor.”
“Dank u, Mijnheer,” zegt zij amper hoorbaar terug.
“Kom maar even met mij mee.”
Ik hang de touwen over mijn schouders. Dan pak ik haar bij haar nek en duw haar voorzichtig maar daadkrachtig naar voren, waardoor zij begint te lopen. Bij een van de betonpilaren laat ik haar stoppen. Dan haal ik twee veiligheidshekjes weg bij een grote rechthoekige opening in de vloer waar ooit het trappenhuis gaat komen. Één hekje zet ik een halve meter, haaks, vóór de pilaar waar Pauline zich zo meteen van haar kleding mag ontdoet. Het andere zet ik een klein stukje verderop.
“Trek je jurkje maar even uit, meisje. Hang het daar maar over,” zeg ik, wijzend naar het tweede hekje.
“Hier, Mijnheer?”
“Inderdaad, meisje.”
Ik zie twijfel in haar ogen als zij de lege ruimte om ons heen nogmaals bekijkt.
“Het is veilig, meisje. Niemand komt naar boven en niemand kan ons zien. Vertrouw me.”
“Ja, Mijnheer.”
Ik haal de touwen van mijn schouders en geef ze aan haar.
“Waar wilt U deze, Mijnheer?”
“Over dit hekje.”
“Jawel, Mijnheer,” antwoordt zij en hangt de touwen keurig netjes naast elkaar over het hekje.
Gedwee, maar met zichtbare opwinding, begint Pauline aan haar eerste opdracht. Met een groeiend verlangen zie ik hoe zij de rits van haar zomerjurkje laat zakken, vanuit haar nek tot net boven haar billen. Dan schuift zij de schouderbandjes één voor één van haar schouders en laat de zoom tot nèt boven de stoffige vloer zakken. Behendig stapt zij been voor been uit het jurkje, vouwt hem dubbel en hangt hem keurig netjes over het andere hekje.
Vóór mij staat een prachtige jonge vrouw. Mooie lingerie in de vorm van een sexy zwart kanten setje siert haar ranke lichaam. Haar voeten gehuld in pumps met hoge hakken. In mijn kruis groeit het verlangen om met deze vrouw de lust te bedrijven. Vrijen bewaren we graag voor de momenten dat het comfort van een riant tweepersoonsbed beschikbaar is. Hier, op de twaalfde verdieping van deze kale betonkolos in wording, zal onze lust zegevieren.
“Je slipje,” zeg ik streng.
Mijn stem trilt al een beetje van de adrenaline merk ik. Onmiddellijk voldoet Pauline aan mijn opdracht. Met dezelfde sierlijkheid stapt zij uit het half doorschijnende stukje kant en hangt het bij haar jurkje.
“Linkerpols.”
Een paar tellen later heb ik er een van de touwen omheen geknoopt. Ik pak haar opnieuw bij haar nek en manoeuvreer haar zo dat zij met haar bovenbenen tegen het hekje komt te staan. Als ik een paar keer tegen de binnenkant van haar benen tik, spreidt zij haar benen tot haar voeten naast de steunen van het hekje staan. Met het tweede touw bind ik haar enkels aan het hekje vast. Dan ga ik achter haar staan en laat mijn hand over haar rug naar beneden glijden. Het kippenvel groeit even op haar armen. Terwijl ik hurk laat ik mijn hand via haar bilnaad naar haar kutje gaan. Een duidelijke huivering trekt door haar lichaam als ik haar schaamlipjes aanraak. Pauline begint hoorbaar te ademen en ik zie hoe zij haar hoofd achterover gooit als mijn vingers op de tast naar haar opening gaan. Een kort gromgeluidje echoot over de lege verdieping als mijn vingers hun doel vinden en naar binnendringen. Na een paar snelle op- en neergaande bewegingen, trek ik mijn vingers uit kaar kutje. Ik kom overeind en ga naast haar staan. Met mijn nog schone hand grijp ik haar bij haar haren.
Met zachte dwang duw ik haar neus tegen mijn andere hand die ik voor haar gezicht houd.
“Ruik maar eens hoe geil jij bent, meisje.”
Mijn meisje snuift haar eigen zilte geur op. Met haar tong likt zij langs haar lippen.
“Héél geil! Nietwaar, meisje?”
“Zeker, Mijnheer,” kreunt zij zachtjes.
Eerst laat ik haar weer los, dan pak ik het stuk touw dat om haar pols zit. Met het uiteinde ervan in mijn hand loop ik een rondje om de pilaar waar wij vóór staan. Zodra ik weer naast haar sta begin ik aan het touw te trekken. Haar arm beweegt omhoog, tot deze horizontaal wijst. Ik trek verder, waardoor Pauline voorover moet buigen tot zij met haar onderlichaam op het hekje rust.
Nu pak ik haar rechterpols en knoop het touw daar ook omheen. In mijn broek is inmiddels nog nauwelijks plaats voor mijn stijve. Voor mijn gevoel staat de stof op het punt om open te scheuren en mijn pik op barsten. Ik heb slechts luttele seconden nodig om achter mijn meisje te gaan staan en mijn pik de vrijheid te geven waar hij zo naar verlangt. Met een beetje spuug, samen met het voorvocht dat zich al gevormd heeft, maak ik mijn eikel glad en klaar voor een soepele penetratie.
“Kan ‘ie, meisje?”
“Graag, Mijnheer,” antwoordt zij hees.
Als een warm mes dat door de boter snijdt, glijdt mijn pik haar natte kutje binnen. We kreunen allebei als mijn heupen voor de eerste keer tegen haar billen tot stilstand komen.
Dan begin ik haar te neuken. Een ander woord heb ik er niet voor. Platvloers neuken. De klanken die wij daar beiden bij uitstoten galmen tussen de betonnen vloeren en pilaren heen en weer. Ik neuk haar zoals ik haar neuken wil en Pauline geniet met mij mee. Één hand zet ik op haar heup en bepaal daarmee het ritme waarmee zij tegen mij aan mag rijden, met mijn andere hand grijp ik haar haren en trek er hard aan. Kreunend holt zij haar rug en voelen wij allebei dat haar kutje nog strakker om mijn pik klemt. De lust is zo groot dat enkele minuten later al de poten van het hekje krassend over de betonvloer schuren wanneer ik met de laatste paar harde stoten mijn zaad in haar kutje spuit.
Gillend en schokkend komt mijn meisje op dat moment ook klaar.

