Posts tonen met het label slavin. Alle posts tonen
Posts tonen met het label slavin. Alle posts tonen

maandag 16 mei 2011

U heeft 1 nieuw bericht.

Zweet parelde van het voorhoofd van errin terwijl ze zich haastig op de fiets naar huis begaf. Ze had met Meester afgesproken om na d'r werk, 's avonds om 7 uur op MSN te komen. Vlak voor ze naar huis zou gaan kwam haar manager nog bij haar met een verslag dat uitgewerkt en naar een aantal hoge functionarissen gemaild moest worden, overwerk dus.
Later dan gepland verliet ze het kantoor. Het was nu al kwart voor zeven en als ze op haar normale tempo door zou rijden kwam ze zeker te laat thuis. Te laat op een afspraak komen, fysiek of virtueel, leverde strafpunten op en die had errin al genoeg. Dus was haar er veel aan gelegen om nu op tijd on-line te zijn. Normaal stopte ze netjes bij rode verkeerslichten, nu stak ze -samen met andere, vaak jongere fietsers en brommerrijders- hier en daar kruispunten over terwijl het licht nog op rood stond. Het leverde haar niet alleen tijdwinst op, maar ook een hoop stress.
Tien voor zeven zette ze haar fiets tegen de gevel van haar huis en stormde via de voordeur naar binnen. Manlief, die ze in de gang tegen kwam, kreeg in het voorbijgaan een zoen op z'n wang en een 'sorry ben laat voor Meester' te horen. Gelaten draaide hij zich om en liep de woonkamer in. Hij hoefde niet te vragen waarom ze zo'n haast had. Al een paar jaar geleden had hij er mee ingestemd dat errin, eigenlijk heette ze Machteld, haar behoefte aan een dominante man buiten het huwelijk zocht. Over het algemeen merkte hij daar niet veel van, maar zo af en toe wist hij “hoe laat het was”. Dan moest ze gehoor geven aan wat die man blijkbaar van haar verlangde.

