Een nieuwe start?
Een roestige vrachtboot deint misselijkmakend op de golven
van de Middellandse Zee. Honger en dorst hebben bezit genomen van de honderden
vermoeide passagiers. Het schip stinkt naar stookolie, uitwerpselen en
braaksel. De stampende scheepsmotor wordt overstemd door de schelle stemmen van
angstige vrouwen, jammerende kinderen en een kakofonie aan mannenstemmen,
die elkaar chaotisch en tegenstrijdig commanderen.
Rond middernacht worden de roddels werkelijkheid; de rubberboten gaan te water. De uit de kluiten gewassen boten lijken niettemin eierdopjes, vergeleken met de freighter. De nacht heeft niet alleen duisternis gebracht, maar ook wind, véél wind. De mannen moeten vechten tegen de elementen om alle boten in het zoute water voor de Griekse kust te krijgen.
die elkaar chaotisch en tegenstrijdig commanderen.
Rond middernacht worden de roddels werkelijkheid; de rubberboten gaan te water. De uit de kluiten gewassen boten lijken niettemin eierdopjes, vergeleken met de freighter. De nacht heeft niet alleen duisternis gebracht, maar ook wind, véél wind. De mannen moeten vechten tegen de elementen om alle boten in het zoute water voor de Griekse kust te krijgen.
Odelia heeft haar dochter Kabibe in een doek gewikkeld en
houdt het kind krampachtig tegen haar aan. Samen met de anderen is zij op de
bodem van ‘hun’ grote grijze opblaasboot gaan zitten.
Golf na golf slaat over de rand. Mannen en kinderloze vrouwen hozen het water onophoudelijk terug de meedogenloze zee in. Achterin de boot bedient Mansour, man van Odelia, vader van Kabibe,
de buitenboordmotor en stuurt daarmee het overbelaste vaartuig in de richting van de reddende kust. Telkens als hij “Hoofd omlaag!” schreeuwt, duiken zijn doorweekte medereizigers met hun hoofd naar beneden en trotseren een nieuwe aanval van de woeste zee. Kabibe bekijkt het schouwspel met grote angstige ogen. Nauwelijks herkent het jonge meisje nog haar liefhebbende vader in de commanderende stuurman.
Golf na golf slaat over de rand. Mannen en kinderloze vrouwen hozen het water onophoudelijk terug de meedogenloze zee in. Achterin de boot bedient Mansour, man van Odelia, vader van Kabibe,
de buitenboordmotor en stuurt daarmee het overbelaste vaartuig in de richting van de reddende kust. Telkens als hij “Hoofd omlaag!” schreeuwt, duiken zijn doorweekte medereizigers met hun hoofd naar beneden en trotseren een nieuwe aanval van de woeste zee. Kabibe bekijkt het schouwspel met grote angstige ogen. Nauwelijks herkent het jonge meisje nog haar liefhebbende vader in de commanderende stuurman.
Maar dan… Dan hebben ze héél eventjes oogcontact en ziet zij
hem naar haar lachen, alsof hij zeggen wil: “Het komt goed, lieve schat.
Vertrouw op mij.”
Net als zij naar haar papa wil roepen dat zij van hem houdt, beukt een nieuwe golf tegen hun boot. Van schrik knijpt Kabibe haar ogen dicht.
“Hoofd omlaaaag!” hoort zij nog.
De ronde boeg wordt meters de lucht in gekatapulteerd. Met een klap smakt de boot terug op het onstuimige water. Als Kabibe haar ogen weer opent is de plaats achterin de boot leeg.
“Mansour!! Mansour!!” krijst haar moeder hysterisch, terwijl een van de andere mannen gehaast het sturen op zich neemt.
Net als zij naar haar papa wil roepen dat zij van hem houdt, beukt een nieuwe golf tegen hun boot. Van schrik knijpt Kabibe haar ogen dicht.
“Hoofd omlaaaag!” hoort zij nog.
De ronde boeg wordt meters de lucht in gekatapulteerd. Met een klap smakt de boot terug op het onstuimige water. Als Kabibe haar ogen weer opent is de plaats achterin de boot leeg.
“Mansour!! Mansour!!” krijst haar moeder hysterisch, terwijl een van de andere mannen gehaast het sturen op zich neemt.
De warmte van het Griekse strandzand staat in schril
contrast met de koude in Kabibe’s jonge hart. Haar vader’s laatste woorden en
zijn eerdere belofte “we maken een nieuwe start”, echoën nog na in haar verwarde
hoofd, terwijl een reddingswerker een droge deken om haar natte lijfje slaat.
© Thislexy, 2015.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten