maandag 21 december 2015

Inzending 'Zeer Kort Verhaal' schrijfwedstrijd Bibliotheek Idea

Een nieuwe start?

Een roestige vrachtboot deint misselijkmakend op de golven van de Middellandse Zee. Honger en dorst hebben bezit genomen van de honderden vermoeide passagiers. Het schip stinkt naar stookolie, uitwerpselen en braaksel. De stampende scheepsmotor wordt overstemd door de schelle stemmen van angstige vrouwen, jammerende kinderen en een kakofonie aan mannenstemmen,
die elkaar chaotisch en tegenstrijdig commanderen.
Rond middernacht worden de roddels werkelijkheid; de rubberboten gaan te water. De uit de kluiten gewassen boten lijken niettemin eierdopjes, vergeleken met de freighter. De nacht heeft niet alleen duisternis gebracht, maar ook wind, véél wind. De mannen moeten vechten tegen de elementen om alle boten in het zoute water voor de Griekse kust te krijgen.

Odelia heeft haar dochter Kabibe in een doek gewikkeld en houdt het kind krampachtig tegen haar aan. Samen met de anderen is zij op de bodem van ‘hun’ grote grijze opblaasboot gaan zitten.
Golf na golf slaat over de rand. Mannen en kinderloze vrouwen hozen het water onophoudelijk terug de meedogenloze zee in. Achterin de boot bedient Mansour, man van Odelia, vader van Kabibe,
de buitenboordmotor en stuurt daarmee het overbelaste vaartuig in de richting van de reddende kust. Telkens als hij “Hoofd omlaag!” schreeuwt, duiken zijn doorweekte medereizigers met hun hoofd naar beneden en trotseren een nieuwe aanval van de woeste zee. Kabibe bekijkt het schouwspel met grote angstige ogen. Nauwelijks herkent het jonge meisje nog haar liefhebbende vader in de commanderende stuurman.

Maar dan… Dan hebben ze héél eventjes oogcontact en ziet zij hem naar haar lachen, alsof hij zeggen wil: “Het komt goed, lieve schat. Vertrouw op mij.”
Net als zij naar haar papa wil roepen dat zij van hem houdt, beukt een nieuwe golf tegen hun boot. Van schrik knijpt Kabibe haar ogen dicht.
“Hoofd omlaaaag!” hoort zij nog.
De ronde boeg wordt meters de lucht in gekatapulteerd. Met een klap smakt de boot terug op het onstuimige water. Als Kabibe haar ogen weer opent is de plaats achterin de boot leeg.
“Mansour!! Mansour!!” krijst haar moeder hysterisch, terwijl een van de andere mannen gehaast het sturen op zich neemt.

De warmte van het Griekse strandzand staat in schril contrast met de koude in Kabibe’s jonge hart. Haar vader’s laatste woorden en zijn eerdere belofte “we maken een nieuwe start”, echoën nog na in haar verwarde hoofd, terwijl een reddingswerker een droge deken om haar natte lijfje slaat.

© Thislexy, 2015.