Een mooiere manier om de plaatselijke zondagmiddagrust te verstoren kan ik mij niet voorstellen, bedenk ik mij inwendig lachend. Zodra we allebei weer wat op adem zijn pak ik mijn telefoon.
“Je staat er zó geil bij, meisje, daar moet ik gewoon even een fotootje van maken,” zeg ik trots.
Pauline draait haar hoofd om waardoor zij niet herkenbaar op de foto zal komen. Zodra we weer thuis zijn zullen we, zoals we wel vaker doen, de foto op onze blog van een social media-site zetten.
De lichtinval maakt dat ik het beeld van Pauline op de display van mijn telefoon nauwelijks kan zien. Terwijl ik aandachtig naar het schermpje blijf kijken loop ik achteruit, op zoek naar een beter standpunt. Vanuit mijn ooghoek zie ik plotseling dat ik door een opening in een rijtje veiligheidshekjes ben gelopen…

Het laatste dat Pauline ooit van háár Eddie heeft gehoord zijn een ijzingwekkende schreeuw en seconden later een doffe plof. Zij ‘eerde’ hem met een inscriptie op zijn grafsteen:

“Mijn Eddie, zijn hoogtepunt kwam letterlijk voor de val.

© Thislexy – 2016


donderdag 26 mei 2016

Weekendje Brugge. Thewa # 11, Strand - Jurk - Verdriet

De zon schijnt regelmatig tussen de bewolking door, de vogels fluiten -vermoed ik- en onder mij snort de four-cylinder sonoor met drieduizend omwentelingen per minuut. Walcheren, ik ken het alleen van VVV foldertjes, is mooier dan ik had verwacht. Vanaf de dijk langs de kust heb ik een prachtig uitzicht op de zee aan de ene kant en aan de andere kant over de landerijen die in 1953 werden getroffen door die verschrikkelijke watersnoodramp. Pas laat in de middag wil ik in het Belgische Brugge zijn, waar ik een hotelkamer heb gereserveerd. Ja, deze jongen heeft een weekend voor zichzelf geregeld, op de motor. Lekker een paar dagen alleen.

