dinsdag 18 september 2018

Heptets vloek

Schrijfopdracht voor de Eroscripta bijeenkomst in september. Thema anachronisme.


Heptets vloek

Zweetdruppels paarlen over Jennifer Carters gezicht. De hitte in Egypte heeft weer eens bijna onmenselijke temperaturen aangenomen. Nu, op het heetst van de dag, ontvluchten de meeste mensen dan ook met liefde de archeologische site nabij de piramides van Caïro. Maar Jennifer, achterkleinkind van de beroemde Howard Carter, blijft bij het 4400 jaar oude graf, juist nu. Zo kan zij in alle rust de unieke objecten bestuderen die in de tombe van de vroegere vrouwelijke officier Heptet gevonden zijn. De gouden, met groene jade bezette, gesp bijvoorbeeld, die ooit een lederen riem sierde die om Heptets ongetwijfeld bevallige middel zat. Of de dolk waarvan de handgreep is ingelegd met blauwe lapis lazuli dat helemaal uit Afghanistan afkomstig is.
De bewakers van het Egyptische ministerie van Oudheden zijn de enige andere levende personen die achtergebleven zijn. Vanuit hun met airco’s gekoelde wachtruimten houden zij iedereen in de gaten die het graf betreedt of uitkomt. Ook monitoren zij de beelden van de beveiligingscamera’s die in het graf staan en hangen. De mannen kennen de routine van Jennifer al door en door. Met een nimmer ontbrekende glimlach laten ze haar het graf betreden om vervolgens haar bewegingen rond de tombe op de tv-schermen te volgen. Jennifer geniet de hoogste archeologische bevoegdheid, welke haar door de minister van oudheden persoonlijk werd verleend. Het betekent dat zij alles aan mag pakken, mag bekijken en mag documenteren.

Met steriele handschoenen aan haar handen pakt ze de gisteren gevonden gesp op en draait hem ondersteboven. Zelfs de achterkant is met ongelooflijk veel zorg gemaakt. De handwerklieden uit vroeger tijden waren geweldige vaklui die hedendaagse edelsmeden misschien nog wel het een en ander zouden kunnen leren. Jennifer doet nauwkeurige metingen van het voorwerp en tekent het onderaanzicht op een nieuw papier van haar klembord. De dolk ondergaat enige tijd later eenzelfde nauwgezet onderzoek. Zodra zij hiermee klaar is legt Jennifer beide voorwerpen in een speciale, beklede, transport kist. Er is nog genoeg tijd om een volgend voorwerp uit de tombe op te diepen en aan een onderzoek te onderwerpen, voor de meute van hun siësta terugkeert.

Met een pincet tilt Jennifer een loszittend deel van de windselen op en kijkt wat er onder zit.
Tot haar verbijstering ligt er een staafvormig object met een afgeronde top. Waar de top overgaat in het rechte deel van de staaf is een gleuf gemaakt. Jennifer kan de gedachte niet onderdrukken dat het ding grote gelijkenis vertoont met een hedendaagse vibrator. Nog nooit eerder is een dergelijk voorwerp in een Egyptische graftombe gevonden. Hoofdschuddend dwingt zij zichzelf tot kalmte. Eerst observeren en registreren, dan pas conclusies trekken, herinnert zij zichzelf nog maar eens een keer. Honderden keren heeft zij dat al tegen anderen moeten zeggen als de emoties of speculaties te hoog opliepen. De staaf lijkt van een zwarte steensoort te zijn gemaakt die, ondanks de millennia die hij hier heeft gelegen, nog een onmiskenbare glans vertoont. Jennifer legt de met de pincet opgepakte windsels aan de kant waardoor het object in zijn volle lengte zichtbaar wordt. Voorzichtig buigt zij zich over het ding om het eerst maar eens gewoon van dichtbij te bekijken. Met een ruk recht zij haar rug weer als zij denkt aan de onderkant van de staaf een schroefdop te herkennen.