maandag 7 december 2015

Thewa #6 : Eindejaarsfeest

Eigen risico

“Ik ga naar bed,” zegt mijn man plotsklaps terwijl hij opstaat.
“Wat??”
De wijn heeft òf mijn gehoor, òf mijn bevattingsvermogen aangetast lijkt het.
“Ik ga naar boven. Naar bed. Slapen,” verduidelijkt hij, overdreven articulerend.
“Maar het vuurwerk straks dan?”
“Kan me gestolen worden. Ik slaap er wel doorheen.”
Hij verlaat de kamer, mij enigszins verbouwereerd achterlatend. Zelfs een welterusten-kus moet ik ontberen.
“Nou, gezellig,” mopper ik zachtjes, terwijl ik nòg maar eens een wijntje voor mijzelf inschenk.
Als ik uitgemopperd ben, vult alleen het geluid van de tv de huiskamer nog een beetje. Met een rood toetsje op de afstandsbediening, leg ik het apparaat stilletjes het zwijgen op. Straks, om middernacht, zal het wel weer even lawaaierig zijn, maar nu heerst er een soort stilte-voor-de-storm-stilte. Nederland zit thuis. Voor de tv waarschijnlijk, misschien nog aan tafel, met het gezin, met vrienden, familie of kennissen.
Ik niet.
Ik zit alleen in de woonkamer. Boven hoor ik mannetje’s voetstappen nog een paar keer tussen de slaapkamer en de badkamer heen en weer pendelen. Daarna wordt het pas echt stil in huis.
Ergens kan ik mij zijn besluit ook wel voorstellen. Afgelopen jaar was niet het beste van ons inmiddels lange huwelijk. De sjeu is er behoorlijk wat van af. Ik heb wensen, op seksueel gebied, die mijn man niet voor mij kan vervullen. Dat frustreert mij en daardoor voelt hij zich tekortschieten. Er rustig, als volwassenen, met hem over praten is en blijft een utopie.
Ik doe de verlichting in de woonkamer uit, sla alle wijn die in mijn glas zit achterover en ga op de bank liggen met een fleecedeken over mij heen. In gedachten laat ik het afgelopen jaar nog een keer de revue passeren. De sleur van het dagelijkse bestaan, de irritante gewoontes van mannetje, het achterstallige onderhoud aan onze woning, de ‘verrassing’ van de belastingdienst omdat die slapende Jodokus boven, een belastingformulier verkeerd ingevuld had. Van alles gaat er door mijn hoofd, om chagrijnig en moedeloos tegelijk van te worden.

Zodra de eerste vuurwerk knallen, achter huis, de ramen van de woonkamer doen trillen, zit ik rechtop op de bank. Was ik toch zelf ook ‘even’ in slaap gevallen zeg. Ik sta op en ga voor het raam staan. Vanuit de woonkamer heb ik zicht op het grasveldje en een pleintje dat de huizen in onze straat met elkaar verbindt. Een aantal mensen, mannen over het algemeen zo te zien, staan vuurwerk af te steken. Een van de silhouetten herken ik uit duizenden, als ‘hij van nummer zeven’. Heb geen idee hoe die man heet, maar ik weet des te beter hoe hij eruit ziet. Likkebaardend lekker!
Soms tref ik hem in de winkel en dan knikken we vriendelijk naar elkaar, maar we zijn nog nooit aan elkaar voorgesteld. Steevast schiet mijn hart in een hogere versnelling als ik hem zie. En ‘daar beneden’ blijft een ontmoeting met hem ook nooit onopgemerkt.
Terwijl ik wat sta te mijmeren valt een stuk vuurwerk van hem, van ‘hij van nummer zeven’, per ongeluk om, waardoor de felle vuurballen op mij lijken te worden afgevuurd. Ze knallen met geweld tegen mijn ramen en instinctief duik ik, een gilletje slakend, ineen. Nog een zestal knallen later is het al achter de rug. Met mijn hart kloppend in mijn keel sta ik op en zie hoe hij mijn tuinpad op komt lopen.