Op een kruising in Domburg trekt een wegwijzer met de plaatsnaam Zoutelande mijn aandacht.
Ik vraag mij af of die naam vóór de ramp al bestond en besluit gewoon die kant op te rijden.
Eens kijken of het allemaal ‘nieuwbouw’ is wat daar staat. Eerst moet ik nog door Aagtekerke,
maar dat kost niet meer dan een minuut, zo klein is dit dorpje. Dan, als ik nèt de Koekoeksweg op gereden ben, maakt mijn motor plots een raar geluid, begint te horten en te stoten en slaat pardoes af. Snel trek ik de koppelingshandle in en kan de motor uit laten rijden tot aan een verharding in de berm die naar een naastgelegen weiland leidt.
Snel controleer ik mijn motor. Benzine moet ik nog zat hebben. Heb vanochtend nog getankt, vlakbij Vierpolders. Stroom heb ik ook nog want mijn verlichting brandt en de startmotor draait zijn rondjes als ik de startknop indruk. Toch wil mijn trouwe tweewieler niet tot leven komen. Het is voor het eerst dat ik met motorpech ergens strand. Eerst de Wegenwacht maar eens bellen. Lang leve de GSM. Een vriendelijke telefoon-mevrouw zet mijn melding in het Wegenwacht pechhulp systeem maar moet mij tevens waarschuwen voor een lange wachttijd. Met een ‘er zit niks anders op’ en een bedankje sluit ik het gesprek af. Het wachten wil ik veraangenamen door te genieten van waar ik ben. Achter mij, op het weiland, komt op dat moment een trekker tot stilstand. Een ranke Zeeuwse blondine met een gezonde blos op haar wangen klimt de cabine uit en loopt naar het hek.
“Ik wou er graag even langs,” zegt zij, terwijl zij het hek opent.
Ik steek mijn duim in de lucht, neem het motorstuur in mijn handen en duw de motor aan de kant. Ondertussen is de blondine weer in de cabine geklommen en rijdt de trekker tot net buiten het hek.
“Zal ik het hek voor je dichtdoen?!” roep ik in een poging het geluid van de trekker te overstemmen en om tevens te voorkomen dat zij nog een keer de trekker uit moet klauteren, het hek dicht moet doen en dan weer de trekker in moet klimmen. Tot mijn verbazing zet zij de motor van de trekker af. Terwijl ik mij opnieuw van de weldadige stilte om ons heen gewaar word, constateer dat de vogeltjes inderdaad fluiten, komt zij opnieuw uit de cabine en gaat naast mij staan.
“Kun je je motor niet beter daar neerzetten?” zegt zij, terwijl zij met haar arm naar een boerenerf aan de overkant van de weg wijst.
“Ik zou het zo doen,” antwoord ik, “maar hij start niet meer.”
“Heb je de Wegenwacht al gebeld?” vraagt ze. Ik knik.
“Gaat nog wel even duren, zeiden ze,” vul ik aan.
Er verschijnt een lach om haar mond om van te smelten.
“Jij lust vast wel een biertje?” zegt ze.
Vragend kijk ik haar aan.
“Neem de motor maar mee,” klinkt het nog voor ze haar trekker weer in klimt, hem start, de straat oversteekt en het boerenerf oprijdt. Het is tamelijk uitgestorven op de Koekoeksweg, dus zonder problemen weet ik mijn motor naar de overkant te duwen.
“Start hem nog eens,” zegt zij, als ik weer naast haar sta.
Schouderophalend draai ik het contactslot om en druk de startknop in. Het klinkt wel alsof de viercilinder wil starten, maar er nèt de puf niet voor heeft.
“Klinkt alsof ‘ie geen benzine krijgt,” is haar vermoeden, “wacht even.”
Met een ferme pas loopt ze een grote schuur in om even later met een gereedschapskist terug te komen. Ze gaat op haar kont op de grond zitten en pakt wat gereedschap erbij. Even later houdt zij het kleine glazen benzinefilter in haar hand en schudt haar hoofd.
“Verstopt zo te zien,” luidt het oordeel.
Ik ga door mijn knieën en kom naast haar zitten. Samen kijken we naar een troebele inhoud van het benzinefilter.
“Start hem nog eens,” vraagt zij, terwijl zij de uiteinden van de benzineslangetjes die op het filter aangesloten zaten met de openingen tegen elkaar drukt. Nog even lijkt de motor niet te willen starten maar komt dan toch met een rauwe brul weer tot leven. Triomfantelijk kijkt zij mij aan en ik steek opnieuw mijn duim in de lucht waarna ik de motor het zwijgen weer opleg.
“Ik zet ze even aan elkaar,” zegt zij, duidend op beide slangetjes, “dan kan je voorlopig weer verder.”