“Nee, nee, nee. Dit kan niet waar zijn,” roept zij geschrokken. “Dit bestaat niet!”
De praatjes die al eeuwen de ronde doen over tijdreizigers, of buitenaardse wezens, die de Egyptenaren bezocht zouden hebben en waarvan mogelijk hiërogliefen zijn opgetekend, gaan in een razend tempo door Jennifers gedachten. Zou het dan toch…?
Er is maar één manier om het zeker te weten. Als de dop zich laat openen moeten er restanten van batterijen in het inwendige te vinden zijn. Met bevende handen pakt Jennifer de staaf tussen de windsels vandaan. Het gewicht van het ding is beduidend groter dan haar eigen kunststoffen speeltje voor momenten dat de slaap niet wil komen. Voorzichtig probeert zij de dop iets te draaien… Een gilletje ontsnapt aan haar mond als de staaf trillend tot leven komt. En bij de vibrator alleen blijft het niet. De windsels bewegen ook, zij ziet het duidelijk. Haar voeten willen haar lichaam naar de uitgang van het graf brengen, en rap ook, maar blijven als aan de grond genageld staan. Jennifer ziet hoe een perfect gevormde vrouwenhand tussen de windsels door naar boven komt. De pols, de onderarm, alles ziet er normaal uit. Een tweede hand wordt ook zichtbaar. Beide handen gaan op de tast naar de rand van de stenen tombe en pakken hem vast. Dan komen de windsels, aan de kant waar het hoofd van Heptet zit, omhoog. Jennifers mond wordt droog, haar hart racet en haar ademhaling is gejaagd, als langzaam een vrouwengezicht tussen de afbrokkelende windsels zichtbaar wordt.
Stukje bij beetje komt het prachtige, en naakte, lichaam tevoorschijn. Het lijkt net alsof de vrouw uit bad stapt. Jennifer is overdonderd door de schoonheid van de vrouw. Heptet stapt uit de tombe en komt naast Jennifer staan. Beide vrouwen zijn nagenoeg even lang en kijken elkaar kort, maar indringend in de ogen. Alle angst die aanvankelijk Jennifers lijf in bezit had genomen vervliegt terstond om plaats te maken voor een mysterieuze soort volgzaamheid. Als Heptet haar hand uitsteekt legt Jennifer daar, willoos als een pop, de nog altijd trillende vibrator in. Er verschijnt een lach op Heptets gezicht, alsof zij een oude bekende weerziet.
“Jou heb ik een tijd niet tussen mijn benen gehad, kleine speelkameraad van mij.”
Terwijl ze ziet hoe Heptet het speeltje over haar huid in de richting van haar schaamstreek beweegt gaat er rillingen door Jennifers lijf. Het zijn duidelijk rillingen van genot, haar stijve tepels zijn de stille getuigen daarvan.
“Kleed je uit, Jen!” klinkt het scherp uit Heptets mond.
Nauwelijks verbaasd dat Heptet haar naam kent begint Jennifer haar kleren, al even willoos, uit te trekken. Enkele tellen later staat zij net zo naakt als Heptet in de kleine stenen ruimte die duizenden jaren Heptets stille donkere graf is geweest. Jennifer kan haar opwinding niet langer bedwingen en knielt voor de ranke, mooie vrouw op de grond om vervolgens haar hoofd in Heptets schaamstreek te duwen. Haar tong gaat gulzig op zoek naar Heptets kleine genotsknopje dat tussen haar schaamlippen verstopt zit. Bij het eerste contact ontsnapt er een diepe zucht uit Heptets mond.
Met haar hand druk ze Jennifers hoofd nog wat krachtiger in haar kruis en spreidt haar benen een beetje om nog meer genot te kunnen ontvangen. Jennifers tong voelt hoe Heptets clitoris harder wordt en proeft al snel het zacht zilte vocht dat tussen Heptets schaamlippen door een weg naar buiten zoekt.
Het is voor het eerst van haar leven dat zij de opwindende sappen van een andere vrouw proeft en het verbaasd haar hoe lekker het smaakt. De zacht dwingende kracht waarmee Heptet haar hoofd in Heptets schoot drukt, draagt alleen maar bij aan het geile gevoel dat door Jennifers lijf bruist.
Met lange halen likt zij de schaamlippen van de Egyptische dik en nat, tot Heptet haar kleine zwarte zoemende speelkameraadje tussen haar kutlippen drukt en zich overgeeft aan de trillingen die tot diep in haar buik voelbaar zijn.
“Kom naast me liggen,” gebiedt zij Jennifer, terwijl zij zelf ook op de harde stenen vloer van de grafruimte gaat liggen.
“Druk je bovenbeen in mijn kruis. Stevig!” zegt Heptet, terwijl zij haar kameraadje voor haar schaamstreek houdt.
Met haar gezicht vlakbij dat van Heptet komt Jennifer snel in de gewenste houding liggen en duwt haar bovenbeen tegen de kleine speelkameraad. Zodra de druk hoog genoeg is, en het genot evenredig in Heptets onderlijf toeneemt, laat zij het apparaatje los en pakt met beide handen Jennifers hoofd vast en trekt het naar haar gezicht.
Twee paar lippen raken elkaar voor een voorzichtige kus. Al snel gaan twee tongen op zoek naar de ander en draaien wellustig rondjes om elkaar heen. Een van Heptets handen gaat op de tast naar Jennifers tepels en speelt er plagend mee door erin te knijpen, eraan te trekken en dan weer zachtjes te strelen. Jennifer sluit haar ogen en laat deze vloedgolf aan nieuwe ervaringen zacht kreunend op haar inwerken. Onwillekeurig gaan haar vingers op zoek naar Heptets tepels en spelen er vervolgens al net zo ondeugend mee. Hun geile kreungeluiden weerkaatsen tijdens hun hete spel haast onophoudelijk tegen de kille wanden van de met hiërogliefen versierde ruimte. Ze zoenen, likken, vingeren en wrijven met hun kutjes tegen elkaar. Ook delen ze het zoemende kleine zwarte kameraadje, tot bij Jennifer een orgasme aan komt waaien als een hete stofstorm in de woestijn.
De blik in Heptets ogen verandert naar een intensiteit die Jennifer laat schrikken.
“Ga je komen, kleine heks?” sist Heptet, “Niet voordat ik aan mijn gerief ben gekomen!”
Voor ze het weet omvatten Heptets handen Jennifers keel en drukken die dicht. Door de acute ademnood neemt haar geilheid nog een paar tellen eerder toe dan af, maar maakt dan plaats voor angst. Doodsangst zelfs. Maar hoe ze ook vecht tegen Heptets handen, het lukt haar niet om ze los te krijgen. Na een akelig lange tijd vernauwt haar blik zich, tot het geluid wegsterft en er een onheilspellende duisternis intreedt.