“Sorry!” hoor ik hem roepen.
Snel open ik de tuindeur en laat hem, terwijl het lawaai van buiten nu minstens dubbel zo luid mijn woonkamer in dendert, binnen.
“Hoi…”
Meer weet ik even niet te zeggen.
“Het spijt me echt. Ik hoop niet dat je heel erg geschrokken bent… en een eventuele schade zal ik vergoeden hoor.”
“Schade…?”
Hij kijkt me best wel streng aan en mijn knieën vertonen terstond de stijfheid van geleergelei.
“Dat vuurwerk kan best wat schade aan jullie huis aangericht hebben. Morgenochtend, bij daglicht, moeten we het maar even samen bekijken.”
“Oh, zo bedoel je,” weet ik uit te brengen. Toch al bijna een volzin, denk ik bij mijzelf.
“Oh, uh… Martin. De beste wensen nog,” hoor ik hem zeggen, terwijl hij zijn hand uitsteekt.
Nu weet je toch nog hoe hij heet, jubelt het in mijn hoofd.
“Francesca. Ja, jij ook de beste wensen,” zeg ik terug, terwijl ik vurig hoop dat mijn trillende hand hem niet op is gevallen èn dat mannetje boven door alle lawaai heen blijft slapen.
“Dank je,” zegt hij lachend naar mij. De gelei-factor in mijn knieën neemt opeens kwadratisch toe. “Als je het niet erg vindt, ga ik nog even wat afsteken,” hoor ik hem zeggen.
Dan draait hij zich om, om weer naar de tuindeur te lopen.
“Owh… eeuuh, wordt er niet meer gezoend bij de nieuwjaarswensen,” flap ik er pardoes uit.
Terwijl het schaamrood mij naar mijn kaken stijgt, draait hij zich om en kijkt mij heugelijk verbaasd en tegelijkertijd indringend aan.
Dat was het! Einde kracht in de knieën! Als een slappe vaatdoek zijg ik richting beukenhouten parket. In een oogwenk hang ik in zijn armen, met nog meer schaamrood op de wangen dan een kreeft in een snelkookpan. Zijn blik is razend snel omgeslagen in heuse bezorgdheid.
“Ho, ho, geen rare dingen doen nu hè? Het nieuwe jaar is nog maar net begonnen.”
Met mijn: “Toch iets te veel wijn gesnoept, denk ik,” probeer ik hem gerust te stellen.
“Kan ik wat voor je doen, Francesca?”
Oh ja! De kleren van mijn lijf rukken en mij vervolgens het nieuwe jaar in neuken, denk ik spontaan.
Ik houd echter mijn mond en gebruik datzelfde lichaamsdeel om hem verder spreken te beletten. Mijn tong druk ik met kracht tussen zijn lippen door. Zodra onze tongen kennismaken hoor ik jingle bells nagalmen in mijn hoofd. Hij slaat een arm om mij heen en drukt mijn lijf strak tegen het zijne aan. Opnieuw verliezen mijn benen de kracht om mij overeind te houden. Hij merkt het en sleept mijn lichaam een paar passen met zich mee, om mij vervolgens op de bank te laten zakken. Ik sla mijn beide armen om zijn nek, zodat hij wel mee moeten bewegen. Al zoenend belanden we op de ruime driezitter.
“Neuk me! Alsjeblieft, neuk me! Ik heb het nodig!” sis ik in zijn oor.
Ik laat hem los en meteen gaan mijn handen op zoek naar de riem die hij ongetwijfeld om zijn jeans heeft zitten.
“Ho! Wacht!” hoor ik hem probéren te zeggen, terwijl mijn mond nog aan de zijne plakt.
Wachten komt even niet in mijn woordenboek voor kerel, galmt het door mijn hoofd, gevolgd door: je bent nu mooi van mij. Mijn handen hebben succes en vinden zijn riem. Seconden later is die los en een tel daarna ook de bovenste knoop van zijn broek. Het volgende moment sjeest de rits al naar beneden en ongeduldig duw in de spijkerstof over zijn heupen. Met trillende handen, maar nu van opwinding, wil ik op zoek naar zijn harde pik, die achter de stof van zijn boxershort verstopt moet zitten.

“Nee, wacht nou,” sist hij duidelijk verstaanbaar nu. Maar ik wil van geen wachten weten. In het meer-dan-schemer-donker trek ik zijn onderbroek van zijn kont, worstel mijzelf omlaag, zodat mijn mond bij zijn mannelijkheid uitkomt, en ik die kloppende roede in mijn smachtende mond kan nemen. Ik open bereidwillig, ondertussen ook zo geil als boter, mijn mond en neem als het ware een hap.
“Niet…” hoor ik nog nèt uit zijn mond komen, voor een metalen stangetje van zijn peniskooitje mijn hoektand verbrijzelt. Wat een feest weer!
Toch ‘jammer’ dat ik voor het nieuwe jaar besloten had een zorgpolis zonder tandheelkunde en mèt maximaal eigen risico te nemen.