* * *
De wegenwacht is afgebeld. Het biertje heb ik afgeslagen. Hete koffie staat in twee mokken op tafel, op een snijplankje liggen vier dikke plakken koek. De motorkleding die ik over mijn gewone kloffie draag, hangt over een van de eettafelstoelen. Mijn redster-in-de-nood, die naar de on-zeeuwse naam Melanie luistert, heeft in de tussentijd kans gezien haar werkkleding te verruilen voor een veel vrouwelijker tenue in de vorm van een heuse zomerjurk. Als zij de woonkeuken weer instapt kan ik mijn bewondering voor haar uiterlijk nauwelijks verbergen. Zo slecht zelfs dat het haar opvalt.
Een ontwapenende glimlach onder een stel ondeugend kijkende ogen vallen mij ten deel. Zij gaat tegenover mij aan tafel zitten en pakt haar mok. Terwijl zij mij blijft aankijken neemt ze voorzichtig een eerste slok.
“Doe je dat wel vaker, gestrande motorrijders weer op weg helpen?” zeg ik, in een poging een gesprek te beginnen.
Melanie lacht haar tanden bloot en gooit haar hoofd daarbij eventjes iets naar achteren.
“Alleen als ze mij zo op het oog wel bevallen.”
“Ik ben vereerd,” zeg ik met een lach.
“Maar dat is niet de enige reden hoor,” vult zij aan.
Ik trek verbaasd mijn wenkbrauwen op.
Meteen daarop zegt zij: “Ik heb een beetje een motorrijder-fetisj. Helemaal als ze tattoos hebben.
Heb jij ook tattoos?”
Ik denk dat zij een grapje maakt, maar als ik naar waarheid vertel dat ik inderdaad verschillende tatoeages heb zet zij haar mok met een klap op tafel, staat op, loopt om de tafel heen en komt voor mij staan.
“Echt? Mag ik ze zien?”
Ik twijfel even. De jonge dame die voor mij staat ziet er uit om op te eten. Ik zal mijn T-shirt uit moeten trekken om de tatoeages goed te kunnen laten zien. Maar ergens voelt het niet goed, al kan ik nog niet helemaal duiden waarom niet.
“Aaah, toe nou,” zegt ze met een gespeeld pruillipje, “dan mag jij mijn poesje zien.”
Ook nu maakt zij geen grapje, want zij tilt de zoom van haar jurk op en toont mij zonder enige gêne haar blote poes. Mijn pik mag dan net als ik 50+ zijn, toch blijft hij hier niet onberoerd onder.
Zittend probeer ik mijn T-shirt over mijn hoofd uit te trekken terwijl ik haar zo lang mogelijk strak aan blijf kijken.
“Oh, die is gaaf,” zegt Melanie meteen als de tatoeage van een adelaar op mijn borstkas zichtbaar wordt. Lenig als zij is legt zij haar ene onderbeen op de keukentafel en duwt korte tijd haar onderlijf tegen mijn borst, zodanig dat haar kutje precies bij de snavel van de adelaar uitkomt. De warmte straalt gewoon uit haar kutje en het geil glinstert al tussen haar schaamlippen.
“Oh, kon dat snaveltje maar even in mijn grotje komen drinken van mijn lekkere geil,” zegt zij hees.
Achter de rits van mijn gulp is het inmiddels dringen geblazen. Mijn pik zit half kromgebogen zó klem in één van de broekspijpen van mijn shorts dat het hebben van een stijve op dit moment onder de zeer-onprettige-ervaringen geschaard kan worden. De situatie is zowel hilarisch, pijnlijk als bizar.
Een op motorrijders geilende goed gebouwde jonge meid staat met haar natte kutje tegen de grijzende borstkas van een vijftigplusser aan te rijden die met een pijnlijk stijve pik in zijn broek niets liever zou doen dan nu het hazenpad kiezen. Alles voelt fout. Het leeftijdsverschil, haar overdreven hitsigheid, de narigheid met het thuisfront als dit op seks uit zou draaien en ooit uit zo komen.
Abrupt duw ik mijn stoel naar achteren, sta op, grijp achter de broeksrand langs mijn pik beet en zorg dat die weer normaal ‘adem kan halen’. Dan sjees ik mijn T-shirt weer over mijn hoofd, grijp mijn motorspullen bij elkaar en stier de woonkeuken uit. In mijn haast duw ik Melanie omver die met een gilletje achterover valt en op haar bevallige kontje op de plavuizengrond terecht komt.
“Bedankt voor de koffie!” roep ik nog half beleefd voordat ik het erf op loop, naar mijn motor toe.
In luttele seconden heb ik mijn motorjack aan, prop ik mijn motorbroek onder mijn jack, zet mijn helm op, start de motor en maak dat ik wegkom. Een woedende Melanie staat in de deuropening en verwenst mij alles wat niet heilig is. Het enige verstaanbare dat ik meekrijg is: “Rot ook maar op, stuk verdriet!” Een paar kilometer verderop stop ik even en neem de tijd om mijn kleding fatsoenlijk aan te trekken zodat ik de resterende kilometers naar Brugge veilig en droog over kom.

* * *

’s Avonds na het eten ben ik het hele voorval al haast weer vergeten en zoek een beetje vertier in het Brugse uitgaansleven. In een achterafstraatje kom ik langs een barretje waar uitsluitend dames de bediening doen en dat ook nog eens oben-ohne. Een Belgisch biertje gaat er altijd wel in, zeker als dat door niet onaardige Belgische schonen wordt geserveerd bedenk ik mij. De uitsmijter laat mij zonder problemen naar binnen, waar ik in het schemerdonker door een half blote, mooi opgemaakte, jonge meid wordt opgewacht met de vraag: “Hallo, mijn naam is Melanie. Jij lust vast wel een biertje?”


zaterdag 30 april 2016

En de Z..... staat voor Zwijgen.