Eenmaal boven wist errin niet hoe vlug ze haar PC, die in hun hobby- en rommelkamer stond, op moest starten. Terwijl het apparaat zoemend op gang kwam ontdeed ze zich in hun slaapkamer van haar daagse kleding en schoot in de door haar Meester voorgeschreven outfit. De PC klok stond op 18:59 toen ze haar MSN wachtwoord intypte en wachtte tot ze was aangemeld.
Nahijgend en zwetend van het fietsen zat ze verwachtingsvol achter haar PC. Het scherm toonde haar de lijst met MSN contactpersonen, maar Meester's naam stond nog bij de mensen die offline waren.
Ze zuchtte, enerzijds van opluchting, Meester kon nu niet zeggen dat ze te laat was. Van de andere kant zuchtte ze omdat ze niet wou dat ze zich voor niets zo gehaast had.
Tergend langzaam ging de eerste minuut voorbij. Een tweede en een derde minuut volgden. Zelfs vijf minuten gingen voorbij zonder dat Meester zich aanmeldde. Toen hij zich na tien minuten nog niet had aangemeld begon errin te twijfelen of ze de afspraak wel goed had onthouden. In de historie van het laatste gesprek dat ze eergisteren met Meester had gehad zocht ze de passage op waarin ze het over de volgende afspraak hadden gehad.
Het klopte precies wat ze had onthouden. 'Overmorgenavond', dus vandaag, 'om 7 uur' stond er.
Ze besloot in te loggen op een chatbox waar Meester ook nog wel eens on-line was. Misschien zat hij daar te chatten en was hij de tijd vergeten.
Inwendig lachend om Meester's mogelijke “onhandige actie” gingen haar ogen op zoek naar zijn chat-naam. Toen ze zijn naam ook hier bij de “niet aanwezig” chatbox-leden zag staan werd ze ongerust.
Als Meester onverwachts verhinderd was liet hij haar altijd per SMS wat weten. Ze stond op en haalde haar GSM uit haar tas om te zien of ze een berichtje had gemist, misschien tijdens het fietsen niet had opgemerkt. Maar nee, ook de GSM -die gewoon aan stond- kon haar twijfel niet wegnemen.
Teleurgesteld en enigszins ongerust nam ze opnieuw plaats achter de PC en liep de verschillende programma's nog een keer na. Er waren geen veranderingen gekomen in de status van Meester's inloggingen.
Ze wachtte tot het half acht was, toen besloot ze de PC weer uit te schakelen en naar beneden te gaan, maar niet voor ze haar outfit weer had omgewisseld voor haar daagse kleren.
Eenmaal beneden nam ze nu wel de tijd om haar man een echte zoen te geven en om zich bij hem te verontschuldigen voor haar late thuiskomst in combinatie met haar stormloop naar boven toe.
'Heb je al gegeten?' vroeg ze belangstellend, wat hij ontkennend moest beantwoorden.
'Had je wel al eten opgezet dan?' was haar volgende vraag. Maar ook deze vraag moest hij ontkennen.
Ze zuchtte opnieuw.
Ze was werkelijk met een schat van een man getrouwd, maar enig initiatief tonen was hem vreemd.
Door het overwerken en al dat gehaast, plus ook nog eens de teleurstelling dat Meester niet on-line
was -en de zorgen daar dan weer over- had errin helemaal geen zin meer om nog eten te koken.
'Zullen we dan maar een pizza bestellen?' stelde ze voor. Het leek haar man een prima idee.
Een half uurtje later zaten ze samen, met een pizza op schoot, TV te kijken.
Hoewel ze dezelfde pizza had besteld die ze anders ook altijd bestelde en dat bij dezelfde pizzeria had gedaan, smaakte de pizza niet zo lekker als anders. Ergens was ze in haar hoofd nog aan het malen over haar MSN afspraak met Meester. Toen de pizza's op waren en de boel aan kant was kon ze de verleiding niet weerstaan om nogmaals de PC op te starten om te kijken of Meester nu wèl on-line was.
Opnieuw was de teleurstelling groot toen bleek dat Meester niet op MSN of de chatbox was.
Andermaal sloot ze de PC af wist even niet wat ze nou moest doen. Beneden in de kamer zat haar man in z'n eentje TV te kijken. Gezelschap was slechts dertien traptreden verwijderd, toch voelde errin zich eenzaam en alleen. Uiteindelijk besloot ze toch maar om naar beneden te gaan en haar man gezelschap te houden, maar zin, nee zin had ze er niet in. Meester's afwezigheid had haar humeur sterk beïnvloed en zeker niet in positieve zin.

De volgende dag keek ze op de PC op haar werk af en toe stiekem of Meester op MSN was. Dat was tegen de bedrijfsvoorschriften, die privé gebruik van de Internet verbindingen niet toe stonden, maar daar had errin nu even lak aan. Maar geen enkel keer trof ze Meester on-line. Ze had haar GSM op haar bureau gelegd, om zeker te weten geen enkele oproep of SMS berichtje te missen. Maar behoudens een telefoontje van haar moeder rond lunchtijd, liet het apparaat de hele dag niets van zich horen.
Ze zat er zo mee in haar maag dat ze tijdens de thuisreis op fiets aan niets anders kon denken en nog bijna tegen een brommerrijder aan botste. Geschrokken vervolgde ze haar rit naar huis.
Toen ze de straat in reed zag ze een auto, precies zo eentje als Meester heeft een stukje verderop in de straat wegrijden. Zeker wetend dat het Meester was die bij haar thuis voor een dichte deur had gestaan zette ze het op een fietsen en probeerde de auto bij te houden. Aan het ende van de straat moest de automobilist wachten om het kruispunt over te kunnen steken. Met haar hart in haar keel sjeesde errin op de auto af en kwam half struikelend aan de bestuurderskant van de auto met haar fiets tot stilstand.
Met een grote glimlach op haar gezicht keek ze via het zijraam naar binnen om er achter te komen dat de bestuurder helemaal Meester niet was. De man keek haar verbaasd aan en al helemaal toen hij zag dat er tranen over haar wangen begonnen te rollen.
De teleurstelling was tè groot geweest voor errin. De man in de auto compleet in verwarring achterlatend fietste ze terug naar huis, onderwijl de tranen uit haar ogen wrijvend zodat ze nog een beetje kon zien waar ze reed.