Thewa

© Thislexy, 2015.

maandag 16 november 2015

NBR Plaza. Thema "Natte Herfst"

Najaarsliefde

grijze wolken spoeden zich
als haastige forenzen in de spits
langs de grauwe lucht wegen
behoeven geen tom tom als gids

dikke druppels kletsen
vallen op ‘t voorraam uiteen
overstemmen de radioman
waar verdwalen zij heen

een stuurloos parelsnoer
mistig van benzinedampen
schijnt de middenberm tegemoet
bezwangerd door witte koplampen

mijn hart lonkt alweer
naar zij die op mij wacht
die mij op reis wil nemen
ook deze maanloze nacht

wiegen wij eendrachtig samen
als wilgen in de najaarswind
versmelten onze warme lijven
zij is ‘t die mij bemind

ruwe onbezonnen storm
blaast de bomen kaal
vult een slaapkamer
met liefdevolle taal

bevrijen zal ik haar
onder koest’rende dekens
ontdoen zal zij mij
van ouderdom’s tekens

mijn dorst en honger
zal zij lieflijk stillen
met haar zilte kut
warme ronde billen

morgenochtend echter
wacht de wind weer
mijn route in de eindeloze rij
ochtenspitsverkeer

de kantoordag lang zal ik zwoegen
‘n file die mij weer naar huis toe brengt
toont de altijd liefdevolle verschijning
van zij die mij herfstwarmte schenkt

grijze wolken spoeden zich
als haastige forenzen in de spits
ik lonk alweer, terwijl ik
mijn auto er weer tussen rits

<

vrijdag 13 november 2015

Thewa #5 : Spreken in talen

Niet lullen, maar poetsen!

Acht was ik, toen ik met mijn ouders en jongste zus vanuit Arnhem naar Amsterdam verhuisde. Ik kwam in een hele andere wereld terecht. De Amsterdamse kinderen van mijn leeftijd zagen er anders uit dan ik gewend was, spraken anders en wisten al redelijk waar Abraham de mosterd haalde.

Het was de tijd van de voorbereidingen voor een eerste landing op de maan, dus alles wat met astronauten te maken had, was reuze populair… in Arnhem. Gelderse schooljongetjes, ik dus ook, droegen stekeltjeshaar a la Neil Armstrong in die jaren. In Mokum droegen ze, ongeacht jongen of meisje, haar tot op hun schouders, op z’n minst. Dus mijn korte haardracht viel wel op, net als mijn zachte-g trouwens.

De woorden die mijn nieuwe klasgenoten gebruikten, lieten mij in totale verwarring achter soms. Zo gebeurde het, dat ik tijdens een van de eerste gymlessen iets heel aparts aangeboden kreeg.

“Hé pik, vanmiddag na schooltijd, krijg jij een beuk van mij.”
“Uh… oh.”
“Dus bij het hek blijven hè?”
“Uh… ja best.”

Uit de intonatie van zijn stem, het aanbod klonk alles behalve vriendelijk, maakte ik op dat ik waarschijnlijk niet op zijn beuk zat te wachten. Bovendien, waar laat je zo’n ding? We hadden wel een tuintje achter huis, maar daar stond al een larix, waar mijn moeder al chagrijn genoeg van had. Voor wie het weten wil, een larix wordt ook wel een lork genoemd. Hoezo; spreken in talen? Niet te verwarren met een hork overigens. Een hork laat in de regel geen naalden vallen, een larix, of lork, iedere winter opnieuw. Ik heb het aanbod overigens beleefd afgeslagen, door toch maar niet bij het hek te blijven staan. 

Toen ik uit Arnhem vertrok, had ik nog geen idee wat vadertje-en-moedertje-spelen werkelijk inhield. Ik wist dat er ‘iets’ voor nodig was, dat resulteerde in de geboorte van een baby’tje, maar je had mij niet moeten vragen wat dàt dan was. Provinciaalse achterstand zeg maar. De zedeloosheid van de grote stad, naar ik aanneem, had mijn Amsterdamse klas- en leeftijdsgenootjes al veel wijzer gemaakt op dat vlak. Op een dag vond een jong gozertje een kapotje in de struiken naast de school. Het ding werd op een stokje geprikt en triomfantelijk aan de toegestroomde menigte getoond.