Spreken is zilver, zwijgen is goud. Ik heb zwijgen gekozen voor de challenge van vandaag, omdat dit het laatste blogje van deze reeks is. Ik doe er voorlopig even het zwijgen toe. Ik zal zwijgen als het graf. Nee, dat niet. Dat gaat pas lukken als ik echt voor de laatste keer mijn adem heb uitgeblazen.
Lao-Tse zei ooit: Zwijgen leren we pas in de loop van ons leven; spreken leren wij al eerder. Of zoals de Dalai Lama ons heeft geleerd: Herinner je dat stilte soms het beste antwoord is.
We praten (schrijven) heel veel, maar zeggen soms zo weinig. Ook ik maak mij daar schuldig aan, of het nu bij het gesproken of het geschreven woord is. Alle voorgaande 25 blogje zijn prietpraat, stuk voor stuk misbaar. Dit blogje ook trouwens. Het enige dat er bereikt is, als je daar al van mag spreken, is dat ik met dit laatste stukje de finish van de challenge gehaald hebt. En nu? Nou, niks dus. Het leven gaat gewoon door. De Aarde draait nog steeds om zijn as, samen met de andere planeten om de zon en met ons hele zonnestelsel ergens in de uithoek van het Melkwegstelsel, om de kern daarvan. Dat doet de Aarde al een poosje en zij zal dat ook nog lange tijd blijven doen. Nog jaren, eeuwen en millennia wellicht, zullen de mensen blijven praten, blijven schrijven. Ook als al lang niemand meer weet dat er ooit een World Wide Web was, waarop mensen blogjes bijhielden en aan schrijfuitdagingen meededen. Dat relativeert, hè? J

Grof geteld heb ik er een dikke 6000 woorden aan besteed, gemiddeld 230 per blogje. Uren van mijn vrije tijd aan opgeofferd en nauwelijks te bepalen hoeveelheden stroom voor verbruikt. Maar ach. Jullie enig leesplezier bezorgen…dat mag wat kosten.

Bedankt voor het lezen/reageren. Tot blogs!

vrijdag 29 april 2016

Y staat voor Yammeraar.




Wedden dat jij ook niet weet wat dat is, een Yammeraar. Of maak ik nu de grootste fout en weet de hele wereld wat dat is, behalve ik? Het zou zo maar kunnen. Echt, ik kom al zoekende naar woorden die ik in deze challenge kan/wil gebruiken, de gekste termen tegen. Dacht eerst nog dat het verkeert (lol) geschreven was. Dat ze jammeraar bedoelen; iemand die jammert. Niet dus. Het is ook niet de naam van een pijnlijk Fifty Shades SM speeltje of zo, dat ‘het slachtoffer’ laat jammeren.
Nogmaals nee dus. Er bestaan op deze aardbol Yammeraars. Tenminste… ik ga ervan uit.
De Yammeraar Yammert dan ook. Op Yammer wel te verstaan. Stel je voor dat hij/zij ergens anders wil gaan zitten Yammeren. Jammer dan, dat gaat niet. Dus als je Yammeren wilt, prima, maar dan op Yammer en nergens anders.
Erg erotisch is dit onderwerp ook niet, helaas. Al kun je je misschien voorstellen dat er erotische informatie over een weer gaat tussen Yammeraars. Niet dat dat de bedoeling is, denk ik. Het is dus een bedrijf dat zo heet en dat een soort social network voor bedrijven runt. Een Facebook voor de werkenden of zo. Inmiddels al een aantal jaren in handen van Microsoft en volgens de website gebruiken héél véél bedrijven het. Vandaar mij uiteindelijk toch wel afgezwakte bewering aan het begin van dit blogje… Toch blij dat ik dit woord, dankzij deze uitdaging, heb kunnen toevoegen aan mijn vocabulaire. Je zult het maar missen, dacht hij met een licht sarcastische ondertoon.
Ik zou nog wel even door kunnen gaan met deze challenge, maar alleen morgen -Yammer… eh jammer maar helaas- nog. Dan doen we…. Je raadt het al, de Z.

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.

donderdag 28 april 2016

X staat voor X-rated.




Best lastig zo’n schrijfchallenge waarbij je een maand lang (bijna) iedere dag een blogje 'mag' produceren, met als onderwerp een woord dat met een specifiek letter van het alfabet moet beginnen. Daarbij wil ik er -als het even kan-  een erotisch tintje aan geven. Nou, dan wordt de spoeling dun kan ik je verzekeren. Vandaag dus over X-rating. Morgen, de Y…? We zien wel.
Over X-rating zegt het internet het volgende: “A classification devised by the MPAA and the NATO in 1968 to designate certain films containing excessive violence or explicit sexuality. It was replaced in 1990 by the NC-17 rating.”
Mijn eerste gedachte: Wat heeft de NATO hier in hemelsnaam mee te maken, tot er onderaan, in kleine lettertje staat: MPAA - Motion Picture Association of America, NATO - National Association of Theater Owners. Shakespeare zei het al: “What’s in a name?”
Maar ik dwaal af, sorry.
In het altijd puriteinse Amerika, waar daarnaast de grootste losbandigheden die je je maar voor kunt stellen ook plaatsvinden, was er met de voortgang van de seksuele revolutie behoefte aan het beschermen van de jonge mensen. Die mochten niet worden blootgesteld aan beelden die hetzij gewelddadig waren, hetzij expliciet van seksuele aard. De combinatie van beide was al helemaal ondenkbaar natuurlijk. Allemaal te begrijpen. Dus werden films gecategoriseerd. In hokjes geduwd zo je wilt. Ik herinner mij vaag eens gelezen te hebben waarom de letter X hiervoor werd geselecteerd. Helaas kan ik het mij niet herinneren en even zoeken op het WWW bracht daarin geen duidelijkheid.
Voorts lees ik dat de hele X-rating eigenlijk al lang is vervangen door de NC-17 categorie. Nou, lekker dan! Kan ik dit hele stukje net zo goed een XXX-rating geven.