Binnen plofte ze op de bank en huilde nu nog dikkere tranen, haar lichaam schokte bij iedere snik.
Toen ze na een kwartiertje haar rust weer een beetje hervond voelde ze dat haar rug helemaal nat was van het zweet. Ze besloot even te gaan douchen en wat schoons aan te trekken. Onder de douche brak ze opnieuw in tranen uit, ze hoopte maar dat als haar man straks thuis kwam, ze een beetje uitgehuild was. Na het douchen trok ze tegen beter weten in haar outfit nog een keer aan en startte ze haar PC weer op.
Ze controleerde haar e-mail, ging op MSN en logde in bij de chatbox, alles met hetzelfde negatieve resultaat helaas. Terneergeslagen kleedde ze zich om en ging naar de keuken om het eten te koken.
Haar man had gelukkig niet in de gaten dat ze zo bedroefd was.
Ze mocht haar relatie met Meester van hem best in stand houden maar als hij zou merken dat ze er onder leed, zou hij -terecht vond ze- van haar verlangen dat ze er mee zou stoppen.
Ze gingen samen vroeg naar bed die avond en hoewel het lief bedoeld was, kon ze niet genieten van de aandacht die haar man haar wou geven. Ze gaf hem een kus, draaide zich om en deed alsof ze ging slapen. Maar de slaap liet nog lange tijd op zich wachten. Koortsachtig ging ze in haar hoofd de voorgaande dagen nog een keer door. Wat was er anders? Was haar iets niet opgevallen? Had ze iets fout gedaan? Ook kon ze het gewoon niet laten een aantal doemscenario's de revue te laten passeren. Wat als hij een ander had? Was zijn vrouw er achter gekomen? Had hij een ongeluk gehad en lag hij misschien in het ziekenhuis? Precies wist ze het niet meer, maar het was zeker al na drieën 's nachts voordat ze in slaap viel.

Veel te vroeg voor haar gevoel piepte de wekker haar de volgende ochtend weer wakker. Half nijdig gaf ze er een klap op en het ding hield terstond op met z'n irritante gepiep. Ze wist dat het welgeteld negen minuten zou duren voordat het gepiep haar opnieuw wakker zou maken als ze nu niet meteen uit bed stapte en het alarm-knopje in de uit-stand schoof. Ze voegde de daad bij het woord en slofte naar de badkamer om een begin te maken met het ochtendritueel van douchen, aankleden, ontbijten, tandenpoetsen en een beetje opmaken.
Tussen de bedrijven door haar eigen èn manlief’s broodtrommeltje klaar maken, hem een zoen geven en een fijne werkdag wensen. Daarna jas aan, fiets pakken en op naar kantoor. Keurig op tijd zat ze achter haar bureau en deed de dingen die van haar verlangd werden, maar haar gedachten kwamen altijd weer op Meester uit. Waar was hij, wat deed hij, is er wat gebeurd?
Gek werd ze van zichzelf.
Tijdens de lunch, ze zat even buiten en genoot zelfs een beetje van de frisse lucht en het zonnetje, piepte haar GSM dat er een bericht voor haar was. Van schrik liet ze haar brood bijna uit haar handen vallen. Haastig zocht ze naar haar telefoon die zich weer ergens op een onmogelijke plaats in haar tas had weten te verstoppen. Het schermpje toonde “Postvak IN, U heeft één nieuw bericht. Harry (1)” meer stond er niet maar errin had aan een woord genoeg, “Harry”.
Ze had Meester's telefoonnummer uiteraard in haar telefoon opgeslagen. Ze had dat gedaan onder de naam Harry, niet omdat hij zo heette, maar “gewoon” om te voorkomen dat als iemand anders ooit haar telefoon in handen zou krijgen, de naam Meester op zou vallen en ze misschien iets moest uitleggen wat ze helemaal niet aan anderen uit wou leggen.
Snel opende ze het berichten-menu en las Meester's bericht.
'errin, mijn grootste vrees is werkelijkheid geworden, ze is er achter gekomen. Ik kies voor mijn gezin. Ik vertrouw erop dat je het begrijpt. Het ga je goed duveltje.'
De wereld leek stil te staan, geluiden -anders dan die van haar gejaagde ademhaling- bestonden niet meer. Haar mond was droog, kurkdroog. Langzaam gingen haar ogen nog een keer, woord voor woord, langs de tekst op haar telefoon. Het was echt een bericht aan haar, hij had 'duveltje' gebruikt, haar bijnaam die niemand anders kende, alleen Meester. Van binnen voelde ze een kou opkomen zoals ze dat nog nooit gevoeld had. Een kilte die haar hart omvatte en haar van alle energie beroofde die ze een paar minuten geleden nog had.