“Kapotje! Kapotje!” galmde de stem van de eerlijke vinder tussen de muren van de gymzaal en de façade van het schoolgebouw. Er werd hardop gelachen en vele vingers wezen naar een, volgens mij, leeggelopen wit ballonnetje. Ik begreep de ophef niet. Wat ik ook niet snapte was waarom de hele groep gillend uiteen ging als de jongen zijn stokje, in willekeurige welke richting, op zijn omstanders richtte. Ze leken wel vies van een gebruikte ballon. Waarom gooiden ze dat ding niet gewoon in de prullenbak? Dat het geen ballonnetje was, maar een gebruikt condoom… ik had er geen idee van. Hadden ze tegen mij gezegd dat het een condoom was, dan had dat woord mij destijds nog niets wijzer gemaakt. Ik kende geen Abraham en had ook geen idee waar die zijn mosterd haalde. Het grote reclamebord bij de Luycks fabrieken in Diemen waarop stond: “Hier haalt Abraham zijn mosterd!” beschouwde ik niet als behulpzaam in deze.

De mysterieuze betekenis van vele tientallen woorden als kut, lul(len), pik(ken), smeris, joet, geeltje, neuken, kolere(lij’er) werden mij 'gelukkig' binnen de kortste keren duidelijk. Ook de hoofdstedelijke tongval beheerste ik al ras. Toen wij een half jaar later weer eens bij oude buren in Arnhem op bezoek gingen, werd ik er fijntjes op gewezen: “Lieve help, moet je die Amsterdammer horen praten…”
Zo anders dan: “Kolere, mot je die Mokumer horen lullen…”

(niet heel erg erotisch, wel behoorlijk autobiografisch :-) )
Thewa
© Thislexy, 2015

zaterdag 17 oktober 2015

Onbezonnen gulzigheid (off topic)

Ik neem deel aan de Turing
gedichten wedstrijd 2016
met onderstaand stukje poëzie.


Onbezonnen gulzigheid

bronnen van welvaart en oorlog
pompen de dollars, vaten vol omhoog
uit een in zwart goud veranderd verleden
om in mammoetladingen te worden verscheept
naar de immer gulzige wereld van nu

genoeg kan en bestaat bovengronds niet
regeert alleen honger naar hoger koersen
gevoed door jaknikkers op de beurzen
schreeuwende opties met calls en puts
hun Maserati's zuigen de aarde leeg en hol

steeds meer water vult de zoute zeeën
tot het ons huilend aan de dijken staat
de laatste witte beer op smeltend ijs
zal samen met de mens verdampen
gesneuveld door een temperatuurrecord

blinkende blauwe daken vol zonnepanelen
malende molens in het gelid, op de winderige zee
kruisridders van de bewuste tijd
kunnen zij de woestijnpompen stoppen
onze onbezonnen gulzigheid stillen...

© Thislexy, 2015.

Meer info over deze gedichten wedstrijd
vind je op onderstaande link.





vrijdag 16 oktober 2015

Filmpje kijken, schat?

Geschreven t.b.v. de EWA bijeenkomst op 28 november 2015.

Thema: een onwelkom kerstcadeau

De lange, donkere, koude december avonden zijn een saaie aangelegenheid voor Linnette. Sinds haar man, Jeffrey, diensten in de gebouwbeveiliging moet draaien van zeven uur ’s avonds tot drie uur ’s nachts, is zij bijna iedere avond alleen. Als Linnette ’s morgens opstaat, ligt Jeff net een paar uur te slapen. Als zij naar haar kantoorbaan rijdt, slaapt hij nog steeds. In de avond is er hooguit een uurtje dat zij elkaar even spreken. Van enig liefdevol contact, gedurende de werkweek, is geen sprake meer. Dàt zint haar niet langer.
Om de avonden toch door te komen, zonder constant TV te hoeven kijken, surft zij vaak op het Internet. Bij toeval komt zij op zo’n ‘je-date-wel’ site uit en leert er prompt een andere man kennen. Type: hoger inkomen, betere ‘looks’ en leuk stel hersens, als ze het mag geloven. De man, Peter, heeft veel tijd voor - en interesse in haar.

Hun eerste ontmoeting is bij een brasserie, in Hoofddorp, zo’n beetje halverwege hun beider woonplaatsen. De date is een absoluut succes voor Linnette. Peter is precies het type man waar zij van droomt; charmant, vrolijk, optimistisch, intelligent, attent en ga zo maar door. Hoewel hij ouder dan Jeff is, komt hij veel sportiever en jeugdiger over. Zijn grootste pluspunt is zijn seksuele appetijt. De date wordt afgesloten met de wederzijdse belofte om elkaar een week later opnieuw in Hoofddorp te ontmoeten, om dan vast te stellen of er op seksueel gebied ook zo’n goede klik is.