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.

woensdag 27 april 2016

W staat voor Webcam.




Ik ben al oud. Echt waar. In mijn tijd… (als je zo begint, nou dan ben je dus ècht oud, geloof me!) mocht ik de telefoon die we thuis hadden niet gebruiken om vrienden/vriendinnen te bellen. 
Dat was veeeeeel te duur. Uren bellen met familie aan de andere kant van Nederland, door moederlief, dat was uiteraard géén probleem. Maar laat ik geen oude koeien uit de sloot halen.
Om bijvoorbeeld mijn meisje destijds te zien, moest ik werkelijk naar haar toe. GSM’s bestonden nog niet. Dan kon het dus gebeuren dat ik, eenmaal aangekomen bij haar ouderlijk huis, of voor een dichte deur stond, of dat er wel werd open gedaan maar dat zij niet thuis was.
Maar de techniek is sindsdien verder ontwikkeld. Nu hoef je de deur niet uit, anno 2016, om te weten -en te kunnen zien- of een vriend/vriendin thuis is. Sterker nog, zelfs al ben je wel de deur uit, dan nòg kun je dat zien als je wilt. Ik heb de video camera zien ontwikkelen, maar dat zo’n dingetje IN je telefoon past, dat had ik destijds nooit kunnen bevroeden. De jongelui van tegenwoordig hebben het maar makkelijk met zo’n webcam in PC, laptop, notebook, tablet, telefoon of weet ik veel wat voor gadget. Verdorie, ik word echt oud! J

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.

dinsdag 26 april 2016

V staat voor Vluggertje.




Een paar dagen geleden had ik het er al over. De V zou over ‘vluggertje’ gaan. Nou, even vlug dan.
Een vluggertje is de term voor een snel en oppervlakkig seksueel contact, waarbij voor- en naspel achterwege worden gelaten maar vooral lekker geneukt wordt. Waarbij opgemerkt dat ‘lekker’ erg relatief kan zijn. Ik ben geen groot voorstander van vluggertjes. Zoals ik gisteren al schreef, ben ik meer van langzaam en liefdevol. Niet dat een vluggertje niet liefdevol kan zijn, maar het beeld dat ik bij een vluggertje heb, is dat het vooral om een stukje lustbevrediging gaat en er niet per se liefde bij aan te pas hoeft te komen.
Zo’n snelle wip is te vergelijken met fast food. Als je wilt dineren ga je naar een restaurant. Wil je alleen maar voedsel in je maag, dan loop je zo’n ‘snel-eten-keten’ binnen. Wil je een liefdevolle vrijpartij; dan kruip je samen in, of òp, een comfortabel bed. Als je een vluggertje wil…  who needs a bed for that?
Ik ben niet Roomser dan de Paus, mijn lief en ik hebben heus wel eens een vluggertje gedaan, maar ik hield er steevast een ‘raar’ gevoel aan over. Een onaf-gevoel. En misschien ook wel een liefdeloos gevoel. Kortom, niet echt mijn ding. Maar vlug over wat anders schrijven. Tot morgen!

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.

maandag 25 april 2016

U staat voor Ultiem.




Wat een heerlijk woord is dat: ultiem. Erg gaat niks boven Groningen, zegt men wel eens, maar ik houd het op: erg gaat niks boven ultiem. Ultiem is ultiem, klaar. Net als dat er geen allerlaatste is.
Er is iets, of iemand, het laatste. Dat je allerlaatste bent voegt niets toe. Denk maar aan dat raadseltje over een hardloper; Op welke plaats loop je als je de laatste renner voorbij gerend bent?
Antwoord komt zo. J
Ultiem is het hoogst haalbare, het beste van het beste. Het crème de la crème. Vrijen betekent voor mij de ultieme liefdesbetuiging. Liefdevol vrijen. Beiden zijn naakt. Als je naakt bent, valt er niets meer te verbergen. Ultieme kwetsbaarheid dus. Als je je partner dan nog met alle liefde die je in je hebt aan kunt kijken en je met eenzelfde liefde aangekeken wordt, dan zit het helemaal snor tussen jullie beiden. Hogere verwachtingen kun je niet hebben. Zelfs als de vrijpartij niet seksueel tevredenstellend is, dan nòg is er wat mij betreft sprake van een ultieme situatie. Want als je echt veel van elkaar houdt dan vrij je met elkaar. Dat is wat anders dan neuken. Neuken is lust. Vrijen is liefde. Neuken is klaarkomen. Vrijen is houden van. Vrijen en wèl klaarkomen, blijft ultiem en wordt geen allerultiemst of zo.
Oh ja, die allerlaatste renner. Het is onmogelijk de laatste renner in een wedstrijd te passeren. 
Hooguit kun je de voorlaatste inhalen. Daarvoor moet je zelf de laatste renner zijn. Jezelf inhalen is onmogelijk.