Ergens in de verte was er iemand die haar naam riep: ‘Machteld!’
En nog een keer, iets luider: ‘Machteld!’
Pas toen een hand op haar schouder werd geplaatst en haar voorzichtig heen en weer schudde, kwam ze weer bij zinnen. Het was haar collega Heleen die haar nu bezorgd aan keek en vroeg: 'Alles goed meis? Je ziet zo wit?'
'Ja.. oh, ja hoor' stamelde ze, 'het gaat wel weer. Misschien wil je me heel even alleen laten?' vroeg errin en trok er een gezicht bij van “als je het niet heel erg vindt”.
Heleen keek haar nog even aan en stond op.
'Is goed' zei ze vriendelijk, 'Ik zie je zo meteen nog wel even, binnen, okay?'
Met een eenvoudig knikje met haar hoofd stemde errin toe.
Nadat Heleen een paar passen bij haar vandaan was, bekeek ze ten derde male het bericht van Meester. Ze vond het een kille afwijzing, gevoelloos en nagenoeg emotieloos. Het is dat hij haar nog een keer “duveltje” had genoemd, anders was het werkelijk een “dienstmededeling” geweest.
Toen ze nog een keer duveltje zag staan kon ze haar waterlanders niet langer bedwingen. Zachtjes huilde ze, zowel van opluchting -ze wist nu hoe de vork in de steel zat-, als van verdriet, over de afwijzing,
de kilte van de mededeling en het onverwachte. Vooral dat laatste, ze had dit totaal niet aan zien komen. Al moest ze toegeven, omdat Meester zijn relatie met haar voor zijn vrouw geheim had gehouden, dat ze er altijd rekening mee had gehouden dat ze er op een dag achter zou komen. Alleen met de gevolgen die dat zou kunnen hebben, daar had ze niet eerder aan gedacht. Of misschien niet aan willen denken.
Hoe dan ook, nu was het een feit en kende ze de gevolgen.

Terug op kantoor kwam ze Heleen gelukkig niet tegen en hoefde ze nergens met haar over te praten.
Niet dat ze van plan was om tegen een collega openheid van zaken te geven. Dan had ze iets moeten verzinnen, moeten liegen dus, en dat deed ze altijd met tegenzin. Ze loog alleen als het echt niet anders ging.
De rest van de middag kwam er niets uit haar handen, ze was druk met niets eigenlijk. Even voor vijf uur verliet ze het kantoor al, al was het maar om de horde voor te zijn en zo ook Heleen te kunnen ontwijken. Eenmaal thuis kon ze haar gevoel pas echt de vrije loop geven en ze huilde dan ook dikke tranen, net als de dag ervoor. De voorraad papieren zakdoekjes was bijna gedecimeerd toen ze eindelijk in staat was om te stoppen.
Volkomen leeg voelde ze zich toen ze onder de douche stond, in een poging zich weer een beetje mens te voelen. Nog steeds leeg, toen ze eten stond te koken. Honger had ze niet en at met lange tanden toch een beetje van haar eten om haar man niet onnodig bezorgd te maken. Hij leek toch al wat te merken want hij had al een paar keer gevraagd of alles goed was. Ze had het met een: 'prima, alleen een beetje hoofdpijn' afgewimpeld.