De week vliegt voor Linnette’s gevoel voorbij. De ochtend, van de dag van hun tweede ontmoeting, is zij opgewekt, maar ook nerveus. Er rijst bij haar enige twijfel, vooral waar het haarzelf betreft. Zit haar haar wel goed, past de kleur van haar lipstick wel bij die van haar oogschaduw en meer van dergelijk vragen spoken opeens door haar hoofd. Toch lukt het om, vrouwelijk gekleed, zoals verzocht door Peter, op tijd in Hoofddorp te zijn. Met een paar app-berichtjes leidt Peter haar naar een grote QuickPark parkeergarage, waar hij in zijn auto al op haar zit te wachten. De eerste etages van de garage zijn goed gevuld, maar op de verdieping waar Peter staat is het behoorlijk uitgestorven. Kordaat parkeert zij haar kleine Fiatje naast de kolossaal ogende BMW SUV van Peter. Nauwelijks een halve minuut later zit zij naast hem in zijn auto.
Peter laat er geen gras over groeien en neemt Linnette’s hoofd in zijn handen. Dan trekt hij haar naar zich toe en geeft haar de heerlijkste zoen die zij in jaren heeft gehad. Naar adem snakkend maakt zij zich even later, met hoogrode konen, van hem los. Linnette vloek een keer en zegt dan: “Man… lieve hemel, als je eens wist hoe ik dat gemist heb.”
Een glimlach siert Peter’s gezicht. Linnette’s woorden klinken hem als muziek in de oren.
“We kunnen nog wat verder gaan, als jij dat wilt. Maar dan kunnen we misschien beter verkassen naar de achterbank?” stelt hij voor.
“Achterbank?”
“Ja, meer ruimte voor twee personen dan hier voorin hè,” antwoordt Peter laconiek.
Nu verschijnt er een lach op Linnette’s gezicht.
“Doen we,” zegt zij lachend en stapt al weer uit om achterin plaats te nemen op de met leer beklede achterbank. Peter stapt ook achterin en neemt haar opnieuw in zijn armen voor een lange innige kus. Onderwijl gaan haar handen naarstig op zoek naar zijn stijve pik en die van hem zoeken de weg naar haar natte grotje. Beiden oogsten succes en het versterkt bij hun allebei het gevoel dat er zoveel mogelijk kleding uitgetrokken moet worden. Terwijl zij elkaar van hun kleren helpen ontdoen wordt er heel wat gekreund, gesteund en gelachen in de beperkte ruimte op de achterbank.
“Kom hier!” gromt Peter, als Linnette nog slecht gehuld gaat in de nagenoeg transparante slip en dito beha die zij draagt. Zijn stijve scheurt bijna door de stof van zijn Bjorn Borg short heen.
“Kom in me,” fluistert Linnette terwijl zij op haar rug op de achterbank gaat liggen.
Als ook haar slip en zijn boxer het veld hebben geruimd, staat hen niets meer in de weg om een fantastische vrijpartij op de achterbank te houden.
Peter is galant en voorzichtig met haar, maar als zij van geiligheid begint te kreunen en een been achter zijn billen haakt om hem zo het tempo aan te geven waarin zij geneukt wil worden, gaat hij pas goed los. De auto staat letterlijk heen en weer te schudden als Peter in een straf tempo zijn nieuwe meisje bereid. Linnette laat zich niet onbetuigd en spoort hem herhaaldelijk aan met woorden als: “Neuk me! Ja, goed zo, sneller, dieper!”
Lippen vinden elkaar opnieuw, tongen draaien natte pirouettes om elkaar heen. Handen zoeken en graaien naar alles wat om aandacht schreeuwt; haar, borsten, tepels, klitje, kortom een heel lijf.
De passie neemt zulke vormen aan dat de ramen van de Duitse bolide beginnen te beslaan.
Op het moment dat haar hoogtepunt zich aandient, klauwt zij haar nagels in zijn rug, kantelt haar bekken voorover en schreeuwt haar genot werkelijk uit! Peter kan nog een paar stoten diep in haar krampende kutje maken, voor ook hij zijn climax beleeft en haar met zijn vruchtbare zaad injecteert.

