donderdag 21 september 2017

Op z'n Neanderthaals - Bijeenkomst 30 september, thema Crime Passionnel

Mijn liefje en ik kijken mee over de schouder van Neanderthaler hoofdman Arnag terwijl hij zijn eigen nederzetting bespiedt. Hij gromt en snuift. De wind staat gunstig, dus als het een beetje meezit kan hij zijn mogelijke opponent al ruiken voor die het eenvoudige huttendorp betreedt.
Kinderen spelen in hun nakie op het pleintje dat is ontstaan binnen de cirkelvormig opgestelde hutjes. De vrouwen zijn vóór de hutten aan het werk. Er wordt eten gekookt, huiden worden bewerkt en de laatste nieuwtjes uitgewisseld. Mijn meisje en ik verstaan helaas niets van de keelklanken die zij voortbrengen. Ons Neanderthaals is nog niet op niveau, zeg maar.
Ik trek haar nog wat steviger tegen mij aan en plant een zoen op haar voorhoofd op het moment dat ze mij even kort aankijkt. Daarna gaat onze aandacht weer uit naar wat Arnag van plan is. Even lijkt er niets aan de hand te zijn, maar dan… Plotseling wordt hij duidelijk onrustig. Hij gaat verzitten en gromt haast onophoudelijk, de spanning is van zijn grove gezicht af te lezen. Met lange inademingen neemt hij de geur van zijn vijand waar. Voor ons duurt het nog even voor we de man in de smiezen krijgen. Arnags reukvermogen overtreft alles wat dat betreft. We zien hoe de vreemdeling doelbewust op het hutje afloopt waar Arnags vrouw, Reda, aan het werk is. Ook zij heeft hem al lang geroken of gehoord en kijkt hem verwachtingsvol aan. De andere vrouwen raken in rep en roer, maar de vrouw van de hoofdman is er niet van onder de indruk. Ze gaat de vreemdeling voor, haar hutje in. De man kijkt nog een keer om zich heen en stapt achter haar naar binnen. Arnag wordt boos, dat leidt geen twijfel. Zijn blik spreekt doekdelen. Snel controleert hij zijn wapens; zijn mes van rendierhoorn, zijn vuistbijl van steen en de houten speer met verharde punt.
In het hutje zijn Reda en de vreemdeling innig in elkaar verstrengeld. Beiden hebben hun pels, die als eenvoudig kledingstuk dient, op de grond laten vallen. Op de huiden geknield kijken ze elkaar aan. Zijn lid groeit en ook bij Reda neemt de opwinding toe. Instinctief weet ze dat het goed is als hij haar zwanger zou maken. De beide keren dat Arnag haar bezwangerde leverde dat veel te vroeg geboren kindjes op. Reda maakt zich los uit hun omhelzing en gaat ruggelings op de huiden liggen. Zij spreidt haar benen ten teken dat zij klaar is om zijn gezwollen geslacht te ontvangen. De man bedenkt zich geen moment. Opmerkelijk teder gaat hij bovenop haar liggen en brengt zijn stijve lid bij haar naar binnen. Reda slaat haar korte benen om hem heen en duwt met haar hielen tegen zijn billen, daarmee spoort ze hem aan om haar diep te nemen.
Arnag is ondertussen, als een sabeltandtijger die op jacht is, in de richting van zijn hut geslopen.
Elke paar stappen houdt hij halt en kijkt waar hij zijn voeten het beste neer kan zetten om de volgende passen te maken. Bovenop een droog takje gaan staan zou zijn komst zomaar eens kunnen verraden tenslotte. Als hij vlakbij de hut is kan hij de twee bezig horen. Zijn scherpe gehoor neemt het ritmische soppende geluid van de vreemdeling’s pik in haar schede zelfs waar. De geur van hun seks hangt voor hem als een dikke mist rond de hut. Hij rilt even van de adrenaline die nu in grote hoeveelheden door zijn bloed raast.
Mijn liefje pakt met twee klamme handen mijn bovenarm beet.
“Oh, nou komt het,” fluistert ze.
Inderdaad!
Arnag neemt zijn mes in zijn ene hand, zijn vuistbijl in de andere. Met een schreeuw luider dan de donder stort hij zich op het neukende stelletje. Een klap met de vuistbijl splijt de schedel van de man open als een kokosnoot, terwijl het mes zijn halsslagader doorklieft. Gorgelend in zijn eigen bloed zakt de man stervend in elkaar. Met zijn voet rolt Arnag hem op zijn zij, dan op de vloer. Reda’s ogen worden groot als ze de hand die net haar zaaddonor van het leven heeft beroofd boven haar hoofd opgeheven ziet worden. Amper een paar tellen later ligt ook zij levenloos op de lemen vloer van het hutje.

Een crime passionnel in de oertijd, kortom iets van alle tijden. Met een zucht bedien ik de afstandsbediening van de breedbeeld-tv op het moment dat de zoveelste reclame begint. Het wordt meteen een stuk donkerder in de slaapkamer. Bij het romantische kaarslicht dat de kamer nog enigszins verlicht kijk ik mijn liefje aan. Haar gouden haren vallen engelachtig om haar prachtige gezicht.
“Ik denk dat ik nog maar eens een keertje overspel met jou pleeg,” plaag ik.
“Dat lijkt mij een heerlijk idee,” antwoordt zij verliefd, “mijn Arnagje komt tenslotte morgen pas weer thuis.”
Op dat moment zwaait de slaapkamerdeur open, twee gedaanten stappen de kamer binnen. Verbijsterd herken ik in een van de twee mijn echtgenote. Onthutst kijk ik mijn meisje naast mij aan. Haar half open mond in haar lijkbleke gezicht blijft klankloos.
“Jouw Arnagje?” vraag ik voorzichtig, doelend op de andere persoon. Zij knikt alleen maar.
Als ik weer terugdraai in de richting van de deuropening kijk ik in de loop van een revolver die vrouwlief in haar hand houdt. Arnagje heeft er ook een in z’n hand.
“Nee, Robert! Nee!” schreeuwt mijn liefje in paniek.
Twee luide knallen en een ijselijke schreeuw zijn de laatste geluiden die mijn oren registreren.
Voor ik voorgoed mijn ogen sluit zie ik nog net hoe haar Arnagje mijn vrouw in zijn armen sluit en hun misdaad met een zoen bezegelt.

© Thislexy, 2017.

Voor meer verhalen over dit thema, klik <hier>.