Na samen met haar man naar het Journaal gekeken te hebben, waarna errin geen idee meer had waar Philip Freriks het over gehad had, wou ze het liefste naar bed en even alles vergeten. Een nachtje slapen zou misschien wel helpen.
'Ik ga naar bed' zei ze tegen haar man en zou zijn opgestaan ware het niet dat hij haar dat belette.
Hij schakelde met de afstandsbediening de TV uit terwijl hij haar bij haar arm hield.
'Nou wil ik toch eerst weten wat er aan de hand is' zei hij en keek haar gefronst aan, een teken van bezorgdheid niet van boosheid.
Een ogenblik dacht ze eraan om zich van hem los te rukken, maar ze zag dat hij het meende.
De schat, hij had alle recht op de waarheid, dus liet ze zich weer in de kussens van de bank zakken.
Maar nog voor ze er een woord over kon zeggen, kwamen de emoties. Sneller dan ze had verwacht en kon ze alleen maar haar hoofd tegen zijn schouder laten rusten en huilen. Het enige verschil met de huilbuien eerder op de dag, was dat nu een vertrouwde arm om haar heen werd geslagen en iemand zich werkelijk om haar bekommerde. Hij kende haar veel langer dan Meester en wist dan ook precies hoe hij met haar om moest gaan. Eerst rustig laten huilen, niets zeggen, wachten tot het minder werd, dàn pas vragen wat er aan de hand is. Een deel van het schouderstuk van zijn overhemd was al nat gehuild voor hij het idee had dat het huilen minder werd. Nog even liet hij haar kalmer worden voor hij zei: 'Nou vertel het eens lieverd, wat maakt jou zo verdrietig?'
Ze tilde haar hoofd weer op van zijn schouder en schoot zelfs heel even in de lach om de ravage die ze met haar tranen en snot had aangericht. Hij zag het ook en lachte even met haar mee.
'Komt zo wel' zei hij, 'doe jij eerst maar eens je verhaal'.
Zo goed en zo kwaad het ging vertelde ze wat haar de afgelopen dagen, en met name vandaag, was overkomen.
Ze vertelde hoe compleet ze zich had gevoeld, als persoon, als echtgenote en als slavin en dat nu een deel van die compleetheid aan duigen lag. Dat dat voelde als een groot verlies, als oneerlijk, als verlaten en verraden. Dat ze zich schaamde tegenover hem, de man die zoveel begrip had getoond en er altijd voor haar was, ook nu. De enige constante factor in haar leven. Ook die gedachte maakte haar weer aan het huilen.
En door haar tranen heen vroeg ze: 'Je weet toch dat ik van je hou?'
'Weet ik lieverd' was zijn simpele maar treffende antwoord.
'Kan ik jou slavin niet zijn?' vroeg ze tegen beter weten in.
Zijn: 'Je weet hoe ik daar over denk', bevestigde inderdaad wat ze al wist.
Ze wist ook dat dit verlies, dit verdriet, voorbij zal gaan en dat er over een poosje een nieuwe Meester zich over haar zal ontfermen. Met die gedachte vleide ze zich nog maar even tegen hem aan, hoe nat zijn schouder ook nog was.

© Thislexy

zaterdag 15 januari 2011

Wraak is zoet. (2)

Nadat hij zich ervan vergewist had dat het doekje met de chloroform haar nog wel even zou bedwelmen beende Ron met grote passen naar buiten, richting nummer 12, om het kaartje van de deur te halen.

Ruimschoots voor Elizaveta bij de tandartspraktijk werd verwacht, had hij al op de uitkijk gestaan.
Toen hij haar in de verte aan had zien komen lopen, had hij snel en onopvallend het kaartje opgehangen en was teruggegaan naar het pand op nummer 10. Vandaaruit had hij haar verder in de gaten gehouden en gezien hoe ze zich door zo’n eenvoudige truc om de tuin liet leiden.

Eén telefoontje -een paar weken eerder- met de tandartsassistente was genoeg geweest om erachter te komen wanneer ze de afspraak had.
‘Toch handig om dezelfde tandarts te hebben’, had Ron lachend gedacht toen hij de hoorn weer had neergelegd.
En dat allemaal nadat zijn baas een renovatieklus in het pand op nummer 10 had aangenomen en Ron de eerste weken in z’n eentje het grove werk mocht doen. Slopen!