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.

zaterdag 23 april 2016

T staat voor Tieten.




Het had ook voor tepels kunnen staan, of voor testikels, dan wel voor triootje. Maar het is tieten geworden. Mannetje als ik ben, heb ik geen tieten. Geen memmen, prammen, boezems, bos hout voor de deur, buste, voorgevel, bloemkolen, stootwillen of welke term je er maar voor wilt bedenken. 
Er zijn wel mannen met tieten, sommige omdat ze in een overgangsfase zitten van man naar vrouw, of, en dat gebeurt vaker heden ten dage, door een verstoorde hormoonhuishouding, verkeerde voeding, onvoldoende beweging. Men spreekt dan in de medische termen van gynaecomastie. 
Ik weet daar verder niets van en heb dat ook maar opgezocht. Ik wil het daar dan ook hier nu niet over hebben. De borsten van de vrouw, daar wil ik het wel even over hebben. Zoals ik heb geschreven ben ik een billenman. Toch zijn de borsten van een vrouw een lichaamsdeel waar ik in hoge mate geïnteresseerd in ben. Zou dat toch te maken hebben met het feit dat je als baby aan de borst (gevoed) bent geweest? Ik ben dat wel in ieder geval. Ook nu vind ik het bepaald niet onaangenaam om aan een tepel te sabbelen. Er hoeft natuurlijk geen moedermelk meer uit te komen, maar dat sabbelen eraan, of er even speels in bijten, is niet te versmaden. De grootte van de borst is daarbij, voor mij, van ondergeschikt belang. Aan een kleine borst kan ik net zoveel genoegen onttrekken als aan een grote. Tè groot hoeft zeker niet voor mij. Lijkt mij voor de vrouw in kwestie ook geen pretje. Ze moeten, bijna letterlijk, wel in de hand te houden zijn natuurlijk. Als laatste over dit onderwerp een volksuitspraak uit Burundi: “Als een meisje niet wil trouwen, wacht dan maar tot haar borsten beginnen te hangen.” Heren, u bent gewaarschuwd! J

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.

vrijdag 22 april 2016

S staat voor Seks.




Ha! Die zag je vast niet aankomen! De S van seks. Oh jee als je een blogje met dat woord erin schrijft. Alle zoekmachines op het Internet gooien je meteen in de ban. De URL wordt anoniem naar de inbox van de NSA, FBI en MeldMisdaadAnoniem gemaild. Zodra ze jouw identiteit hebben achterhaald volgt er achter de schermen een antecedentenonderzoek, en oh wee als je nog ergens een parkeerboete open hebt staan. De NVID tapt zo je internet aansluiting af en alles dat je blogt zal tegen je worden gebruikt. Of dit waar is valt te betwijfelen al kan ik mij indenken dat er wel technische mogelijkheden zijn om zoiets te realiseren. Maar ach, zij die openlijk over het onderwerp durven te schrijven zijn, denk ik, degenen die op een gezonde manier met seks opgaan. Een pedo zal zijn, of haar, verboden seksuele ideeën nooit openlijk op een blog zetten, denk ik. Ik schrijf over erotica, of noem het seks. Ik ben aangesloten bij een groepje gelijk denkende schrijvers/kunstenaars. Ik beoefen de liefde zo vaak ik wil, op een manier die mij (en mijn partners) prima bevalt. Ik (da’s de vierde keer op rij dat een zin met ‘ik’ begin. Een schande in schrijversland J) prijs mij gelukkig dat ik in een land leef waar dat kan. Waar ik een hoop regeltje te verduren heb, maar als ik mijn seksuele voorkeuren aan het papier of dit blog toevertrouw, dan kan dat zonder consequenties. Tenminste, vanuit overheidswege. Kijk, als dit nu door een bekende van mij wordt gelezen en die persoon wil vanaf nu daarom niets meer met mij te maken hebben… dat houd ik niet tegen. Maar tegen die persoon zou ik willen zeggen; zonder seks had jij waarschijnlijk het levenslicht nooit gezien!

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.

donderdag 21 april 2016

R staat voor Relax.




Geef het maar toe, we leven in een hectische wereld. Druk, druk, druk zijn we allemaal. Van top manager tot hockeymoeder, van ritalinjunkie tot eenmanszaak eigenaar. We moeten van alles en het liefst nu ook nog eens. Zelfs voor een tijdrovende kwestie als de liefde bedrijven hebben we een oplossing in dat kader bedacht: het vluggertje. Het vluggertje! Laat dat eens goed tot je doordringen. Ga eens even zitten, haal diep adem en relax. Stel je hebt een liefdevolle relatie met iemand. Misschien wel iemand waar je nog heel lang die relatie mee in stand wilt houden, en dat bewijs je dan… met een vluggertje?!  Ik denk dat ik een onderwerp voor over vier dagen weet. Dat net als vier, met een V begint. J
Relaxen doen we in de westerse maatschappij te weinig. Toch is het heerlijk om te doen en uiteindelijk levert het meer tijd op dan het kost volgens mij. Mensen die relaxt zijn, zijn creatiever, vrolijker en optimistischer… en vast nog een hoop dingen meer. Creatieve, optimistische en vrolijke mensen ondervinden minder problemen in hun dagelijkse leven. Kunnen dus beter met de stress omgaan en presteren per saldo meer dan hun on-ge-relaxte medemensen. Een hoop mensen zijn relaxt nadat ze hebben gevreeën, mij motto is: begin er relaxt aan, dat maakt het een stuk intiemer, lekkerder en liefdevoller. Neem de tijd voor de goede dingen in het leven. Relax!!

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.

woensdag 20 april 2016

Q staat voor Quetzal.




In mijn streven een blogje te wijden aan alle letters van het alfabet, die bovendien nog een beetje erotisch mogen zijn, kom je op een dag bij de letter Q uit. Dan kun je hooguit een blogje maken over ‘queer’ of ‘queen’, maar we hebben al zoveel anglicismen in onze taal. Je gooit er dus maar eens een on-line Nederlands woordenboek tegenaan en ziehier het woord Quetzal. Ik liep het zo maar tegen het lijf, als het ware. Ik heb/had er nog nooit van gehoord. Is het wel of niet erotisch? Dus haal je wikipedia er even bij. Wat schetst mijn verbazing, had ik het in het blogje van gisteren nog over snavels, de Quetzal is een vogelsoort. Jawel! En nog meer, maar daar kom ik zo op.
De Quetzal behoort tot de Trogons, staat er in de wiki. Eerst dacht ik nog dat ze het over science fiction of fantasy figuren hadden, maar nee, dat was een misverstand bij mij. Trogons zijn een vogelsoort waarvan de verschillende ondersoorten, of hoe dat ook maar heet, erg kleurrijke verenkleden hebben. De Quetzal schijnt dan weer eentje te zijn die wel hele mooie kleuren heeft. Er staat: Zowel de mannetjes als de vouwtjes hebben een prachtig metaalglanzend groene rug en vleugels, een helder rode borst en witte onderstaartveren. De mannetjes hebben bovendien erg lange, sierlijke groene staartveren die ze als ze in het nesthol zitten buitenboord hangen.
Blijkt ook nog eens dat dat beestje zijn naam heeft gegeven aan de Guatemalaanse munteenheid. Dat vind ik prachtig. Vraag mij wel meteen af of die munt dan ook die kleuren heeft…

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.

dinsdag 19 april 2016

P staat voor Pijpen.




Ja dit blog is ietsjes erotisch, soms. Dus ik ga het inderdaad niet over gaspijpen, waterpijpen, rioolpijpen, schoorsteenpijpen of uitlaatpijpen hebben. Hoewel...? Over dat laatste, er is natuurlijk die grap over een …........... (vul zelf een nationaliteit in) terrorist die een bus op wil blazen. En daarbij zijn lippen verbrandt. Maar met de terroristische aanslagen in Brussel, nog niet zo heel lang geleden, in gedachten, geen leuk mopje meer. Zag onlangs nog wel een foto die op het internet rondzwerft van een man die op de grond geknield achter een auto zit en pielemans in de uitlaatpijp heeft weten te prakken. Daar komt dan nog bij dat de man vrouwenlingerie draagt, alsof het beeld van zijn pik in de uitlaat niet al absurd genoeg is. Maar ook over die (uitlaat)pijp ga ik het niet hebben. Nee, pijpen gaat vandaag over afzuigen, fellatio, blowjob of hoe men het in de volksmond ook maar noemen wil.
Zoals zoveel dingen, is dit heus niet iets van de laatste tijd. Niet iets dat we, als mensheid, in de laatste eeuw of zo ‘ontdekt’ hebben. Het is geen gevolg van de seksuele revolutie, zo je wilt.
Nee, pijpen is net zo oud als het oudste beroep. Vanaf het moment dat we van seks spreken en dus het pure gebruik van de geslachtdelen voor de biologische functie van voortplanting niet heel erg belangrijk meer vinden, is pijpen ontstaan. Nou ben ik dus een (hetro)mannetje en heb het genoegen al vaak mogen proeven om gepijpt te worden. Ik vind het een van de betere ‘luxe-uitvindingen’ die de natuur te bieden heeft. Stel je nou toch eens voor dat ‘de mens’ met een snavel rondliep, als zaadeter. Dan was daar nooit plaats genoeg geweest om een lekkere grote pik in de mond/snavel van de vrouw (of als je dat liever hebt, van de man) te steken. Wat dat betreft heeft de natuur, of God, dat toch maar weer prima geregeld. Mannen hebben een pik, vrouwen hebben en mond. Kunnen ze alsnog zaad eten.

Bedankt voor het lezen/reageren, hopelijk tot morgen.