“Staat me dit iedere keer te wachten, als wij elkaar treffen?” vraag Linnette ondeugend als zij weer een beetje op adem is gekomen.
“Ik vrees het wel,” antwoordt Peter plagerig.
“Ik denk dat ik daar wel aan kan wennen,” pareert zij zijn antwoord en geeft hem een liefdevolle zoen.
Deze escapade luidt een periode van een paar weken in, waarin Linnette en Peter elkaar nog regelmatig in de parkeergarage treffen. Dan breekt de kersttijd echt aan en nemen zij zich voor om zich even op gezin en familie te focussen.

Kerstavond is Jeffrey zowaar vrij. Na een heerlijk en overvloedig kerstmaal buiken zij samen even uit op de bank, terwijl een dertien-in-een-dozijn kerstshow de TV aan het werk houdt.
“Filmpje kijken, schat?” oppert Jeff onverwachts.
“Ach ja, waarom niet. Heb je er eentje gehuurd?” vraagt Linnette, zich niet bewust van een recent bezoek aan een videotheek. Zonder te antwoorden staat Jeff op en haalt een DVD uit zijn werktas. Vervolgens legt hij de DVD in de DVD-speler en drukt op ‘play’. De TV schakelt automatisch over van het TV kanaal naar het video kanaal. Jeff gaat weer naast Linnette zitten en slaat zijn arm stevig om haar heen.
De eerste beelden zijn al snel te zien. Aanvankelijk denkt Linnette dat de DVD misschien ergens halverwege de film is gestart, want er komt geen titel of iets dergelijks in beeld. Wat zij ziet lijkt meer op de wisselende beelden van verschillende beveiligingscamera’s. Bovenin het beeld staat de datum en loopt de tijd tot op de seconde nauwkeurig mee.
“Had ik je al verteld welke objecten ik voor mijn werk zoal in de gaten moet houden, lieve schat?” vraagt Jeff, terwijl op het wisselende zwart-wit beeld nu even een Fiatje, met een wel heel bekend kenteken, bij de ingang van een parkeergarage te zien is.


© Thislexy, 2015.




dinsdag 6 oktober 2015

Niet leuk!

Thewa #4: Sauna

Niet leuk!

Ik ga dit niet leuk vinden, speelt er door mijn gedachten, terwijl mijn vrouw en ik op de glazen toegangsdeur van het grote sauna en spa complex aflopen. Het wordt mijn eerste bezoek aan zo’n centrum. Tot nu toe heb ik de boot af weten te houden, iedere keer dat mijn vrouw met het voorstel kwam om een sauna of iets dergelijks te bezoeken. Ik ben een gematigd mens en ik bevind mij ook graag in een omgeving met een gematigde temperatuur. Te heet of te koud, allebei niets voor mij.
De sauna heeft iets onnatuurlijks voor mij. Dat mensen zich doelbewust aan dergelijke hoge temperaturen blootstellen vind ik raar. Maar goed, nu loop ik hier en dat ‘alleen maar’ omdat mijn echtgenote een aantal maanden geleden met een collega naar dit wellness resort, zoals deze geëxploiteerde groep stoomcabines en zwembaden ook wel genoemd wil worden, is geweest. Een vrouwelijke collega, om volledig te zijn, had haar uitgenodigd, met als gevolg dat vrouwlief de smaak nu te pakken heeft. Dus, of ik nu eegalief of haar collega de schuld eigenlijk moet geven van mijn martelgang naar deze mensen-snelkookpan… ik weet het even niet.