Bij terugkomst in het te renoveren pand vergrendelde hij de voordeur van binnen. Zo snel hij kon liep hij weer terug naar de kamer waar hij Elizaveta had achtergelaten.
Hij kon er inwendig nog niet over uit dat het gelukt was. Hij had haar te grazen en zijn wraak zou wel degelijk zoet zijn.
Nu zou hij haar eindelijk terugpakken voor alles wat hij haar gegeven had, materieel en immaterieel, en waarvoor hij -in zijn ogen- niets had teruggekregen.
Elizaveta lag nog steeds op de grond, ze was volkomen van de wereld.

De voorbereidingen die Ron had getroffen waren gelukkig niet voor niets geweest. De verrijdbare stellage die hij gebruikte om de plafonds, die in dit oude pand nog van stro en pleisterwerk waren gemaakt, weg te breken, was met zijn sterke x-vormige verbindingen bijzonder geschikt om iemand aan vast te zetten.
Eén zo’n verbindingsstuk had hij al geprepareerd door er twee polsboeien en enkelboeien aan vast te maken. Verder lagen een rol tape klaar en de nodige slagwerktuigen.

‘Nu eerst dat mokkel van d’r kleren ontdoen’, sprak hij tegen zichzelf.
Op zijn gemak begon hij haar uit te kleden. Eerst haar jas, toen haar schoenen. Vervolgens haar lange broek en blouse. Als laatste trok hij haar panty, slipje en bh uit.
Even nam hij de tijd om haar nog maar eens te bekijken, en hij moest toegeven dat hij dat lekkere geile lichaam had gemist. Erg had gemist zelfs.
Met gemak tilde hij het slappe lichaam van Elizaveta van de grond en gooide haar in een brandweergreep over zijn schouder.
Terwijl ze zachtjes kreungeluidjes maakte werd Elizaveta door Ron naar de gereedstaande stellage gedragen.
Daar aangekomen duwde hij haar romp tegen het koude metaal van de stellage voor een beetje steun en maakte hij eerst haar linker pols vast aan de gereed hangende polsboei. Aangezien hij zelf maar één hand vrij had kostte het iets meer moeite dan gedacht.
‘Je maakt me nu al aan het zweten kreng’, vervloekte hij haar.
De tweede polsboei ging heel wat gemakkelijker omdat hij nu beide handen vrij had.
Beide enkelboeien waren een fluitje van een cent vergeleken bij het gedoe met de polsboeien.
Als een lappenpop hing Elizaveta in haar boeien en langzaamaan deed de pijn die ze daarvan in haar armen kreeg, haar ontwaken uit die kille enge duisternis.
Ron zag hoe ze meer en meer tekenen van leven gaf en besloot haar mond nu alvast dicht te plakken met de tape die hij had klaargelegd.
Terwijl hij dat deed zag hij hoe haar ogen open gingen en haar blik verstarde op het moment dat ze hem herkende.
Onmiddellijk daarna werd ze zich bewust dat ze vastgemaakt was en ontkleed bovendien, om nog maar te zwijgen -hoe toepasselijk- over het feit dat spreken haar onmogelijk was gemaakt.
Alleen gesmoorde kreten en woeste rukbewegingen die ze maakte bevestigden wat Ron al wist; ze was boos, of bang, of allebei.
Wat het ook was, het kon hem niet schelen.
Elizaveta was zo te zien nog niet van plan om zich gewonnen te geven. Dat had hij eerlijk gezegd ook niet van haar verwacht.
Dus werd het tijd om de oude crapaud die hij ergens in het pand gevonden had in stelling te brengen.
Hij zette de 19e eeuwse stoel precies in haar blikveld en ging er rustig op zitten.
Elizaveta spartelde en spartelde terwijl Ron er rustig en geamuseerd naar zat te kijken. Al die tijd zei hij niets en genoot in stilte van haar gevecht, waar Ron de uitkomst al van wist.

‘Toe maar trut, maak je maar moe. Des te gemakkelijker heb ik het straks’, dacht hij bij zichzelf.
Door haar Russische temperament hield Elizaveta het lang vol, maar na ongeveer een uur werd ze moe en besefte ze geleidelijk dat ze zich waarschijnlijk over een niet al te lange tijd gewonnen moest geven.
Uitgerust en kalm stond Ron op en liep op haar af toen hij zag hoe Elizaveta snuivend haar hoofd eerst schudde en het toen liet hangen.
Hij pakte haar bij haar kin en dwong haar hem aan te kijken. Haar ogen vlamden weer op en ze gooide haar hoofd achterover in een poging zijn aanraking te vermijden. Maar Ron had haar kin nog beet en trok haar gezicht naar voren en gaf haar met zijn andere hand een klap in haar gezicht.
Volkomen verbouwereerd keek ze hem enkele tellen recht aan, toen klonk een luide maar gesmoorde verwensing -ook ongetwijfeld in het Russisch- van achter haar dichtgeplakte lippen.
Ron kon er alleen maar om lachen en gaf haar, vanwege haar ongewenste commentaar, nog een klap in haar gezicht, nu op haar andere wang.
En weer was er verweer, en weer volgde er een klap.
Ron heeft ze niet geteld, maar het kostte heel wat klappen om haar uiteindelijk te doen beseffen dat ze maar beter geen commentaar meer kon geven.
‘Hè, hè, eindelijk rust’, dacht Ron toen Elizaveta op een bepaald moment toch zonder verbaal tegen te stribbelen haar hoofd liet hangen en er twee dikke tranen over haar wangen biggelden.

donderdag 6 januari 2011

Wraak is zoet. (1)

Met een toenemend schuldgevoel drukte Elizaveta voor de derde keer de wektoon van haar repeteerwekker uit. Gisteravond had ze al geen zin om de volgende ochtend op te staan. Die “volgende” ochtend was inmiddels aangebroken, zo had de wekker haar willen doen geloven in elk geval, en niets, maar dan ook helemaal niets heeft in de tussentijd haar gevoel kunnen veranderen. Deze ochtend was en bleef een “getver” ochtend.
Tenminste twee keer per jaar overkwam haar dit gevoel in ieder geval. Want zo vaak, of zo weinig -net hoe je het wilt zien-, kwam ze per jaar bij haar tandarts voor een reguliere gebitscontrole.
En hoewel haar gebit de laatste jaren helemaal in orde was en er behoudens wat tandsteen verwijderen niets aan hoefde te gebeuren, bleef ze een hekel hebben aan het tandartsbezoek.
De voornaamste reden, dacht ze, was gelegen in het feit dat toen ze nog in haar geboorteland Rusland woonde, een bezoek aan de tandarts per definitie betekende dat er iets met je gebit aan de hand was. En dat “iets” ging dan ook meestal gepaard met pijn. Dus toen ze voor de eerste keer met haar toenmalige Nederlandse man samen naar de tandarts ging snapte ze eigenlijk niet waarom ze gingen.
D’r was op dat moment niets met haar gebit aan de hand. Maar omdat ex-manlief toch had aangedrongen was ze meegegaan. Ze verdacht hem er toen al van dat hij zijn Russische bruid (haar dus) vooral voor de sier had gehuwd. Iets waar ze later gelijk in had gekregen.
De tandarts had een sanering van haar gebit voorgesteld en met lood in de schoenen had ze daarvoor diverse bezoeken aan de tandarts af moeten leggen.
Elizaveta was nu wel heel trots op haar gebit, dat wel, maar zag nog steeds op tegen de halfjaarlijkse bezoekjes die ze ook na de scheiding was blijven afleggen.
Met tegenzin kwam ze toch maar uit bed en stapte onder de douche. Na zich gedoucht, afgedroogd en aangekleed te hebben, probeerde ze wat te eten. Brood stond haar tegen maar wat yoghurt met vruchten kreeg ze wèl naar binnen. Tot slot, voor ze de deur uit ging, poetste ze haar tanden en kiezen nog een keer heel zorgvuldig.