Als door een wesp gestoken komt Jennifer los van de kussens waar ze met haar hoofd op heeft gelegen. De adem giert door haar luchtpijp haar longen in. Met wijd opengesperde ogen kijkt zij, hoestend en met beide handen om haar hals tastend, de wereld weer in. De stoffige millennia oude tombe heeft ‘opeens’ plaatsgemaakt voor een ziekenhuiskamer. Heptets handen zijn weg, net als haar gezicht met die enge blik, gelukkig. Daarvoor in de plaats is het bezorgd kijkende gezicht van Malcolm Delfrish gekomen samen met een bonkende hoofdpijn op die Jennifer onmiddellijk, van de pijn kreunend, terug in de kussens laat zakken.
“Rustig, rustig nou,” kalmeert Malcolm, haar trouwe assistent, haar. “Blijf nou liggen! Je hebt een flinke hersenschudding opgelopen toen je je hoofd zo stootte aan het plafond van de tombe.”
“Hoofd stootte?” kreunt Jennifer, die nog niet helemaal begrijpt wat er precies gebeurd is, maar nu wèl snapt waar de hoofdpijn door komt.
“Ja, gelukkig keken de bewakers op dat moment naar de monitoren. Je ging plotseling rechtop staan. Het leek wel of je een stroomstoot kreeg, zeiden ze. Daarbij sloeg je met je hoofd tegen het plafond en smakte vervolgens op de grond.“
“En Heptet dan?” wil Jennifer weten.
“Heptet? Nou… uh, die ligt nog gewoon in haar graf hoor,” antwoordt Malcolm, die dolgraag wil weten waarom Jennifer zo abrupt rechtop ging staan, maar de stem van een verpleegkundige onderbreekt hun gesprek echter.
“Meneer, het is tijd om de patiënte alleen te laten. Zij moet rusten.”
“Oh, maar natuurlijk. Dan zie ik je vanavond wel weer, Jennifer. Uuuh… vóór ik ga… je persoonlijke spulletjes, horloge en zo, heb ik in het bovenste laatje van je nachtkastje gelegd. Beterschap, tot vanavond.”
Als de kamerdeur zich achter Malcolm en de verpleegkundige heeft gesloten, keert de rust in de ziekenhuiskamer terug. Vóór Jennifer zich aan haar vermoeidheid over wil geven trekt ze het laatje van haar nachtkastje open om te zien welke persoonlijke spulletjes Malcolm precies bedoelde. Ze ziet  inderdaad haar horloge, haar halskettinkje… en een zwart staafvormig object met een afgeronde punt! In haar hoofd galmt plots de bijna satanische stem van Heptet: ”Doe je ogen maar dicht, meisje, dan kom ik je lekker in je dromen opzoeken! Ha, ha, ha, ha!!!!”

© Thislexy, 2018.

Andere verhalen bij dit thema vind je hier .