Bij de receptie word ik toch overspoeld met een partij informatie… om koud van te worden.
Dan toch maar naar binnen misschien, om op te warmen, roept iets onder mijn schedel. Ik huiver nog een keer terwijl ik een polsband, een badjas en bijpassende slippers in mijn handen gedrukt krijg. Mijn levenspartner loopt voor mij uit naar een dubbele klapdeur, die naar verluid toegang geeft tot de kleedkamers. In mijn onbenul denk ik nog dat het raar is dat er geen mannetjes - en vrouwtjes poppetjes op de deuren zijn aangebracht.
Hoe weet je nou welke deur je moet hebben, vraagt mijn brein zich af.
Omdat mijn vrouw de linker deur neemt, besluit ik de rechter te openen. Onderwijl vraag ik mij af, of de informatie omtrent welke deur te nemen, wellicht al bij de balie aan mijn aandacht is ontsnapt. Groot, zeg gerust adembenemend groot, is mijn verbazing als blijkt dat wij allebei dezelfde ruimte binnen stappen. Niks geen mannetje/vrouwtje gedoe. Hup, alles op een hoop. Oud en jong, man en vrouw, met of zonder kleurtje. Mijn lief haalt mij uit mijn consternatie door aan te geven dat we ieder een kledingkluisje toegewezen hebben gekregen waar wij onze kleding in kunnen bewaren. Een display geeft aan, in combinatie met de polsband, welk nummer voor mij bedoeld is.
In een waar labyrint van kasten, lage bankjes en half en geheel ontklede mensen, zoek ik ‘mijn’ kluisje. Met een onzichtbaar signaal van de eerder genoemde elektronische polsband gaat het deurtje van het slot. Tussen zich totaal niet generende mensen, zoek ik een plekje om mij te ontkleden. Er is echter een probleem. Geheel tegen mijn verwachting in, sta ik bij een groepje jonge dames. Hoe kan het ook anders. Terwijl ik mij van al mijn kleding ontdoe, luister ik onwillekeurig mee met het gesprek dat onderling gaande is. De jonge adolescenten spelen vrouwen-rugby bij een lokale club, zo blijkt. Het verklaart de gespierde bouw van hun prachtige lichamen.
Met mijn naakte vijftig-plus-zittend-beroep-rimpellijfje vorm ik, zo op het oog, een schril contrast met de jonge atletes. Maar... de buitenzijde van mijn lijf mag dan misschien aan het aftakelen zijn, onder de motorkap zijn de onderdelen nog behoorlijk in conditie. Terwijl ik kijk naar al dat schoons doet bijvoorbeeld mijn autonome zenuwstelsel zijn naam eer aan door eigenhandig te besluiten dat het tijd is om mijn manlijkheid in stelling te brengen. De spiertjes, rondom de bloedvaten die de zwellichamen in mijn pieterman met bloed kunnen vullen, ontspannen zich. Een beginnende erectie steekt de kop op. Als ik het in de gaten had gehad, dan had ik subiet maatregelen getroffen. Bijvoorbeeld door meteen de gehuurde badjas aan te trekken en zo mijn onwillekeurige opwinding voor de ogen van het rugbyteam te verbergen. Maar nee, de dames zijn dermate visueel aantrekkelijk dat mij de groei van mijn grote vriend mij niet opvalt, totdat het te laat is.
“Gatverdamme! Moet je die geile ouwe pik zien!” weerkaatst een haast onvrouwelijk luide stem tussen de manshoge muren van metalen kluisjes. Binnen een fractie van een seconde zoomen negen paar ogen in op mijn jonge heer.
Aandacht! Oh… aandacht! zegt iets van binnen en schopt het autonome zenuwstelsel nog even in een hogere versnelling.
“Aandacht?” vraag ik mij bijna hardop af. Maar dan, leve de prima hersenen, begint mij iets te dagen. Verschrikt kijk ik naar beneden en zie die knoeperd van mij in al zijn kracht en glans in de richting van de verongelijkte jonge dames wijzen.
“Uuuuh…” weet ik nog uit te brengen voordat het hele team als een op hol geslagen goederentrein mijn kant op komt denderen, mij in een combinatie van wurggrepen, been- en armklemmen neemt. Dan optilt en met vereende krachten tot buiten de toegangsdeur van het wellness, was het toch, centrum draagt, om mij vervolgens zonder pardon op het plaveisel te smakken. Achttien prachtige gespierde billen worden demonstratief mijn kant op gedraaid en keren terug naar de ingang van het saunapretpark.

Mijn voorgevoel klopte als een stramme sergeant-majoor; ik ga dit nooit meer leuk vinden!


© Thislexy, 2015.