Een paar minuten eerder dan de afgesproken tijd arriveerde ze bij het monumentale pand aan de rand van het stadscentrum waar de tandartspraktijk gevestigd was. Dat er een handgeschreven kartonnen kaartje aan de deur hing viel Elizaveta pas op toen haar hand richting deurknop ging.
“Melden op nr. 10 a.u.b.” stond er geschreven, met daaronder een pijl naar rechts.
De praktijk was op nummer 12, dus het naastgelegen pand was ongetwijfeld nummer 10.
Enigszins mopperend dat ze haar best wel even van te voren hadden mogen informeren over deze situatie liep Elizaveta naar het naastgelegen pand.
Even overwoog ze om niet naar binnen te gaan, maar van de andere kant was ze nu juist een béétje gewend geraakt aan de tandarts bezoekjes, en als ze een keer zou overslaan, zou het de volgende keer juist weer moeilijker zijn om te gaan.
Met dat in gedachte stapte ze het pand op nummer 10 binnen.

Zo netjes als de praktijk was waar ze altijd kwam, zo smerig was het in het pand op nummer 10. Elizaveta stond in een grote hal. Vòòr haar liep een gang naar de achterzijde van het pand. Links en rechts van de hal liep een halfronde trap naar een bordes boven de ingang van de gang.
Het was duidelijk dat dit pand vroeger aan een welgestelde familie had toebehoord, maar zo te zien had het tot voor kort leeg gestaan, misschien wel jaren achtereen.
Ze liep voorzichtig in de richting van de gang. Iedere stap die ze deed galmde door de kale ruimte. Aan het begin van de gang bleef ze staan en keek de gang in terwijl ze luisterde of ze ook stemmen hoorde.
Links en rechts kwamen een aantal deuren op de gang uit, maar alle deuren waren gesloten waardoor de gang ook nog eens donker aan deed.
Het was er akelig stil, zo stil, dat toen ze het zich realiseerde, ze kippenvel op haar armen kreeg.
‘Hallo?!’ riep ze maar eens in de hoop op een reactie vanuit een van de aan de gang grenzende kamers.
Maar het bleef er stil, en donker.
Ze vloekte een keer binnensmonds, in het Russisch, en draaide zich om om terug te lopen naar de voordeur.
Op dat moment hoorde ze verderop in de gang een deur open gaan. Over haar schouder keek ze achterom en zag vanuit een van de deuropeningen een reep helder licht de gang in schijnen. Licht met een kleur zoals dat van de lamp die boven de behandelstoel hangt.

Nog een beetje mopperend liep Elizaveta naar de deuropening en stapte voorzichtig de ruimte binnen. Het heldere licht leek haar precies in haar gezicht te schijnen wat haar vreselijk hinderde.
'Hallo?' zei ze.
Geen reactie.
Ze was net van plan om het nog een keer te zeggen toen iemand van achteren een doek met een stinkende vloeistof met kracht tegen haar neus en mond drukte.
Een sterke arm greep haar vast en drukte haar lichaam alle met kracht tegen zich aan, waardoor alle lucht uit haar longen werd geperst. Pas toen de arm iets ontspande kon ze weer inademen, maar niet zonder die vieze lucht in te ademen.
In blinde paniek begon Elizaveta te schreeuwen en met haar benen te schoppen. Haar armen kon ze niet gebruiken. Ook die zaten klem in de greep van de -ongetwijfeld- mannenarm die maar door ging om haar het ene moment de lucht uit haar longen te persen en haar dan weer kort liet inademen.

Beetje bij beetje ontnamen de ingeademde dampen haar de kracht om zich te blijven verzetten. Het witte licht leek wel te gaan trillen, alsof je naar golfjes in het water keek. Toen werd het licht zwakker en zwakker tot het uit ging en er alleen duisternis overbleef. Een kille, stinkende duisternis.
De “sterke arm” van haar ex-man liet haar slap geworden lichaam voorzichtig op de grond glijden terwijl hij met één hand een doek met chloroform op haar mond en neus bleef drukken.
‘Nou heb ik je, bitch’, mompelde hij tevreden.

-.-.-.-.-.-.-.-